NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht.
FEUILLETON.
No. 17.
Zaterdag^26 Februari 1916.
45e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
BINNENLAND.
jffifrin
Amersioortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nummers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Laugestraat 77. Telephoouu. 69.
AD VER1 ENTIËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/a Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Vredosdebat in het Lagerhuis.
Snowden, het Engelsche parlements
lid behoorende tot de arbeiderspartij
en de liberaal Trevelyan, de bij het
uitbreken van den oorlog afgetreden
minister, hebben in het Lagerhuis de
kwestie van den vrede ter sprake
gebracht. Ze hebben minister Asquith
gevraagd, op welke voorwaarden het
mogelijk zou zijn een einde aan den
oorlog te maken en toch het doel,
waarvoor de geallieerden strijden, te
bereiken.
De eerste minister verwees naar de
reeds door hem afgelegde verklaring
in den Gildenhal te Londen en lier-
haalde nog eens: Wij zullen nooit het
zwaard, dat wij niet lichtvaardig heb
ben getrokken, in de schede steken,
vóór België, en ik voeg er thans bij,
Servië, alles en meer dan ailes
hebben herkregen, van wat zij hebben
moeten offerenvóór Frankrijk vol
komen beveiligd is tegen aanvallen;
vóór de rechten van de kleine volken
in Europa op onwankelbaren grond
slag zijn gesteld en vóór de militaire
overheersching van Pruisen, geheel en
voorgoed is vernietigd.»
Dat in antwoord op de rede van
Trevelyan en Snowden, wiens rede
eigenlijk niets anders dan een bevesti
ging van het feit, dat men in Üuitsch-
land hartgrondig naar vrede verlangt.
Dat wist minister Asquith trouwens
al lang uit de debatten in den rijksdag
en uit de rede van den i ijkskanselier.
Maar de Engelsche regeering heeft
baar voorwaarde geuit en achter haar
staat het Engelsche volk, aldus de
minister.
Naar Reuter seint, is het zooge
naamde vredesdebat daarna als een
nachtkaars uitgegaan. De andere ar
beiders-afgevaardigden vieien Snowden
niet bij.
België en de verklaring van Londen.
De Temps wijdt een artikel aan de
verzekeringdoorde vertegenwoordigers
der Entente mogendheden onlangs aan
België gegeven omtrent het deelnemen
aan de vredes conferentie, als die
eenmaal komt. De Temps zou bet
vernederend vinden voor België na
zijn heldhaftig gedrag, als de nieuwe
orde van zaken in Europa geschapeD
werd, zonder dat België er invloed op
uitoefende. België zelf heeft dat ook
gevoeld en daarom bij voor baat onlangs
zijn adhaesie uitgesproken aan het
verdag van Londen der 5 groote mo
gendheden. Nu zal Belgie als kleine
staat moeilijk de verantwoordelijkheid
op zich kunnen, nemen voor wat een
maal ter vredesconferentie zal besloten
worden De verklaring, thans gedaan
uit naam van Frankrijk, Engeland en
Rusland, lost de zaak op alleszins
voldoende wijze voor België op, daar
zij inhoudt, dat »als het oogenblik is
gekomen, de Belgische regeering zal
worden geroepen aan de vredes onder
handelingen deel te nemen", België
heelt dus voortaan de zekerheid, dat
geen enkele verbintenis bij de oplossing
van het conflict zal worden aangegaan
buiten dit land om en dat het ter
gelegener ure onder dezelfde voorwaar
den en met de zelfde waarborgen van
zijn onafhankelijkheid aan de bespre
kingen zal deelnemen als de andere
bondgeuooten. Wat de mogelijkheid
betreft van een afzonderlijken vrede,
dien men vooralle bondgenooten heeft
willen voorkomen door het Londensch
verdrag, zij zal zich voor België niet
voordoeD, aangezien het lot van dit
land te nauw verbondon is aan een
volkomen en onbetwistbare overwinnig
van de Entente.
De laatste moet de meening ook
zijn van alle Belgische parlementsleden.
Voor hen is vrede onbestaanbaar, zoo
lang het groote deel van België nog
door de Duitschers is bezet.
Toch moet er bezwaar bij een groot
deel van hen bestaan, het Londenscbe
verdrag te onderteekenen en wel omdat
naar hun meeniog, België niet als
oorlog voerende in den gewonen zin
van het woord mag worden beschouwd,
doch slechts zijn neutraliteit verdedigt.
Een meerderheid in het Kabinet
zou er echter voor zijn, het Londensche
verdrag te onderteekenen.
Leest men wat Temps zegt dan maakt,
het den indruk, dat de meening van
het Belgisch kabinet en Kamerleden
niets ter zake doet. En dat men België
niet eens tot onderteekening heeft
uitgenoodigd.
Onafhankelijkheid voor Polen.
In den laatsten tijd is in de Fransche
en Engelsche bladen naar aanleiding
van de aan Duitscliland toegeschreven
plannen, om Polen onder Duitsche
leiding autonomie te verleenen, voor
gesteld, dat de gealliëerden evenals
aan België, ook aan Polen autonomie
zouden garandeeren zooalsdie trouwens
bij hel begio van den oorlog door
den tsaar ook beloofd is. De
Humanité wijst er nu op, dat een der
gelijke garantie reeds vroeger in 1815
gegeven is, zonder dat tsaar Alexander
zich daarom later heeft bekommerd.
Boven dien is het op het oogenblik
zeer moeielijk in een binnenlandsche
aangelegen heid van het Russische rijk
te willen ingrijpen De. Humanitë vindt
het daar om het beste, dat de gealli
ëerden er bij Rusland op aandringen,
aan Polen een volkomen onafhankelijk
heid te verleenen. De- gealliëerden
behoeven voor een dergelijken stap
niet terug te schrikken, aan gezien
in alle landen der Entente de geheele
openbare meening voor een dergelijke
regeling van het Poolsche vraagstuk
is. De regeling van Polen's autonomie
hangt geheel van St. Petersbnrg af.
doch Rusland kan er slechts bij winnen
indien tusschen het Russische rijk en
den gevaarlijken Duitschen in een buf
ferstaat ligt.
De toestand in Constantinopel.
De correspondent van de Daily Chro
nicle te Saloniki seintVolgens berich
ten uit Constantinopel stijgen de prij
zen der levensmiddelen aldaar ontzag
lijk. Brood is buitengewoon schaarscb.
Wat echter den Turk het meest ver
driet, is de buitengewoon hooge prijs
der koffie,die voor den ooi log 8 piasters
per kilo bedroeg en thans 120 piasters,
een vermeerdering van 1500 °/o. Ten
gevolge hiervan kunnen slechts weinig
Turken zich hun gelief koosden drank
aanschaffen. Petroleum is gedurende
denzelfden lijd gestegen van 1 tot 16
piasters per liter.
Naar uit Weenen wordt bericht,
heeft de prefect van Constantinopel,
Ismet Bei, zijn ontslag genomen.
Krachtige Duitsche aanvallen ten
noorden vun Verdun. De slag ont
wikkelt zich over een steeds grooter
front. Gevechten in Artois en den
Boven-Elzas.
Men mag nu wel als vaststaand aan
nemen, dat de Fransche berichten
aangaande een komend groot ollensief
der Duitschers ten noorden van Verdun
juist zijn geweest. Den geheelen dag
gisteren en ook den daaraan vooraf-
gaanden nacht is het zware geschut
aan weerszijden in actie geweest, blijk
baar ter inleiding van de infanterie-
aanvallen, die zich daarop over een
breed front, van 15 K.M. volgens het
Fransche middagberiebt, 40 K.M. vol
gens het Fransche a vondbericht, hebben
ontwikkeld. De troepenmacht, die de
Duitschers hier in het vuur brengen,
is buitengewoon sterkvolgens de
Franschen behoort zij tot zeven ver
schillende legerkorpsen.
Om Verdun heen maakt het front
nog steeds een wijden boog. liet
noordelijk deel van dien boog, tusschen
Malancourt en Etam wordt door de
Franschen als het gevechtsterrein op
gegeven de Duitschers noemen het
gedeelte tusschen Consenvoye en Asan-
nes als bet stuk, waar hun aanvallen
bijzondersucceshebben gehad. Ondanks
hun hardnekkige verdediging, die den
Duitschers wel op zware verliezen te
staan gekomen zal zijn, hebben de
Duitschers hier, naar zij melden, de
Fransche stelling over een breedte van
ruim 10 K.M. en een diepte van 3
K.M. doorgestoolen, waarbij hun 3000
gevangenen en veel materiaal in handen
vielen.
De Franschen erkennen dat zij het
dorp Haumont hebben moeten ont
ruimen, doch nog aan de zoomen
daarvan stand houden.
Dit, wat het fiont om Vei dun betreft.
In den Boven-Elzas zeggen de Duit
schers ten westen van Heidweiler een
Fransche stelling over een breedte van
700 en een diepte van 400 M. ver-
meesterd te hebben, waarbij 80 ge
vangenen ui hun handen vielen. Daar
entegen melden de Franschen, dat een
tegenaanval hen weer in b-t bezit
heeft gesteld van liet grootste deel
van het Caureshoscli ten noorden van
Baumont, welk hosch eergisteren door
de Duitschers was bezet.
Wat Artois aangaat, daar beweren
do Duitschers riu II officieren en 348
man gevangengenomen en 3 machine
geweren buitgemaakt te hebben.
De Franschen zeggen intusschen
eenige gedeelten van de verloren loop
graven te hebben hernomen.
Het nieuwe belastingplan.
Gelijk men weet werden bij liet
groote plan Treub de opcenten inge
volge de Leeningwet 1914 met eenige
wijzigingen verwerkt in de hoofdsom
men zelf der belastingen, gelijk die
volgens het plan zouden worden ge
wijzigd.
De nieuw opgetreden minister van
financiën kan zich, blijkens eene mede-
deeling in de Toelichting aan bel door
hem ingediende leeningsontwerp, daar
mede niet vereenigen en is voornemens
de hoofdsommen der betrokken belas
tirigeii wederom te verlagen en de
heffing van de opcenten der leenings-
wet voort te zetten.
Naar het Duitsch van Estella Schiiiiberg.
6
„Vanmorgen hield zij vol, na een rustigen slaap,
haar wond nauwelijks meer te voelen en toen heb
ik toegegeven, dat zij ons huis reeds verliet."
„Ik verwachtte dat wel," antwoordde Herman
rustig, „is zij door haar familie afgehaald?"
„Dat niet," gaf Virginie tenantwoord, „maar haar
broeder, bij wien zij woont, was gisterenavond nog
hier en wilde haar dadelijk meenemen, daar hij haar
daarvoor niet te ziek vond. Natuurlijk gaf ik het
meisje niet mee. Vanmorgen gaf zij nu zoo stellig
haar wensch te kennen, naar huis terug te keeren
en mij niet langer tot last te zijn, zooals zij zeide,
dat ik toegaf. Zij is een vreemd meisje. Nauwelijks
was zij er toe te bewegen, in het rijtuig plaats te
nemen, dat papa voor haar had laten inspannen.
Zij zou bang zijn, door de bewoners van de Tulp
straat uitgelachen te worden, zei ze wanneer zij
als een dame in een equipage naar huis kwam."
„Dus zij woont in de Tulpstraat?" zei Herman,
„goed, dan zal ik haar daar opzoeken."
„Ziet ge, ik zei het haar wel, dat ge nog eens
haar wond moest nazien," sprak Virginie levendig,
„en toen hadt ge moeten zien, hoe gaarne zij dat
scheen te hoorenMaar dadelijk daarna zeide zij
heel bescheiden, dat zij zich schaamde, u zooveel
moeite te veroorzaken; ja, zij verzocht mij, u de
verzekering te geven, dat zij weer geheel hersteld
was en dat ge volstrekt niet noodig hadt, nog weer
naar haar om te zien."
Herman schudde het hoofd.
„Zeidet gij haar niet, Virginie, waartoe een arts
noodig is?"
„O ja," riep het jonge meisje lachend, „ik zei haar,
dat er voor een arts niets schooners bestaat dan
verwonde of gebroken ledematen, en dat het u lang
niet zoon genoegen zou gedaan hebben, een gesprek
met haar te voeren als een pleister op haar voor
hoofd te leggen. En het scheen, Herman dat zij
trots haar bewusteloosheid heel goed bemerkte, wat
ge cleedt, want zij zeide mij, het was haar, alsof
zij een zachten vleugel over zich voelde waaien,
toen gij de hand op cle brandende wonde legde en
bij uw woorden had zij een gevoel, alsof geen leed
of pijn haar meer kon overkomen."
„Arme kleine," zei Herman, medelijdend lachend.
„Denk niet, dat ik ermee spot," zei Virginie
ernstig. „Ge moogt het wel weten: op dat oogen
blik lachte ik niet, want het scheen mij heel natuurlijk,
dat het meisje zoo sprakwaarom weet ik eigenlijk
zelve niet. Dat doet er ook niets toeik wilde alleen
maar over onze zieke spreken en haar bij u prijzen.
Zij heeft zooiets eigenaardig aantrekkelijks, dat men
van haar moet houden, als men haar eenmaal
heeft gezien."