NIEUWE
Nieuws» en Advertentieblad
voor de Frovincfie Utrecht.
FEUILLETON.
BREDERODE DE EDELSTE?
No. 7.
Zaterdag 22 Januari 1916.
45e jaargang.
VERSCHIJNT WOPSüAë EfS ZATE8RAS
DE OORLOG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonn. 69.
ADVERT ENTl'KN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Aan onze lezeressen,
Een belangrijke uitbreiding en ver
fraaiing beeft wederom Het Nieuwe
Modeblad ondergaan.
Inplaats van in 10 pagina's met
omslag verschijnt dit bij uitstek prac-
tiscbe eD zeer goedkoope modetijdschrift
thans in 16 pagina's waarvan het
titelblad sierlijk en grillig tevens gelijk
de Mode is, werd ontworpen door den
bekwamen kunstenaar Mattbieu Wieg
man. Ongetwijfeld zal deze uitbreiding
en verfraaiing verhoogen de algemeene
waardeering, welke Het Nieuwe Mode
blad reeds onder alle standen geniet
en zeer zeker ook alleszins verdient.
Immers iedere aflevering van deze
uitgave bevat een groot aantal fraaie
en vooral doelmatige modellen voor
dameskleeding, kinderkleeding, band-
werken, onderkleeding en verschillende
practiscbe wenken, en raadgevingen
op allerlei gebied.
Bovendien bevat iedere aflevering
een knippatronenblad met duidelijke
bijschriften, waardoor 't voor iedereen
mogelijk is bet model zijner keuze
zelf te vervaardigen. Ook worden nu
en dan van verschillende kleedingstuk-
ken door den uitgever gratis-noriuiial-
pafronen verkrijgbaar gesteld, terwijl
al degenen, die op Het Nieuwe Mode
blad geabonneerd zijn bij een daarvoor
aangewezen bekwamen dames-coupeur
zich tegen een daarvoor vastgestelde
vergoeding van elk kleedingstuk pa
tronen op maat kunnen laten vervaar
digen.
Inderdaad we zeggen niets te veel,
indien wij beweren, dat Het Nieuwe
Modeblad een onmisbaar tijdschrift is
voor iedere practiscbe huisvrouw, voor
iedere dame, die op de hoogte wil
blijven van hetgeen de mode voor
schrijft.
De uiterst geringe prijs, (75 cents
per kwartaal van 6 nummers, franco
per post 85 cents) waartegen Het
Nienwe Modeblad bij ons is verkrijg
baar gesteld, kan voor niemand een
beletsel zijn zich op deze uitgave te
abonneeren.
De Administratie van ons blad is
bereid aan allen, die er om vragen,
gratis een proefnummer toe te zenden.
Internationale beperking van
bewapening.
Van wege den Ned. Anti-Oorlog Raad
wordt het volgende medegedeeld:
Terwijl onlangs de bekende Engel-
scbe staatsman sir Edward Fry in een
Eogelsch tijdschrift een artikel open
baarde ten gunste van internationale
beperking van bewapening, na dezen
oorlog, thans bevat het in Zwitserland
uitgegeven tijdschrift «Docuniente des
Fortschrittes« een bespreking van dn
vraagstuk in gelijken geest door het lid
van den Durtschen Rijksdag Gothein
Golhein schrijft o.a.:
«De meeste menschen gelooven, dal
ook na dezen vreeselijken oorlog de
vijandige volkeren gewapend tegenover
elkander zullen blijven staan, ieder
volk met den angst onverwachts door
de anderen overvallen te worden.
De grenzen wil men daarom zooveel
mogelijk afronden, om ze gemakkelijker
ie kunnen verdedigen, o. a. door de
staatsrechtelijke aaneensluiting van tot
nu toe slechts verbonden Staten. Zelfs
een staatsman als Friederich Naumann
denkt in ernst, dat in de toekomst
Uuitscbland en Oostenrijk in het Oosten,
Westen en Zuiden hun grenzen zullen
beveiligen door een systeem van loop
graven.
Misschien zal zelfs spoedig na den
oorlog naast den «Flottenvereinï en
den Wehrvereinn een «Schüizeri-
grabenvereina ontstaan, die verlangt
dat de loopgraven aan de grenzen ook
onafgebroken bezet zullen worden ge
houden Zoo zouden zelfs in vredestijd
de volkeren tol de tanden toe gewapend
in loopgraven tegenover elkaar staan
Op gevaar af van voor een vijand des
vaderlands gehouden te worden een
gevaar dat men juist in dezen tijd niet
licht moet nemen veroorloof ik mij
een andeie rneening te hebben en deze
zelfs te uiten. Ik erken, dat de volks
verbetering niet direct bij het sluiten
van den vrede zal ophouden te bestaan.
Langzameihand echter zal het weer
noodzakelijk blijken, dat de landen met
elkander weer handel drijven en zullen
de persoonlijke betrekkingen weder
aangeknoopt worden. En in alle landen
zal de van censuur bevi ijde pers, althans
vooreen deel, bereid gevonden worden,
om te onderzoeken hoe een zoo groot
ongeluk in de toekomst vermeden zal
kunnen worden.
De theorie, dat bewapening een ver
zekeringspremie zou zijD tot het be
waren van den vrede, is nu wel afdoend
weerlegd geworden. Het voorbeeld van
den oorlog van 1870—'71, die het
signaal was voor steeds toenemende
bewapening, is nog niet bet bewijs, dat
het Da dezen oorlog op dezelfde wijze
zal gaan. Iedere oorlog was een minia
tuuroorlog in vergelijking met dezen.
Het aantal gevallenen in dezen oorlog
is in 10 dagen ongeveer evenveel, als
toen in den geheelen oorlog. Daarbij
zijn de oorlogslasten ontzettend veel en
veel hooger, zoo ook de renten uit te
keeren na den oorlog voor verminkten
en voor de achtergeblevenen van iü
den oorlog gevallenen.
De ontzettende lasten door den oorlog
ontstaan worden zeer verzwaard, door
dat vele honderdduizenden van de
beste arbeidskrachten gevallen zijn de
belasting moet door een sterk ver
minderd aantal van belastingbetalers
opgebracht wordenzij belast het
voortbrengsel van den arbeid van de
overgeblevenen en verzwaart daardoor
op de wereldmarkt de concurrentie
met de voortbrengsels der neutraal
gebleven landen. De afzet in het bin
nenland en naar de in oorlog geweest
zijnde landen wordt bovendien door de
verminderde koopkracht beperkt.
Het zal den Staten onmogelijk zijn,
de door den oorlog ontstane lasten te
dragen, wanneer zij daarnaast hun
bewapeningsuitgaven op de tot nu toe
gevolgde wijze of nog meer uitgebreid
willen voor tzetten. Fr blijft hun niets
anders oter dan de bewapening te
beperken. En komen zij niet dadelijk
na den oorlog tot dit inzicht, dan zal
de steeds stijgende financieele nood in
vredestijd hiertoe noodzaken. De aan
gegeven weg is dus om tot een inter
nationale regeling over beperking van
de bewapeningsuitgaven te komen.
Waai toe men vóór den ooi log niet
wilde overgaan, daartoe zal men door
den nood thans gedwongen worden.
Indien de volkeren maar eenmaal het
voordeel van internationale verminde
ring van bewapening hebben leeren
inzien, dan zullen zij steeds meer in
deze richting verlangen. De internati
onale ontwapening zal ondanks alle
volksverbetering komen; zij komt op
den eenvoudigen grond, dat de volke
ren, naast de door den oorlog ontstane
lasten, de lasten voor bewapening niet
meer kunnen dragen.
Ongeregeldheden in Sakeen?
«Havas« seint uit Ziirich, dat er op
11 Januari bloedige oproeren hebben
plaats gehad in Saksen en dat te
Berlijn een trein uit die provincie is
aangekomen, vol gewonden, grooten-
deels vrouwen.
De keizer, de paus en de Duitsche
Katholieken.
De correspondent te Milaan van de
«Daily Chronicled seint, door bemid
deling van vrienden aan bet Vaticaan
te hebben vernomen, dat kardinaal
Gasparri met leedwezen kardinaal
Mercier heeft medegedeeld, dat bet
niet mogelijk is geweest onder de leden
van de R. K. kerk in Duitscbland den
brief, aan hen gericht door het Bel
gische Episcopaat, te verspreiden. De
paus droeg deze zaak aan kardinaal
Hartmann op, doch na diens aankomst
in Keulen ontving hij een order van
den keizer, hem ten strengste ver
biedend, afschriften aan de bisschoppen
te zenden of op andere wijze den inhoud
van den brief bekend te maken.
Kardinaal Mercier zou thans pogin
gen aanwenden om den paus tot een
uitspraak te brengen over de Duitsche
gruweleu in België.
De volkeren wcaschen den vrede.
In den Duitscben Rijksdag heeft
Dittmann, lid van de minderheid der
sociaal-democraten, zeer opmerkelijke
woorden over den vrede gesproken.
Het Duitsche volk, aldus zeide bij, wil
een vrede, die vriendschap met de
buren mogelijk maakt en het wil niets
te doen hebben met woeste overwin
ningsplannen. De tijd is meer dan rijp
voor den vrede, maar waar is de staats
man, die den moed heeft bet eerste
woord te spreken Derhalve moet het
volk dat zelf doen.
Overal wenscben de volkeren den
vrede maar de gelegenheid om bun
meening te uiten, is overal beperkt,
het minst echter nog in Engeland en
Frankrijk. Het buitenland heeft ech
ter de artikels uit de pers niet noo-
dig. Integendeel, het* wordt door spion-
nage en mededeelingen uit neutrale
landen veel beter op de hoogte ge
bracht. Het wederkeerige bluflen en
verstoppertje spelen onder den dwang
van de censuur is derhalve een dwaas
heid en een misdaad tegenover de
menscbheid. Indien dit misdadige spel
ophoudt, dan zal men een verbluf
fende overeenstemming tusschen de
volkeren,wat de allereerste voorwaarde
voor den vrede betreft, ontdekken.
De Regeering en de watersnood.
In Regeeringskringen is men van
oordeel dat bet niet noodig is dat de
Regeering rechtstreeks steun verleent
tot leniging van den nood die het gevolg
is van de overstioomingen, doch dat
deze taak voldoende kan worden be
hartigd door de Algemeene Vereenigde
Historisch romantisch verhaal.
33)
„Bruid en bruigom," zei Tetburga zacht als in een droom.
Zij wikkelde zich los uit Sicco's armen en beiden gingen naar
beneden. Zij liepen zooals zij geloopen hadden, toen zij zich
verloofd hadden, zij liepen als Tita en Worp; hij zijn rechter
arm om haar hals, zij haar linkerarm om zijn middel. Zoo
kwamen zij op het erf en werden met gejuich ontvangen door
haar vader en de gasten die te paard zaten en door de hoorigen
die in hun beste plunje stonden toe te kijken.
„Spoedig, spoedig," riep Ludigman.
Sicco hielp Tetburga te paard en sprong toen zelf in den
zadel. „Vooruit,riep Ludigman en de stoet zetto zich in
beweging. „Dien kant!" riep Ludigman en wees een binnenweg
aan die door de duinen liep.
Tetburga en Sicco wendden hun paarden daar heen en onder
het gejuich van alle hoorigen en lijfeigenen reed de stoet weg.
Arlinde keek boven uit het venster en wuifde zoo hard zij kon.
En zij reden voort langs den duinweg. Zoo nu en dan wierpen
zij elkander een blik toe. Sicco had nooit schooner meisje,
Tetburga nooit knapper jonkman gezien. Zacht schreden de
paarden voort over den muilen weg. Geruischloos en elke voet
stap dadelijk weder gevuld door het toestroomende witte zand.
Zij reden voort over groote vlakten, langs schitterend blinkende
duintoppen, door dicht begroeide valleien. Een enkelen keer
bevonden zij zich bijna in volslagen duister daar hun weg
voerde door dicht sparregeboomte. Onder de hoeven der paarden
piepten dan de platgetrapte sparreappels. Zoo nu en dan reed
Ludigman een beetje sneller en haalde Sicco en Tetburga in.
Hij maakte dan een opmerking waaruit bleek hoe gelukkig en
trotsch hij was. Een enkele maal hadden zij tusschen twee
duinen door het uitzicht op de zee, wier geruisch zacht en
gelijkmatig tot hen doordrong. Daar lag de zee in haar einde-
looze uitgestrektheid, wonderbaar kalm en matgroen, zonder een
enkel zeil, flauw beschenen door de zon dio gelukkig voor
Sicco en de zijnen achter eenige wolken schuil ging, daar het
anders in de duinen brandend heet zou zijn geweest.
Zoo zetten zij hun weg in diepe stilte voort, slechts een
enkel woord wisselende, do musschen vlogen naast hen in de
struiken op en de leeuwriken zongen boven hun hoofden. In
de verte, op eerbiedigen afstand, zagen zij soms op den top
van een of ander hoog duin een ree of hert, welks houding
genoegzaam bewees dat het dier met de grootste nieuwsgierig
heid dien voorbijtrekkenden ruiterstoet gadesloeg. Eindelijk zagen
zij Limmen aan hun voet liggen. Van den top van een hoog
duin keken zij op het kleine kerkje neder. Sicco zag naar dat
kerkje en toen hij zich omwendde, viel juist door de opening
tusschen twee duinen zijn oog weer op de eindolooze zee, on
plotseling kwam het in hem op hoe snel het lot van een
mensch veranderen kan. Een paar weken geleden had die zee,
welke nu zoo rustig was, in woedenden toorn hem tegen het
strand geworpen. Zij was zoo genadig hem het leven te sparen,
oen leven, dat op dat oogenblik voor hem zoo luttel waarde
had. Immers, hij was een zwerveling zonder een enkelen
vriend, in vijandschap met zijn naaste familie. En thans reed
hij prachtig uitgedost naast een schoon meisje dat binnen een
uur zijn vrouw zou wezen. Thans reed daar achter hem de
vader van dat meisje, een aanzienlijke Fries, die hem zeer
genegen was en wiens hart van trots zwol bij de gedachte dat
hij de schoonvader werd van den schipbreukeling.
Wordt vervolgd.)