NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 6». Zaterdag 28 Augustus 1815. 44e jaargang DE OORLOG. VERSCHIJNT WOENSDAG ER ZATERDAG. BINNENLAND. PRINSES THEUDESINDE. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stnkkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Duitsebland's militaire plannen. De correspondent van »de Temps« te Rome meldt aan zijn blad bet volgende Men verneemt uit zeer goede bron, dat de gezant van een der kleine staten de vorige week de opdracht ontvangen heeft om den gezant van een dor andere kleine staten den volgenden dienst te verzoeken. Hij moest er de Consulta van in kennis stellen, dat Duitscbland niet van plan was Servië aan te vallen, maar daarentegen weldra een geduch- ten aanval zou doen op het Italiaansche front, tenzij Italië vooreerst van een aanval op Turkije wilde afzien, verder bij zijn bondgenooten pressie zou uit oefenen voor vredesonderhandelingen, in de derde plaats wilde beloven, indien de onderhandelingen mislukten, zijn eischen aangaandeOostenrijkscb grond gebied en de Adriatische Zee te be perken. De diplomaat, die deze opdracht ont vangen heeft, is eerst overgegaan tot het doen dezer mededeeling, nadat hij hiertoe van zijn regeering bepaald bevel bad ontvangen. Hetantwoord van Italië is gemakkelijk te raden. Het aandringen van Duitschland beeft in Italië den indruk gewekt, dat men in Duitschland veel meer ongerust is over den afloop dan algemeen wordt aangenomen, en men daarom begint in te zien, dat de militaire operatiën van Duitscbland op een enorm échec zullen uitloopen. Daarom wint de overtuiging steeds meer veld, dat de bondgenooten de dolzinnige aanvallen der Duilschers overal slechts zullen beantwoorden met de wijze van oorlogvoeren door generaal Jofire aanbevolen, n.l. den vijand lang zaam te verpletteren. Koniog Albert in het Fransche hoofdkwartier. Koning Albert heeft het bezoek van president Poincaré aan het Belgische leger beantwoord met een bezoek aan Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 11. Telephoonn. 09. ADVERT ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 71/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte. het Fransche hoofdkwartier. Bij het uitreiken van vaandels aan nieuwe regimenten in de streek der Aisne, hield Poincaré een toespraak. Hij drukte zijn dankbaarheid uit jegens den vorst, die aan de wereld en alle legers een voorbeeld biedt van onwrik bare rechtvaardigheid en bij wien de militaire dapperheid nauw verbondeo is met deu moed van den burger. De president wenscbte voorts den troepen geluk en sprak de zekerheid uit, dat zij lot hel einde toe hun moeielijke, mis schien langdurige, taak zouden ver vullen en dat zij in de plooien van het vaandel de overwinning van het recht en de vrijheid der volken zouden mede brengen. Nadat koning Albert in België was teruggekeerd, heeft hij president Poincaré telegrafisch bedankt eo zijn vertrouwen op de overwinning van het Fransche leger uitgesproken. Landstorm en landweer. Dinsdag is de lichting 1915 van den nieuwen landstorm onder de wapenen gekomen. Thans wordt bericht, dat de lichting 1914 zal worden opgeroe pen tegen 1 October en de lichting 1913 tegen 10 November, althans ongeveer. Wij weten niet, hoe groot deze landstorm-lichtingen zijn, doch als wij aannemen, dat, wanneer zoo'n lichting geoefend is, telkens een ge heele lichting landweer met verlof zal worden gezonden (de getallen zullen elkander niet zoo veel ontloopen), dan kan thans verwacht worden, dat van de landweer naar huis zullen gaan de lichting 1908 tegen het einde van December 1915; de lichting 1909 ongeveer begin Febr. 1916; de lichting 1910 ongev. mtdden Maart 1916. Wij nemen dan natuurlijk aan, dat er geen bijzondere omstandigheden voorvallen, en dat overeenkomstig de door de Regeering gedane toezegging, de oefentijd van den landstorm op 4 maanden wordt gesteld. Natuurlijk is het mogelijk, dat er nog kleine afwij kingen in de data plaats hebben. Wat de volgende lichtingen betreft, is van 's Ministers plannen nog niets bekend. Tel. Voor militairen van hetNederland- sche leger, zoowel vrijwillig dienenden als ingelijfden bij de militie en dienst plichtigen bij de landweer, die aan de gestelde lichamelijke en andere eischen voldoen, wordt de gelegen heid geopend om op voordeelige voor waarden voor den lijd van ten minste twee jaren de heen- en terugreis daaronder niet begrepen bij het Indische leger te worden gedetacheerd. Degenen, die zich vóór 1 Januari 1916 aanmelden en tot detacheering worden toegelaten, zullen genieten een premie van f 300 voor een deta- cheertng van twee jaren en van f 100 boven dat bedrag voor elk jaar van detacbeering boven dien termijn tot ten hoogste 4 detacheeringsjaren. De overplaatsing bij het Indische leger met een vaste verbintenis voor den tijd van zes jaren onder genot van een premie van f400, is voor bovenbedoelde militairen eveneens opengesteld. Alle premies worden dade lijk geheel uitbetaald. Gehuwde militairen beneden den rang van onderofficier kunnen noch tot detacheering noch tot overplaatsing worden toegelaten. Gedetacheerde militairen kunnen in Indië te allen tijde met een vaste ver bintenis bij het leger aldaar overgaan bij de hun alsdaQ toe te kennen pre mie wordt, voor zooveel noodig, reke ning gehouden met de reeds wegens hun detacheering genoten premie. De aandacht van de militairen van het Nederlandsche leger wordt geves tigd en de gunstige gelegenheid, welke de detacheering aanbiedt om na voor afgaande persoonlijke kennismaking, desgewenscht een vaste verbintenis te sluiten, bij het Indische leger, waar door bun bet vooruitzicht wordt ge opend om bij goed gedrag en de noo- dige bekwaamheid, spoedig tot onder officier te worden bevorderd. Ingelijfd bij het Duitsche leger. Het lid der Tweede Kamer, de heer Albarda, beeft Maandagmiddag een onderhoud gehad met den Minister van Buitenlandsche Zaken, naar aanleiding van de omstandigheid dat een aantal ingezetenen van Losser (Overijsel), die te Gronau werkzaam zijn, verplicht worden in Duitscben krijgsdienst te treden, omdat bun ouders Duitscbers waren, ofschoon zij bier te lande bun militieplichl hebben vervuld. Drie van deze personen zijn zelfs volgens de inlichtingen, door den heer Albarda ontvangen, op de textielfabriek te Gro nau door de militaire overheid ge arresteerd en bij het Duitsche leger ingelijfd. Een Duitsche spion. Do territoriale bevelhebber van Zee land heeft het verblijf in zijn gebied ontzegd aan zekeren Robert Neuen- hagen, wegens spionnage voor Duitsch land in Nederland. Thans verneemt de uTelegraafa de volgende hoogst merkwaardige bijzon- derbeden omtrent dit personage. Zekeren dag in de eerste maanden van dit jaar bood hij zich aan in een private onderwijsinrichting te Amster dam, en liet zijn visitekaartje afgeven aan een leeraar in de Fransche taal in dit gesticht, den heer G. C., een Franschman. Op dat kaartje stond gedruktHansa Conservenfabrik m. b. h. Grünstadt (Rheinpfalz) Vertreten durch Robert Neuenhagena, en met potlood was er bij geschrevenTelefoon 9289. De heer G. C., zag niet in, wat hij wel tot een Duitscber te zeggen zou hebben en weigerde den heer Neuen- hagen te woord te staan. Toen vertelde deze aan den directeur van het gesticht, dat hij in het bezit was van twee aangeteekende brieven, die de heer G. C. 14 en '21 Maart uit Amsterdam naar Italië had verzonden I En zeer juist wist hij te vertelleu, wat er in die brieven stond. Zelfs voegde hij er bij, dat hij nog kennis had van den inhoud van verschillende andere brieven, door den heer G.. C., vanuit Amsterdam, maar niet aangeleekend, naar verschillende steden in Italië gezonden. Zoo werd bet deD heer G. G. inééns duidelijk, hoe bet mogelijk was, dat aan zooveel brieven door hem naar Italië gestuurd, nooit eenig gevolg was gegeven. Voor een der aangeteekende brieven, die naar Mdaan gezonden was geweest, en waarvan de Duitsche spion den inhoud precies wist te vertellen, diende de heer G. G. een reclame bij bet post kantoor hier te Amsterdam in. Hem werd geantwoord, dat de brief inder daad nooit te Milaan was aangekomen, maar dat de post onmogelijk een ver klaring voor dit zoek raken kon geven. Iu den tijd, dat deze brieven ver zonden werden, was Italië nog niet in oorlog en werden de brieven uit Neder land naar Italië over Duitscbland ge zonden. En zoo is nu natuurlijk het groote raadsel: hoe brieven en dan nog wel aangeteekende brieven in een postkantoor van bet neutrale Nederland besteld, ter verzending naar het even neutrale Italië, hier in handen zijn kunnen komen van een persoon, die achteraf gebleken is een spion in dienst van de Duitsche regeering te zijnl De inbraak te De Bilt. Omtrent de belangrijke inbraak, die 12 Augustus bg den heer v. d. Wei ff, te De Bilt plaats vond en waarbij ruim f 47.000 werd gestolen, verneemt de Tel., dat het justitieel onderzoek nog geen enkel resultaat heeft opgeleverd, waarvan ontdekking vaD de daders het gevolg is geweest, niettegenstaande Historisch romantisch verhaal. 19) Hij sloot de geliefde in zijn armen, drukte haar hartstochtelijk aan zijn borst cn overdekte haar gelaat, oogen en lokken met kussen. Een oogenblik duurde het slechts en toen met een krachtige poging liet hij Theudesinde los, gaf zijn paard een duw met zijn knie en Theudesinde's paard een slag op den rug waar door de dieren snel vooruitschoten en plotseling met hun berijders voor de slotpoort stonden. Riolf, op zijn piek geleund, stond tegen de poort te wachten en begroette met een opge- wekten glimlach het paar dat binnenreed. De binnenplaats was reeds vrij donker. De wachten hadden nog geen vuur op het midden der plaats aangelegd en zaten in de schaduw tegen de muren geleund op lage houten banken. Theudesinde en Dodo reden snol de plaats over en lieten hun paarden stilstaan voor de trap naar don zuidelijken gevel. Zoowel Theudesinde als Dodo hadden reden zich te haasten. Zij verlangden binnen te wezen voor de andere leden van het gezelsohap op de plaats verschenon. Immers Theudesinde had geen lust de halfspottende blikken van Radboud te doorstaan en Dodo vreesde het spijtig lipje van Hiltrude. Snel was Dodo uit den zadel toen de paarden stil stonden. Hij was in een oogwenk naast Theudesinde's paard en hielp haar afstijgen. Zij hielden een stil gesprek door de blikken die zij eikander toe wierpen en door het zachte drukken der vingers. Beiden zwommen in een zee van geluk. Hoogrood was Theudesinde's gelaat, blijglanzend straalden haar gelukkige oogen en Dodo zag haar aan met een innigheid als wilde hij haar geheele persoon met zijn blikken omvatten. Vlug wipte Theudesinde de trap op toen zij Gontrade bemerkte, die op den hoefslag der paarden was komen aansnellen. Dodo gaf de teugels der paarden over aan een der hoorigen die was genaderd en ver dween snel in een poortje links van de trap. Juist bijtijds, want Zwanehilde, Hiltrude en Adallinde reden de plaats op en was hij nog daar geweest dan had hij niet anders kunnen doen dan te beginnen met Hiltrude de juffers van het paard te helpen. Niets vreesde hij echter op dat oogenblik meer dan de onderzoekende blikken van Hiltrude. Dat het lieve meisje hem niet ongenegen was, was duidelijk en hij kon vooruit weten dat zij over zijn lang samenrijden met de prinses zeer Uit haar humeur zou zijn. Zwanehilde, Hiltrude en Adallindo zagen vergeefs rond of er iemand was om haar van het paard te helpen. Adallinde wenkte daarom een der hoorigen om haar paard vast te houden en haar hand op zijn schouder leggende, wipte zij vlug van het schoone dier. Haar beide gezellinnen volgden haar voorbeeld. Nauwelijks stonden de juffers of Radboud en Ragcnfried kwamen in galop binnenrijden. „Te laat," riep Radboud, een blik op Adallinde werpende, „te laat," zei Ragenfried, naar Zwanehilde ziende. Zoowel Adallinde als Zwanehilde keken een anderen kant uit, als merkten zij de beide ruiters niet. Zij waren zeer boos. Men wordt eerst recht aan het geluk dat men zou kunnen smaken herinnerd als men dat van anderen ziet, en zoo was het de beide meisjes gegaan. Toen Zwanehilde zoo gezellig Theudesinde met Dodo voor zich uit zag rijden, had zij bij zichzelve gezegd, dat het toch wel zoo aardig voor haar geweest zou zijn, als zij naast Ragen fried gereden had in plaats naast hare beide vriendinnen. Adallinde had bij zichzelve dezelfde opmerking gemaakt be treffende een rijtoertje aan de zijde van Radboud. En wat Hiltrude betreft, zij was ten diepste beleedigd. Zij wist niet op wie zij boozer moest zijn, op Theudesinde of op Dodo. Waarom was hij den geheelen middag en avond met de

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1