NIEUWE IÉT Nieuws- en Advertentieblad 'HlT voor de Provincie Utrecht. |g| Zaterdag 16 October 1315. Ingezonden. FEUILLETON. BREDERODE DE EDELSTE. No. 83. 44e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. BINNENLAND. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09. ADVERTENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Geachte Heer Redacteur, Van verschillende zijden werd ons de vraag gesteld, welke de oorzaken zijn, dat vele papiersoorten in de laatste maanden zoo belangrijk in prijs ge stegen zijn. Daar papier in den tegen- woordigen tijd door iedereen gebruikt wordt, meenen wij, dat het algemeen belang gediend is met deze vraag in het openbaar te beantwoorden. De meeste soorten schrijfpapier en en betere soorten drukpapier worden hoofdzakelijk gemaakt van cellulose, een grondstof langs chemiscben weg uit hout bereid. De daarvoor geschikte soort hout vindt men voornamelijk in Scandinavië en Ruslandde grootste fabrieken van cellulose zijn dan ook in Zweden, Noorwegen en in het Oos ten van Duitschland en Oostenrijk, dicht bij de Russische grenzen gebouwd. Sedert eenige maanden is door de Duitscheen Oosten rijkscheRegeeringeD de uitvoer van cellulose verboden, zoo dat de Nederlandsche papierfabrieken de benoodigde cellulose alleen uit Zwe den en Noorwegen kunnen betrekken, waar de prijzen reeds enorm gestegen waren, doordat Engeland, Frankrijk en Amerika groote inkoopen gedaan hadden en nog steeds doen. Daarbij zijn de vrachten van Zwe den naar Nederland, zooals iedereen weet, meer dan de helft hooger ge worden, waarbij nog hooge premiën voor assurantie en molest betaald moeten worden. Behalve cellulose zijn bij de ver vaardiging van papier nog noodig tal van andere stoffen, die ook 50 tot 300% in prijs gestegen zijn, waarbij nog komt, dat de kolen, die in groote boeveelheden verbruikt worden, alleen tot hoogere prijzen en zeer onregel matig te krijgen zijn. Wanneer men daarbij nog in aan merking neemt, dat op iedere papier machine een groot doek van kopergaas en groote doeken van zwaar vilt noodig zijn, die, vroeger in hoofdzaak uit Duitschland betrokken, thans tot zeer booge prijzen in Amerika moeten ge kocht worden, omdat de uitvoer daar van uit Duitschland zooal niet ver boden is, dan tocb onder zeer bezwa rende condities toegestaan wordt, zal men dus begrijpen, dat (le verbooging der papierprijzen alleszins verklaarbaar en gerechtvaardigd is. Bovenstaande geldt niet alleen voor deNederlandscbe papierfabrieken, maar in nog sterkere mate voor de Duitsche en Oostenrijksche fabrieken, die steeds een groot gedeelte van het in Neder land gebruikte papier leverden; zij kunnen de cellulose wel uit hun eigen land betrekken, maar de bij de ver vaardiging van cellulose en papier on ontbeerlijke andere grondstoffen kwa men voor een zeer groot deel uit andere landen en de toevoer daarvan is ge heel afgesloten, zoodat zij óf niet meer te krijgen zijn af tot fabelachtig booge prijzen, waardoor reeds vele fabrieken, mede door gebrek aan personeel, ge sloten zijn of slechts gedeeltelijk wer ken. Maar niet alléén dat de prijzen van het papier veel hooger geworden zijn, de fabrieken hebben de grootste moei lijkheden om bet papier in de ver langde goede kwaliteiten te leveren. Er is groot gebrek aan kleurstoffen en aan-voldoende harslijm, die noodig is om het papier goed beschrijfbaar te maken, zoodat de inkt niet door slaat. Men zal dus bij booge prijzen nog zeer toegeeflijk moeten zijn ten opzichte van de kwaliteiten, en zijne eischen niet te boog mogen stellen. Het spreekt vanzelf, dat niet alléén het papier duurder wordt, maar ook de uit papier gemaakte voorwerpen zooals enveloppen, kantoorboeken, drukwerk enz. Hopen wij, dat de oorlog, die reeds zooveel ellende en moeilijkbeden ook aan de neute staten gebracht heeft, spoedig een einde neemt en daardoor in de geheel ontwrichte papierfabricage en de daarvan afhankelijke bedrijven weder geregelde toestanden terug- keeren. Met beleefden dank voor de ver leende plaatsruimte verblijven wij, Hoogachtend, VEREENIGING VAN NEDERLANDSCHE PAPIERGROOTHANDELAREN. De geldmiddelen van Engeland en Duitschland. Duitschers en Engelschen hebben over en weer al maanden lang elkander verweten, dat hun financieel systeem wrak en wankel in elkaar zat. Het is daarom wel verwonderlijk om de beer Von Gerlacb in de Welt am Montag te zien schrijven, dat Duitsch land eens een voorbeeld moest nemen aan de Engelsche financieele politiek. Niets spreekt sterker, meent de schrij ver, voor de vastberadenheid en den grootschen aanleg van het Engelsche volk dan de tweede Engelsche oor- logsbegrooting, waarover men thans doende is. Immers niet alleen door leeningen maar ook door belastingen tracbt men aan de oorlogskosten te gemoet te komen. Inteekenen op een leening is geen offer. Wanneer die leening goed afloopt, is ze het bewijs voor de goede eigenschappen van een land op economisch-financieel gebied. Maar wanneer een oorlogsbelasting groote sommen opbrengt, dan zijn dit even zooveel offers, door het volk ge bracht. De belastings-politiek, naast de leeniDgen, die noodzakelijk zijn, is een gezonde politiek, waarop de schrij ver ook voor Duitschland aandringt. Hoe de derde Duitsche oorlogslee- ning verloopen is, leert het volgende bericht uit Berlijn, waarin er op ge wezen wordt, dat de leening een werkelijke volks-leening was. Het totale bedrag van 12.101 millioen mark werd opgebracht door 3.551.746 afzonder lijke inteekeningen. Hiervan bestonden er 686.289 uit bedragen tot 200 mark, 1.693.934 inteekeningen liepen van Mk. 300 tot Mk. 1000, 503.576 van Mk. 1100 tot Mk. 2000, 415,576 van Mk. 2100 tot Mk. 5000 enz. De stortingen op de derde oorlogs- leening bedroegen tot 11 October, m. a. w. nog een week vóór den datum, dat de eerste verplichte betalingster mijn afloopt, reeds 6803 millioen mark. Van Engelsche zijde schrijft men: Een bewijs van de onmetelijke rijk dom van Groot-Brittannië is, dat bet in 1914—1915 belaste inkomen onge veer 1080 millioen pond sterling be droeg buiten de salarissen om, die op '1560 millioen worden geschat. Het geheele nationale inkomen is dus meer dan 2500 millioen pond sterling jaar lijks. De schuld van Groot Brittannië zal in het volgende jaar minder dan 90 millioen pond sterling bedragen, ter wijl de belastingen in het loopende financieele jaar opgebracht, ongeveer 350 millioen pond sterling bedragen, welk bedrag 1/7 is van het nationale inkomen. De economische positie van Frankrijk is eveneens zeer krachtig. Daar scbat men, dat in de laatste jaren 60 tot 80 millioen pond sterling meer werd opgebracht dan was ge raamd. Om een vergelijking te trekken, tusschen Duitscbland's crediet en dat der geallieerden wijst men er op, dat, terwijl de koers van de 5 pCt. aan- deelen der 3e Duitsche oorlogsleening 99 is in Berlijn, Duitschland, dezelfde aandeelen in de Vereenigde Staten tegen een koers van 84 op de markt worden gebracht. Stalen geld. Einde dezer maand zulleD in Duitsch land de eerste stalen vijf pfennig- stukkeo worden uitgegeven. In Rusland is besloten tot de uit gifte van biljetten van 5, 10, 15 en 20 kopeken. Een hulde aan Koningin en Regeering. Dinsdag hield de'Vereeniging van Nederlandsche Werkgevers te Gro ningen, haar jaarvergadering. In zijn openingsrede herinnerde de voorzitter, de heer D. W. Stork, aan de vele moeielijkheden, welke in bet afgeloopen jaar aan bijna alle takken van industrie in den weg weiden gelegd. Met waardeering getuigde hij van de vele inspanning, welke de Regeering zich getroost beeft om die moeielijk heden zoo dragelijk mogelijk te maken, daarbij wijzende op de moeielijke po sitie, waarin ODze Regeering zicb her haaldelijk ziet geplaatst, in verband waarmede het haar niets steeds mo gelijk is op overigens begrijpelijke klachten van industrieele zijde een gunstige beslissing te geven. Hierbij gedacht spreker in de aller eerste plaats het grootscbe voorbeeld, dat door H. M. de Koningin in de ernstige omstandigheden, waarin ons vaderland verkeert, bij voortduring wordt gegeven. Under groote instemming van de vergadering werden daarop aan H. M. de Koningin en aan Minister Cort v. d. Linden telegrammen van hulde verzonden. Voor het overige had de vergadering een huishoudelijk karakter. Kon. Nationaal Steuncomité. De 59ste lijst van bij het Kon. Nat. Steuncomité 1914, ingekomen bijdra gen van 26 Sept.2 October 1915, vermeldt een totaal van f8814 67'/», makende met het totaal der vorige lijs ten, een totaal aan ontvangen bijdragen en toezeggingen van 13.217.163.49'/». Zeppelins boven ons land. De herhaalde gevallen van schen ding van Nederlandsch gebied door Duitsche luchtschepen, die zich in den Historisch romantisch verhaal. 5) „Ik zal dat met genoegen doen," antwoordde Anselmus, „maar wil mij nu eens zeggen, waar gij nog pijn gevoelt, gij moet mij toestaan dat ik u even onderzoek." „Oh, ik heb nergens pijn meer van beteekenis. Die zalf heeft uitmuntend gewerkt. Blijkbaar is er niots gebroken. Niettemin, ik voel mij nog zeer zwak. Hedenmorgen trachtte ik even het bed te verlaten, maar ik werd zoo duizelig dat ik er maar snel weder instapte." Ludigman was gedurende dit gesprek de trap weder afgedaald en Anselmus was met den zieke alleen. De monnik trad wat dichter bij de legerstede en betastte Sicco's ledematen. Er was blijkbaar niets gebroken. Anselmus was geen zachte heelmeester. Hij vatte meermalen de gekwetste deelen nogal hardhandig aan. Sicco liet zoo nu en dan een pijnlijk gekreun hooren. Het slot van het onderzoek was evenwel dat eon tevreden uitdrukking op Anselmus' gelaat verscheen en hij met een verheugde stom de mededeeling deed dat er geen kwetsuren van ernstigen aard waren en dat de gekwetste als hij zich rustig hield stellig binnen eenige dagen genezen zou zijn. „Ik had er half over gedacht u te aderlaten," zei Anselmus. „Bewaar me," riep Sicco met grappig verschrikt gelaat, „ge lukkig dat ik thans mans genoeg ben om een woordje mee te spreken. Blijf in vredesnaam met dergelijke buitensporigheden ver van mij." „Het is nu heelemaal niet meer noodig," hervatte Anselmus geruststellend. „Gelukkig," mompelde Sicco. „En wat zegt gij van uwe verpleging, zijt gij tevreden over Arlinde?" vroeg Anselmus. „O, ja," hernam Sicco levendig, „het is een zeer geschikte vrouw, zij heeft een warm gemoed en een zachte hand." „Kwam zij u geregeld bezoeken, hadt gij nergens behoefte aan?" „Ja, zij was zeer goed voor mij," antwoordde Sicco eenvoudig. „Maar „Wat, maar?" vroeg Anselmus, terwijl een kleine flikkering in zijn verstandige oogen uitdrukte dat hij iets bijzonders ver wachtte. „Zijn hier nog andere.... vrouwen in huis?" vroeg Sicco aarzelend. „Andero vrouwen," hervatte Anselmus. „O, ja, vele." Sicco lag een oogenblik stil. „Zonderling," mompelde hij. „Wat is zonderling?" vroeg Anselmus met een onnoozel ge zicht. Een oogenblik aarzelde Sicco alsof hij zichzelven afvroeg of hij al dan niet mededeeling zou doen van de gedachte die hem kwelde, toen sprak hij echter langzaam. „Broeder Anselmus, ik denk dat ik gedroomd heb, maar toch kan ik dit niet gelooven, want ik herinner mij, dat ik tot mijzelven zeide: Gij droomt, en dat ik antwoordde, wel neen, ik zie toch den muur, het bed waarop ik lig, de zon die door het venster schijnt; ik hoor de stem van Ludigman beneden, en toch staat daar een heerlijke verschijning, toch zweeft die naar mijn bed, toch richten haar zachte oogen zich op mij, drukt haar buitengewoon lief gelaat innig medelijden uit, en raakt haar zachte, blanke hand mijn voorhoofd aan." Broeder Anselmus gaf geen antwoord maar bleef Sicco vragend aanzien als noodigde hij hem uit voort te gaan. „Het was een wonderbaar mooi meisje, in rijke kleedij, een gravin gelijk." „Er zijn hier geen gravinnen," zei Anselmus luchtig, „behalve

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1915 | | pagina 1