NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
BREDERODE DE EDELSTE.
Nu. 93.
Zaterdag 20 November 1915.
44e jaargaii£.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
16)
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 00.
ADVERT ENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Glroote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Belgische koning.
Belgisch Dagblad spreekt het be
richt tegen, dat koning Albert ziek
zou zijn. Nog gisteren, zoo schrijft
het, ontvingen wij uit De Panne nog
nieuws over den koning, die zich in
een blakende gezondheid mag ver
beugen.
De correspondent der Daily Tele
graph te H&vre meldt: De leden van
den Belgischen ministetraad hebben
koning Albert ter gelegenheid van
zijn geboortedag telegrafisch geluk-
gewenscht. ïNiets," zoo luidt het tele
gram, ïbeeft er meer toe bijgedra
gen België in de oogen der wereld te
verheffen en de dapperheid van ons
leger, de volharding der bevolking en
onze gemeenschappelijke hoop in stand
te houden dan het aanhoudend her
nieuwd voorbeeld van heldenmoed en
kalmte, gegeven door den koning, op
wien de natie eiken dag trotscher
wordt."
Een plechtig Te Deum werd ge-
zODgen, terwijl de dienst werd bijge
woond door alle ministers en leden
van het corps-diplomatique.
Stijgende prijzen en stijgende onte
vredenheid in Duitschland.
Eenigen tijd geleden, zegt een Deen,
die in Duitschland reisde, in een En-
gelsch blad, voerde mijn weg mij Zater
dagsavonds over de Alexandermarkt
te Berlijn. Voor den oorlog was de
menigte, die de markt bezocht, op
dien tijd altijd zeer goed gestemd. De
Berlijner heeft een natuurlijken aan
leg voor kwinkslagen en gevatte ant
woorden en er hing altijd een soort
ruwe vroolijkheid in de lucht. De Zater
dagavond van de Alexandermarkt is
droef veranderd. Er wordt weinig voor
raad aan de markt gebracht en geld
om het te koopen, is er nog minder.
Varkensvleesch in den een of anderen
vorm, dat vroeger onvermijdelijk 's Zon
dags bij de Berlijnsche middel- en
werkende klasse op tafel kwam, was
heelemaal niet te zien. Rund-, kalfs-
en schapevleescb was van slechte kwali
teit en visch, ten gevolge van het op
treden der Engelsche vloot in Noord
en Oostzee, was schaarsch en hoog
in prijs. Alleen de aanvoer en de prijs
van groenten waren normaal.
Toen ik door een straat liep, die
naar de markthallen voert, hoorde ik
een Duitsche huisvrouw in echt Ber-
lijnsch dialect klagen om die smerige
rooveis van boeren, dia haar f 1.50
voor een pond boter lieten betalen.
En haar klacht vorid van alle kanten
instemming.
Bij mijn rondwandeling, zegt de
Deen, zag ik, boe de pi ijzen in enkele
w-eken naar boven zijn gegaan. Rund-
vleesch kostte tot f 1 80, schapevleescb
f 1.20 en meer. Kalfsvleesch was, merk
waardig genoeg, goedkooper, doch was
bijna niet aan de markt. Alle visch-
soorten, zooals het volk die eet, schel-
visch, kabeljauw, leng, schol was van
100 tot 150% in prijs geslegen.
Wild en gevogelte bleek er ook
bijna niet aan de markt te zijn. Gans
is anders goedkoop in Duitschland en
in overvloed te krijgen, maar daar
het voederen van dieren met graan
en peulvruchten verboden is, is het
bijna onmogelijk gevogelte te fokken.
Hazen waren indertijd bij de Berlijnsche
huisvrouw zeer in trek en de Berlijnsche
markt was er mee overvoerd. Thans
is door het verbod aan de boeren, die
minder dan 150 H.A. land bebouwen,
om op bun gronden te jagen weinig
aanvoer. Het konijn fokt in Duitsch
land niet goed.
Spek is nog duurder dan boter en
kost f 1.80 en gaat nog hooger, mar
garine is niet te krijgen, wijl er geen
rundvet is, en de invoer van olijf
olie is gestaakt. Wat vet aangaat, is
de toestand van Duitschland onrust
barend. De oogst van fruit, was uit
stekend dit jaar en toch zijn de prijzen
van jams en marmelades hoog, suiker
is in prijs verdubbeld, de goedkoopste
thee kost f2.40 per pond en is bijna
nog niet krijgen, evenmin als cacao.
Koffie is 100% gestegen en kost nu
minstens f 1.20 per pond.
Rijst doet 00 tot 75 cent pond,
maar ge kunt een dozijn winkels in-
loopen, zonder een pond te krijgen.
Sago en tapioca worden niet eens meer
genoteerd. Krenten en rozijnen zijn
Mijn Tiouw, zegt de Deen, ver
gezelde me op mijn ropdgang, maar
overal, waar zo vroeg naar kleeding-
stukken, die toch in de advertenties
stonden, kreeg ze ten antwoord: uit
verkocht.
Ik zal me niet aan voorspellingen
wagen, gaat hij voort, hoe deze ver
mindering van voorraad en verbooging
der prijzen zal werken op het uit-
niet meer te krijgen. Niettegenstaande houdingsvermogen der Duitschers. Ik
den invoer van kaas uit Holland, De- constateer slechts feiten. Er is een
en Zwitserland is de kaas
zoo duur als vroeger. Ge-
nemarken
tweemaal
condenseerde melk is niet te vei krijgen,
daar Zwitserland, de grootste impor
teur, voor z'n veevoeder van Duitsch
land afhangt.
Melk is evenals brood slechts op
een kaart te krijgen, waarbij men dan
nog moet bewijzen, dat ze voor kin
deren of zieken is.
Het eenige brood in Duitschland
is het oorlogsbrood, het wordt ge
maakt voor 30% uit rogge, 30%stroo-
meel, en de rest uit aardappelmeel.
De verkoop van koekjes en taartjes
is verboden, evenals van slagroom.
Wie in Duitschland geweest is en
weet, hoeveel klanten de pasteibakker
er heeft, zal begrijpen wat dit be-
teekent.
De kool is zeer in prijs gestegen.
Zeep, die vroeger f21 per 100 K.G.
kostte, doet nu f60. Kaarsen zijn naar
verhouding duur; elke familie mag
hoogstens '/i L. olie verbruiken voor
verlichting per dag.
Zoolleer is in drie maanden gestegen
tot f 4.80 per pond, kleeren met onge
veer 200%; ik moest in Berlijn voor
een pet f210 betalen, die me in
Engeland f 0.60 zou kosten.
De advertenties van kledingmaga
zijnen in de bladen zijn er op ingericht,
om het buitenland te misleiden. Man
nen en vrouwenkleeding worden ge
adverteerd tegen prijzen lager dan in
Engeland.
Doch dit is de val, waarmee men
klanten lokt.
zekere uitgesproken ontevredenheid
onder het volk, dat een paar maanden
geleden »oor zijn meening nog niet
durfde uitkomen. In Moabit en de
Landsberger allee, twee arbeiders-
districten zijn demonstraties en boter-
oproeren voorgekomen. Het opstootje
begint gewoonlijk met een vrouw, die
een winkel inloopt, boter koopt, weigert
te betalen en dan met haar mandje
wegloopt.
Als de winkelier baar achterna zet,
wordt bij door de menigte tegenge
houden en het is voorgekomen, dat
zijn winkel geplunderd werd en zijn
voorraad op straat gesmeten.
Te Chemnitz, de groote fabrieks
stad zijn ernstiger opstootjes voor
gekomen. De stad is in staat van
beleg verklaard en de bewoners moeten
's avonds om acht uur binnen zijn.
Geen verootmoediging in Duitschland
Hoe langer de oorlog duurt des te
dieper schijnen de schaduwen te wor
den, schrijft de «Kreuzzeitungi in een
hoofdartikel over den Boetedag. Er was
veel oplaaiend stroovuur in het begin
van den oorlog, maar weinig voort
durende gloedveel luide geestdrift,
maar niet de steeds doorzettende kracht.
Het woord van Hindenburg: Mocht in
ons volk de geest van 1914 blijven
bestaan, schijnt niet zoo in vervulling
te zullen gaan, als wij dit wel voor ons
en ons volk hadden gewenscht. VeleD
behouden ook in den grooten tijd hun
kleingeestigheid en erbarmelijkheid.
Zij beproeven niet eens zich er vrij
van te maken, doch pantseren ook
verder hun hart met de onreine ge
dachte: Ieder is zichzelf bet naast. Uit
buiting van den nood en oorlogswoeker
vertoonen zich als etterbuilen aan het
lichaam van het volk. De lichtzinnig
heid vertoont zich zoo schaamteloos m
het openbaar, dat soldaten, die genezen
van hun wouden in bet vaderland zijn
teruggekeerd, zich verontwaardigd af-
keeren en zeggen: Voor zulk een volk
offeren wij leven en gezondheid op!
En zij, die een dieper inzicht in de
zaken hebben, zouden nog ganscb
andere kleuren kunnen schilderen op
dit donkere beeld.
Hollandiana.
Gerard Harry schrijft in het »Petit
Journak
Vreemde dingen worden aangehaald
om maar aan te toonen, dat er een
geheim HollandscliDuitsch verbond
beslaat. Van den eenen kant wordt
verzekerd, dat de naar Nederland ge
vluchte mannelijke Belgen van 18 tot
35jaar daar geheel en al als gevangenen
zijn behaodeld, uit vrees, dat ze zich
weer naar den Yser zouden begeven om
zich bij de dappere Fransche troepen te
voegen en dat zou een zeker bewijs van
verstandhouding zijn tusschen de Duit
schers en de zoogenaamde neutrale
Hollanders. Van den anderen kant weet
men te verzekeren, dat de Ministers
van Koningin Wilhelm in a een voort
durende censuur doen uitoefenen op de
mail der geallieerden, die over Hol
landse!) grondgebied vervoerd wordt;
naar het ons toeschijnt is dit een ern
stige inbreuk op de rechten en plichten
van niet-ooilogvoerenden.
Een werkelijk onaantastbare waar-
beid springt naar voren uit de brochure:
«Belgique de demainc door Eugène
Barie gepubliceerd, vroeger secretaris
van den Minister van Slaat Beernaert
voorde Hollandscb-Belgische toenade
ringscommissie.
Historisch romantisch verhaal.
„Het spijt mij, ik kan onmogelijk naar beneden gaan, ik ben
een ernstige zieke, dien men hier heeft nedergelegd om door hot
■warme duinzand en de frissche lucht weder eenigszins op krachten
te komen. Ik kan niet loopen."
Zweder van Poelgeest keek Sicco aan en do bleekheid van
diens gelaat, de vormoeide trok om den mond, de blauwe krin
gen onder do oogen deden hem dadelijk zien dat hij met een
zieke te doen had.
„Wilt gij ovenwei naar den graaf gaan en vragen waarmede
ik hem van dienst kan zijn dan wil ik trachten daaraan te vol
doen."
De toon en de manier van spreken deden Zweders verbazing
toenemen. Hij stond evon te denken en zei: „Ik zal dit mijn
meester gaan zoggen."
Hij keerde zich om en daalde het duin af. Sicco volgde hem
met de oogen en zag hem weldra met den graaf spreken. De
I graaf keek naar den kant waar Sicco lag.
Even daarna begon jonker Zweder opnieuw het duin te be
klimmen.
Weldra stond hij weer voor Sicco.
„De graaf wil weten of het u ook bekend is of de beroemde
geneesheer Anselmus nog in de abdij van Egmond vertoeft?"
zei Zweder.
„Het doet mij genoegen uw vraag bevestigend te kunnen be
antwoorden. Ja, de monnik Anselmus is nog te Egmond."
„Dank u," zei Zweder. Hij keek Sicco nog een paar oogen-
blikken aan, wendde zich toen om en ging naar boneden.
Even daarna had hij den graaf bereikt en zijn boodschap over
gebracht. De graaf zette zijn paard in beweging en reed lang
zaam voort. Toen Zweder van Poelgeest aan de kromming van
den weg was gekomen, wierp hij nog een blik naar de plaats
waar Sicco lag.
Sicco zag hem omkijken.
„Die knaap heeft genoeg voor het eerste uur om zijn hoofd
te pijnigen met de vraag of hij mij reeds vroeger gezien heeft,"
mompelde hij. „Ik zag aan zijn gelaat dat ik oude herinneringen
bij hem opwekte maar dat hij ze niet thuis kon brengen. Ge
lukkig dat Diederik niet zelf naar boven kwam. Als hij niet de
graaf geweest was, zou hij het wel gedaan hebben."
Sicco strekte zich weder op zijn gemak uit en keek droomerig
langs den zonnigen weg.
„Ik ben nieuwsgierig of ik Tetburga nu weldra zal zien ver
schijnen," dacht hij. „Wat mijn broeder van Anselmus wil hebben?
Zweder zag er niet erg bestoft en vermoeid uit. Blijkbaar hadden
zij niet een heel langeD weg afgelegd. Diederik kwam dus niet
van Harlem maar van een der kasteelen hier in den omtrek.
Misschien kwam hij wel van het huis Adrichem."
En Sicco ging voort met bespiegelingen te maken over de
reden welke Diederik kon hebben den beroemden geneesheer een
bezoek te brengen. Dat de graaf zelf gezond was daaraan twijfelde
Sicco niet. Trouwens als Diederik het een of ander scheelde, zou
men hem dit wel reeds bij Ludigman verteld hebben. En als
gravin Othilde of een der beide zonen, Sicco's neven Dirk en
Floris, ongesteld waren, zou de graaf wel een boodschap naar
Egmond hebben gezonden met het verzoek dat broeder Anselmus
hen zou komen bezoeken.
Terwijl Siceo dit alles overpeinsde, was de zon op haar hoogst
gekomen.
„Nu kan zij elk oogenblik verschijnen," mompelde hij, „ten
minste als Arlinde mij niet vergeefs blij heeft gemaakt."