NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. isysssbbabsii FEUILLETON. No. 27. Zaterdag 1 April 1816. 45e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. Een interessante wedstrijd voor onze lezeressen. HET NIEUWE MODEBLAD belangrijke prijsvraag BINNENLAND. iorsfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door het geheele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Laugestraat 77. Telephoonn. 69. tUVERI ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7'/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het zeer zeker bij al onze lezeressen welbekende modetijdschrift gaat in de maand April a.s. een inder daad zeer uit schrijven, door middel waarvan de geabonneerden op dit blad bet bewijs kunnen leveren van haar goede smaak voor de nieuwste mode. Als hoofdprijs is aan deze prijsvraag verbonden een prachtige Siager-TrapnaaimacMne ter waarde van honderd gulden en verder 100 diverse andere prijzen, allepractische damesartikelen, aangekocht in het bekende „Magazijn de Byenkorf" te Amsterdam. Wij wekken al onze abonné's van Het Nieuwe Modeblad op, de bewijzen van haar goede smaak te geven door aan de betreffende prijsvraag mee te doen. Wie onzer lezeressen nog niet op II e t Nieuwe Modeblad mocht geabon neerd zijn, verzuime niet zich TIIANS aanstonds als abonné voor dit bij uit stek practischo en zeer goedkoope Mode tijdschrift op to geven aan het bureau van ods blad, alwaar het tegen slechts 75 cents per drie maanden franco per post 85 cents, verkrijgbaar is gesteld. Overtuigd als wij ons houden van de goede smaak van de lezeressen van onze courant, twijfelen wij niet, of indien zij als abonné van Het Nieuwe Mode- fa lad algemeen aan deze prijsvraag meedoen, zal menige prijs aan haar worden uitgereikt, ja, durven wij zelfs verwachten, dat de hoofdprijs aan een onzer abonné's zal ten goede komen. Aan een wedstrijd van goede smaak, gelijk Het Nieuwe Modeblad bin nenkort uitschrijft, kunnen zeer zeker ONZE lezeressen niet succes meedoen. DE UITGEVERS. Appels en peren sproeien. 't Is reeds twee jaren geleden, dat we in een artikel als dit aanraadden de appel- en pereboomen te spuiten, om aldus de schurftziekte te bestrij den. Is het noodig op hetzelfde onder wei p terug te komen? Ongetwijfeld, want veel vruchtboomen blijven nog bij voortduring onbesproeid. Waarom moet men appels en peren spuiten Om de schurftziekte te be strijden een schimmelziekte, die in den sporenvorm op bet hout, vooral van peren, overwintert. (Zie bij deze boomen de blazige opzwellingen aan den bast van éénjarige takjes, welke blazen nu opengesprongen zijn.) Deze ziekte doet zwarte, stervormige vlek ken op de bladeren en vruchten ont staan, terwijl deze laatste, vooral peren, vaak barsten. De aangetaste takjes sterven dikwijls af. Enkele perensoorten zijn erg vatbaar voor deze ziekte, maar door baar geregeld te bestrijden, beboeft zij niet al ons fruit en onze boomen te beschadigen. Hoe bestrijden we deze ziekte? Men spuit daartoe alleieeist in dezen tijd ongeveer, zoogenaamd op het kale hout, met Boideauxsche pap, die men bereidt van kopervitriool koper sulfaat, liefst fijn gekristalliseerd) en kalk. Vaak wordt gebruik gemaakt van z.g. «normaal pappoeder", dat bestaat uit kopersulfaat en watervrije soda sodex) Men behoeft dit slechts in water op te lossen en 't is dus gemakkelijk in het gebruik. De vloeistof, die men na het oplossen heeft verkregen, beet Bourgondische pap, die voor het sproeien van aard appels tegen de bekende aardappel ziekte met succes is aan te wenden, maar die voor bet spuiten van vrucht boomen om verschillende redenen minder geschikt is dan Boideauxsche pap. Er bestaat echter nog een ander middel, dat in de laatste jaren steeds meer opgang maakt, n.l. Califomische pap, die evenwel slechts met een pul- verisateur van geel koper kan worden verspoten. Men vervaardigt deze pap uit zwavel en kalk maar voor gebruik in bet klein doet men beter baat- gereed gemaakt te koopen. Men be hoeft hem dan nog slechts met water te verdunnen. Men deuke er steeds aan de gekochte vloeistof in geheel gevulde en goed gesloten flesschen e. d. te bewaren of er een paar druppels petroleum op te gieten. De verdunde pap mag evenmin lang blijven staan. Zij bederft onder den invloed van de lucht en moet bij .afgesloten worden bewaard. Het sproeien der appels en peren moet voor de eerste maa! zoo laat mogelijk geschieden, d.I. tegen, maar niet gedurende den bloei. Men ge bruikt dan Bordeauxsche papter sterkte van 1.5 °/o of Californiscbe pap van 1 deel der gekochte vloeistof op 15 deelen water. De peren, die meer dan appels van de schutftziekte te lijden hebben, worden korten tijd na de vrucht zetting nogmaals gespoten met Bor deauxsche pap van 1 of wel Cali fomische pap van 1 35. Pereboomen zooals Bonne Louise d'Avranches, Juttepeer enz., die erg vatbaar zijn voor de ziekte, sproeien we tenslotte nog een derde maal als de vruchten zoo gioot zijn als een pruim. Gebruik steeds goede grondstoffen en beider water en spuit zorgvuldig! Inlichtingen worden desgewenscbt gaarne (kosteloos) verstrekt, terwijl we overigens verwijzen naar het in lederen boekhandel verkrijgbare boekje over «Ziekten en Beschadigingen der Tuinbouwge wassen. De Controleur b/d Pbytopatbologischen Dienst te Naarden P. J. SCHENK. Geen vermindering van onder d wapenen zijnde troepen. De Minister van Oorlog verklaart inde Memorie van Antwoord op bet voorloopig verslag der Tweede Kamer betreflende bet wetsontwerp tot aan vulling van de oorlogsbegrooting voor 1916, dat de Regeering, waar de politieke en militaire verhoudingen tusscben de oorlogvoerende partijen en ons geen wijziging ondergaan heb ben, moet handhaven den eisch, dat wij ten allen tijde gereed zijn, om onverwacht intredend gevaar krachtig te kunnen keeren en binnen den kortst mogelijken tijd onze volle weerkracht te kunnen aanwenden tegen schending onzer onzijdigheid, Gegeven de bepeikte macht, waarover wij beschikken, kan eenige verminde ring daarvan bij handhaving van be doelden eisch niet worden toegelaten. Wèl tracht de Minister bij het met voorloopig (kleio) verlof naar huis zenden van landweer lichtingen, dat volgens het ontworpen plan om de 40 dagen zou plaats vinden, het tijdstip van vertrek telkenmale te vervroegen, zooveel als dit met den dienst is overeen te brengen. Naar wij vernemen, heeft de directie van den Kon. Holl. Lloyd besloten voorloopig geen barer schepen te laten vertrekken. De directie wenscht eerst van de Nederl. Regeering een geruststellende verklaring te ontvanhen, dat de vaart' door onze Regeering veilig wordt) geacht in verband met de dienaan gaande door vreemde regeeringen afgelegde verklaringen. Wij vernemen voorts, dat ook de directie van destoomvaartmaatschappij «Nederland" besloten heeft, haar schepen voorloopig niet te laten varen, in weerwil van de maatregel, door de Nederlandsche Regeering genomen ter bevordeiing der veilige vaart. De maatschappij overweegt ,haar schepen om de Noord te laten varen, wanneer voor die routen van de Nederlandsche Regeering de verzekering is ontvangen, dat zij haar veilig acht opgrond van door onze Regeering bij de betrokken vreemnde regeeringen in te winnen inlichtingen. Hbl. Verklaring van de Duitsohe regeering. Het Departement van Buitenl. Zaken deelt mede, dat de Duitsche regeering door haar gezant te 's Gravenhage aan den Minister van Buitenl. Zaken het volgende heeft doen vei klaren: In de beginselen, die door de kei zerlijke regeering van het voeren van den duikbootenoorlog zijn aangenomen, is, afgezien van een duidelijker inklee ding van de voorschriften nopens de behandeling van de gewapende han delsschepen, welke aan de onzijdige legeeringen medegedeeld zijn, geener lei wijziging gekomen, met name heb ben de Duitsche stiijdkrachten ter zee nog steeds de strengste bevelen zich volkomen te onthouden van eiken aanval op onzijdige schepen, tenzij deze zich door de vlucht aan een onder zoek trachten te onttrekken of zich verzetten. Naar aanleiding van Amerikaansche protesten schrijft de Fr ankfürter Zeitung hel volgende: «Het is nuttig bjj deze gelegenheid te herhalen, dat in deze nieuwe ge vallen van torpedeering van schepen, de commandanten van onze duik- booten hebben gehandeld in overeen stemming met de Duitsche nota aan de neutrale mogendheden van 9 Frebruari 1916, volgens welke alle schepen die van 1 Maart af de havens van de geallieerden naderen, zonder waarschuwing zullen worden vernield, en dat binnen de oorlogszóne volgens het volkenrecht elke Duitsche oorlogs handeling geoorloofd is, dat verder voor bet geval, dat neutrale eigen dommen of neutrale levens daarbij Naar liet Duitsch van Estella Schiinberg. 14 „Zoo! Nu, ik zal binnen kort eens naar Anna toegaan en haar zeggen, dat zij verstandiger doet, te gaan wandelen dan romans lezen, die haar vriend haar brengt." „O, wat hebt ge toch weinig gevoel, Herman zei Virginie. Hij lachte, maar zei niets en trok alleen de warme deken dichter om haar heen. „Ik mag niet toelaten, dat ge koude lijdt aan mijn zijde," zeide hij. Zij echter waarom moest zij blozen bij die opmerking zij vroeg zich dat zelve af en ergerde zich erover. De rit ging thans door een dorpje. Het klinken der schelletjes maakte de bewoners opmerkzaam en van alle kanten kwamen nieuwsgierigen aanloopen, vooral de jeugd begeleidde juichend den stoet. Een aardige blonde krullebol liep lachend den heer en de mooie dame in de eerste slede aan te kijken. Snel greep Virginie in haar taschje en wierp den jongen een geldstuk toe. „Wat doet ge!" riep Herman, „de jongen zag er heelemaal niet uit, alsof hij een aalmoes vroeg of noodig had." „O, ik was zoo vroolijk," antwoordde zij, „dat ik ook een ander blij wilde maken. Kijk eens om, de jongen laat dansend zijn geldstuk zien." „Ja, en al zijn kameraden, die niet minder zijn dan hij, ergeren zich, omdat zij niets gekregen hebben en in de toekomst zal ieder afwachten, of het voor hem ook daalders regent." Zeker was de berisping niet scherp bedoeldmaar na eenige oogenblikken gezwegen te hebben, zei zij zacht „Nietwaar, gij vindt mij heel dwaas?" Hij boog zich voorover en als zij de oogen niet had neergeslagen, dan zou zij gezien hebben, dat hij niet keek als een streng rechter. „Veel overleg kan men u somtijds niet toeschrijven," zeide hij. „Neen, neen!" riep zij, de oogen nu tot hem opslaande, „blijf bij het woord, dat ik koos. Ik lijd genoeg onder mijn dwaasheden, als zij mij later duidelijk worden, maar op 't eerste oogenblik zie ik alles niet zoo juist en doe dan niet zelden iets anders, dan ik zelve wil." Zij was plotseling zeer ernstig geworden, de lachende uitdrukking van haar oogen was ver dwenen. Ook zijn stem klonk veranderd, toen hij antwoordde „Er ontbreekt u niets anders dan een oog, dat over u waakt en de bewegingen uwer ziel beter begrijpt dan gijzelve." „Het oog der moeder!" zeide zij zacht. „O, ik weet het, ik heb mijn moeder te vroeg verloren."

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1