Nederland en de Oorlog. Plaatselijk Nieuws. terug. En de vette veelmaals beduimelde quitantie. Die bij op tafel neerlegde. Slager was, na vele groeten en buigingen verdwenen. Ik zal te wacbten tot Littens tbuis-kwam, poogde mevrouw nog te bemantelen, haar tranen afwisschend, en André de band toestekend, dat volk tegenwoordig, hè? Natuurlijk zullen wij 't je onmid- delijkIn grooten, hartelijken dank. André knikte glimlachend. Natuur lijk dat kwam immers best terecht. Maar hij kon werkelijk, tot zijn groot leedwezen, niet langer wachten. En weer ging de deur open. Marie en Jet traden binnen. Jet bad een vrij groot pakket bij zich. Ze was doodsbleek en de mooie bruine oogen hadden iets schuws, iets schrik achtigs. Toen zij glimlachte, André Kortenaar herkennend, merkte hij dat bet frisscbe, jolig-guitige verdwenen was. Zij lachte met iets geforceerds. Opende wijd den mond, en dan het zij klateren een schel lachje, terwijl baar witte tandjes blonken Maar dan kwam, vreemd-plotseling, dat. strak-angstige, dat schuwe, weer in haar oogen terug. Terwijl zij met André stond te praten, deed Jet Littens koket. Zij tuurde naar omlaag en sloeg dan de oogen op, tegelijk glimlachend op eene wijze, die hem niet aan de frisscbe chrysanten deed denken. Maar aan de kunstbloemen met zwoel parfum be sprenkeld, pronkend in koud-electrisch licht. Hij ging weg. Beneden bij de straatdeur wachtte weer iemand. Een bejaard burgervrouwtje was 't nu. Met een soort van fluweelen mantel aan. en een zwaar pak onder den arm. Opkoopster, uitdraagster-type. Zij maakte een nederige buiging voor Andre, eerbiedig grimlachend. Tuurde hem met haar kleine spleetoogen scheip aan... Met iets van; o zoo, gaat 't bier dien weg opMet iets vergenoegds. Waar André de juiste beteekenis niet heelemaal van snapte. Maar dat bem, man van rijpe er varing, toch niet heelemaal onbe grijpelijk was. In een hoekje van 't 's avonds drukbezochte café, met verdienstelijk strijkje, zat hij met een van z'n oude ssobats," kennis, die samen met hem uit de Oost was teruggekomen, te kijken naar het va-en-vient om hem heen. De historie van Jet Littens was ter sprake gekomen. Van de juffer, die in deftig, welbeklant magazijn van kostelijke stoffen, broderies, fijn linnen goed, en zoo, werkzaam was geweest. En die samen, met eene van de andere employé's voor over de duizend gulden had gestolen, in den loop van enkele maanden. Jij hebt die Littens, indertijd, toen zij nog niet aan lager wal waren geraakt, wel gekend, hè?, zei de oude sobat. Maar André Kortenaar antwoordde niet veel. Ik herinner me maar zeer vaag, zei bij. Zool? riep de ander uit, ik dacht indertijd, dat jij zoon'n beetje verkikkerd was op die Jetje. Je hebt me in de soos, toen wij nog in Sema- rarig waren, wel een uur over d'r zitten praten. Kerel, je was toen zoo sentimenteel. Zeker een whiskey-so daatje meer dan anders toen verschalkt, hè?... Neen, maar in ernst, 't was een mooie meid indertijd Jammer voor 't kind. Afgericht door de ma. Tja, komt meer voor 1 De vader na bet faillissement permanent in de olie. Aan beertjes geen gebrek. Een kat, die in 't nauw zit, hè Hoeveel heeft ze gekregen? vroeg Andries, zachijes pratend 's Kijken. Dat is nou ook al een half jaar geleden, dat ze weer viij is gekomen, Kees de Haan die haar voor de Rechtbank en voor het Hof ver dedigd heeft, vertelde mij indertijd. O ja, ze hebben haar netjes galant behandeld. Zulke mooie kijkers, he Een rechter is ook een mensch,jong! Jet Littens heeft drie maanden ge zeten. Een bof! André Kortenaar zat te peinzen. Plotseling gaf zijn vriend hem een por in den rug. Kijk 's amice 1.... Neen, niet dien kant. Daar, bij het tafeltje aan het raam. Zij was 't. Jet Littens. In het elec- trisch licht van 't café met strijkje schenen haar bleeke, nu hevig ge poederde wangen nog witter. Bij eiken stap van de laarsjes met heel hooge, heel dunne hakjes wuifde de enorme veer op haar hoed. Ze waren met hun vieren. Een vriendin van Jet en twee jongelui. De heeren schenen in fuif- stemmiDg. Een van hen smakte, met lodderige oogen, op een stoel neer. En begon met zijn rotting op de tafel te beuken. Aannemè, schreeuwde. Iedereen keek naar 't groepje. Een kelloer schoot toe. Praatte sussend tegen den opge wonden meneer. Beleefd, maar toch met zekeren nadruk De meneer lachte er om. Deelde cigaretten rond. Jet stak er een aan. Weer praatte de kelloer. En Jet d'r vriendin had 'n jool, 'n pret schaterde't compleet uit. Wat aanstekelijk werkte. Ook Jet, een wolkje geparfumeerde cigarelterook uitpuilend, volgde haar voorbeeld. Zij gilde 't uit. Gaf een tik op een van de knieën van haar buurman. Haar joelende lach gilde door het café Zij scheen oobedaarlijken pret te hebben Fijne juffrouw! hoorde Andté iemand, die rustig stemmig met zijn wettige gade zat te luisteren, zeggen. Hij dacht aan de bos mooie chry santhen in den bloemenwinkel, op den dag, toen hij na zijn terugkeer in het vaderland naar Jet Littens had ver langd En hij kreeg de pijnlijke, licht smartelijke gewaarwording, die bij sommigen gewekt wordt door het zien van eenmaal mooie, lieve bloemen, nu uitgeleefd en in de modder ver trapt MaItre Corbeau Nationaal denken. Wij moeten nationaal leeren denken aldus betoogt „Ons Land" in ziju laatste nummer. Is er dan een aparte nationale logica Neen natuurlijk. Doch in deNeder- landsche logica is een fout dat men niet voldoende rekent met de beteekenis van de nationaliteit. Hoe groot die fout is leert een vergelijking van den toestand twee jaar geleden en nu. Indien men toen gezegd bad, dat binnen eenigen tijd het nationale besef in het buitenland tot ongehoorde offers zou in staal stellen, offers veel grooter dan eenige and ere zaak ooit verkregen beeft, indien men gezegd had, dat de sociaal demo craten vrijwel overal van ganscber harte voor de nationale zaak zouden strijden en dat Troelstia de beteekenis van bet nationale moment zou heb ben uiteengezet, dan zou men voor een dom mensch zonder eenige logica zijn uitgemaakt. Nu blijkt, dat dit domme mensch de goede logica had. Waaruit volgt dat onze logica ver keerd was en is en verbetering behoeft. Wij moeten dus nationaal leeren denken En de volksopvoeding moet eveneens pi ofiteeren vande verbetering in ons denken. Hoe halen wij den achterstand in Het bedoelde blad wil ons mee laten doen aan nationale historie, nationale buitenlandscbe politiek, nationale kul tuur, de overweging van de middelen tot handhaving onzer nationaliteit en koloniaal denken. Wat de buitenlandsche politiek aangaat, behoeven wij ons een juister beeld te vormen van wat het nationale moment beteekeni tegenover de inter nationale be weging (in ter nationalisme) pacificisme» pan-Neerlandisme, pari- Germanisme). En verder behoeven wij een beter inzicht te krijgen in de politieke middelen waarmee wij onze zelfstandig heid zoo goedroogelijk kunnen band haven (wezen van de neutraliteit, gevaar van buitenlandsche staten en combinaties, pacifieke penetratie en de middelen daartegen). Verder moeten wij de beteekenis van onze nationale kuituur begrijpen welke wij plegen te onderschatten en te kleineeren. Het mooie in onze staatsinstelling en volkskarakter, onze beteekenis op kunst-, handels-, nijverheids-, zee vaart en koloniaal gebied moet worden gedemonstreerd, ook en vooral op school. Dan denke men meer en objectiever over militaire, ecouomische, weten schappelijke en kuituurdefensie Laks heid worde bestreden, de eigen industrie bevorderd, het al te anti-nationale in ons wetenschappelijk werken be streden en de Hollandsche beschaving bevorderd. Wat men onder koloniaal denken verstaat, zal geen toelichting behoeven. Een paar millioen Nederlanders ten minsteweten nauwelijksdat wij koloniën hebben. Het is dus voor alle Nederlanders, de beschaafden in de eerste plaats, nu de tijd om de boven aangetoonde fout in zichzelf te coriigeeren en te trachten van zichzelf de verwaai loosde nationale opvoeding wal te verbeteren. Aan den staat, aan nationale ver- eenigingen als de Vaderlandscbe Club de taak om ben daarbij te helpen. REGEERINGSVERKLARING. De regeering heeft de volgende Ver klaring afgelegd: De regeering stelt er pr(js op in aansluiting bij het medegedeelde in het comité-generaal openlijk te ver klaren, dat het schorsen van het ver- leenen van periodieke verloven een maatregel is van voorzorg, in verband met het onwrikbare besluit om onze neutraliteit stipt te handhaven. Die maatregel is niet het gevolg van bestaande politieke verwikkelingen, uiaar berust op gegevens, welke een toenemen der gevaren, waaraan ons land blootstaat, doen duchten. Het zoude niet in 's lands belang zijn omtrent den inhoud dezer ge gevens eenige mededeelingen te doen. Geruststelling uit Engeland. Naar Reuter uit Londen seint is officieel meegedeeld, dat er geen moei lijkheden bestaan tusschen Engeland of zijn bondgenooten en Nederland, zulk naar aanleiding van sensationeele geruchten die in Holland liepen. Er isook niets vijandigs tegen Neder land gezegd of bedoeld in de confe rentie te Parijs en evenmin is er waarheid in het bericht, dal de ver bondeneneen landing van strijdmachten in den zin zouden hebben of gehad hebben op Nederlandse!) grondgebied. De door de Duitschers verspreide geruchten zijn puur verzinsel Duitscbland en Nederland. In het «Berliner Tageblattrr wijdt Tbeodoor Wolff zijn hoofdartikel aan de jongste gebeui tenissen in Nederland. De schrijver is van oordeel, dat, met uitzondering van de Balkanstaten, geen land zoo groot gevaar loopt in den oorlog gewikkeld te worden als Nederland, zelfs niet Zwitserland, aan welks grenzen de oorlog woedt. In de eerste plaats aast Japan op de koloniën, waaraan Holland zijn rijkdom dankt en waarvan de Amster- damsche markt afhankelijk is. Ook in verband hiermede heeft het Nederlandsche volk zware zorgen op scheepvaartgebied. De schrijver laat in 't kort de ver schillende geruchten, welke omtrent de aanleiding tot de militaire maat regelen de ronde deden, de revue passeeren, zonder er blijkbaar veel waarde aan te hechten. Het Hollandsche leger is Duitsch- land niet vijandig gezind en het zou den indringer zeer zwaar vallen voor uit te rukken. Ook een landing heeft weirdg uitzicht op succes, tenzij de bezoekers door de Regeering bij bet aan land gaan geholpen worden, ge lijk in Saloniki geschiedde. Vrijdag is het evenwel gebleken, dat er in Hol land geen Venizelos te vinden is. Wolff laakt het dat zekere «domme jongens« en «onervaien zwetsers« in Duitscbland zich op giove wijze tegen over het Hollandsche volk hebben uitgelaten, omdat het zijn eigen weg wenscht te gaan. Zijn alle volkeren der aarde verplicht het staatsideaal te aanbidden, dat in Pruisen en in Duitscbland geldt? Deze volkeren hebben het recht op hun eigen levensopvatting en zelfs het rechtopcritiek.dat ons tegenwuordig ontbreekt. Wij verlangen niets anders dan dat zij niet heimelijk tegen ons samenspannen, niet met onze vijanden meegaan. Aan zulk een begunstiging van vijandelijke aanvalspogingen denken de Hollanders niet. Hun onafhankelijk heidszin, waarop slechts dwazen schel den en vitten, is daarvoor borg. In den heer D. Hubers, na kortstondige ongesteldheid jl. Zater dag te Utrecht overleden, verliest Amersfoort wederom een zijner meest geachte ingezetenen. Jong en oud kende hem met zijn karakteristieken kop onder den tra- ditioneelen flambaid en zij die met hem in aanraking kwamen, en dat waien er velen, want langer dari een halve eeuw was hij vertegenwoordiger der Underlinge Brandwaarborg-Maat schappij De Jong Co., en ook in de tabakswereld was hij een bekend figuur, wisten dat hij, onder zijn ge moedelijke brommerij, een hait van goud had en men nimmer te vergeefs bij bem aanklopte waar het goldt behoeftige!) te steunen. Zijn heengaan zal door hen dan ook diep worden belreuid. De nieuwbenoemde officier van gezondheid 2e klasse S. T. Bok is geplaatst bij het Militair hospitaal alhier. De Kamer van Koophandel en Fabrieken houdt aanstaanden Zater dagavond een openbare vergadering ten Raadhuize. Het einddiploma der Ambachts school is uitgereikt aan de machinebankwerkers en smeden L Oost, te HarderwijkJ. G. Raayen, aldaar; W. J. P. Gros, te BaarriH. van Limbeek, J. F. Balfort, L. (I. Hof land. K. W. Hakfooit. J. C. Mouthaan, G. H Bolkestein, W. Th.Colenbrander, C. H. B. Beem, J. H. Johansen, A. de Bree, A. J. van Kolfschoten, M. de Vries, C. T. F. Scholten, L. van der Kaay, R. Koning. H. van de Peppel. C. Snik en N. Eijkenaar, allen te Amersfoort schilders G. Knaap, te Harderwijk meubelmakers J. Quadflieg, F. van Etten en J. J. Middelman, allen te AmersfoortJ. C. Helms, te Wouden berg en W. B van Wagensveld, te Veenendaal timmerlieden A. C. Balken en W. Vossenstein, te Baarn; J G van den Brink, te Hoogland; B. van Dioffelaar, te Hoevelaken; J. Bonsel, D Snijders, C. van Doorn, R. F. van Doorn, J. Lagerwey, J. R. Overhorst, W. S. Geislt r, P. Renkema, G. A. Mostertmari, R. H. Johansen, J. van der Velden en N. Meilink, allen te Amersfoort. Morgen-Donderdagavond zal de heer Ds. J. Jac. Thomson in eene ledenvergadering van het plaatselijk departement der Maatschappij tot Nut van 'l Algemeen spreken over: Het karakter van de literatuur na 1880. R. K. Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Onder voorzitterschap van den heer B. H. Kuiper hield deze vereeniging Maandagavond de jaarvergadering in het gebouw Kampstraat. Na opening werden de notulen van 27 Juli gelezen en goedgekeurd. De heer Thien bracht bet jaarverslag uit. Het aantal leden bedraagt thans 275. Door 15216 personen werd de leeszaal bezocht; 8972 banden uit geleend. Thans bedraagt het aantal banden 8843. De familie Houbaer schonk een groot aantal werken van wetenschappelijken aard, waarvoor bartelijken dank betuigd werd. Aan alle eischen werd voldaan. De eerwaarde heer C. van Dijk heeft groote diensten aan de vereeniging bewezen. Fmantieel verslag. Ontvangen is f 1662.31. Er is een batig saldo van ruim f3. Aan boeken is uitgegeven f365.10. Voor tijdschriften fl96.40; voor dag en weekbladen f71.20. De heeren Ter Maat, Dijkstra en Dullaert zullen de rekening nazien. Bestuursverkiezing. Het aftredende bestuur, de heeren Haan. Kuiper en Van Wessum, werd herkozen. De voorzitter deelde mede, dat is tot stand gekomen een federatie van R. K. Openbare Leeszalen. Amersfoort gaf den stoot tot de oprichting. Reeds zijn er thans 6 leeszalen, welk getal weldra tot 12 zal aangroeien. Mede gedeeld werd nog, dat een 3-tal dames zich bekwamen voor assistente. De garnizoens-commandant heeft gelast dat de Langestraat niet dan hoogstnoodzakelijk met militaire paar den mag worden bereden. Bij hel diukke verkeer zal deze maatregel zeker wel bijdragen om ongelukken als o.a. op 24 Maart plaatsgreep, voortaan te voorkomen. Ter Maandag gehouden paarden- matkl werden aangevoerd 250 paarden, 20 veulens, 70 hitten. Luxe paarden golden f600 a f800, werkpaarden f 350 a f 600, slachtpaardt n f 150 a f200, veulens f300 f400, bitten f150 a f300. Er was tamelijk veel handel. Op de kaasmarkt van j.l. Maandag 3 April werden aangevoerd 20 wagens met 4750 K.G. De prijs liep bij weinig handel van f 60 tot f 64 per 50 K.G. Op de gisteren gehouden vee markt waren slechts 6 beesten aan gevoerd. Kalfkoeien werden verkocht voor f280 a f340. Kalfvaarzeu voor f 180 a f290. Overzicht omtrent het vervoer en de op brengst der Amersfoortsche Tramwegmaatschappij gedurende de maand Maart 1915 en 1916 1915 1916 Minder. Aantal passagiers 7819 7436 383 Vervoeropbrengst 388.95 ƒ371.55 f 17.40 Dagkilometeropbr. 6.97 6.66 0 31 Totale opbrengst „441.77 409.09s,, 32.67® Dagkilometeropbr. 7.91 7.33 0.58 HECLAME. zoo wendde hij zich tot Virginie, „en daar Herman niet danst, mag ik misschien hopen, dat ge mijn hand niet versmaadt, tenzij," voegde hij er op een weinig scherpen toon aan toe, „gij u herinnert, iemand anders reeds dezen of misschien alle andere dansen beloofd te hebben!" „Waarom niet!" lachte zij. „Nog eerder had ik dien „iemand" gezegd, Oscar, dat ik reeds voor dien dans door u geëngageerd was." „Inderdaad?" vroeg de jonge man verheugd. „Ja," antwoordde zij, „het spreekt van zelf, dat wij den eersten dans met elkaar dansen, dat zijn wij zoo gewoon!" „Ah zoo, alleen omdat het een gewoonte tusschen ons is, slaat ge mijn verzoek niet af!" zei hij ge raakt. „Neen, ook omdat ge een goed danser zijt!" zei zij vroolijk lachend. „Waarlijk Oscar, ge danst goed! Daar ge dat zelf wel weet, mag ik het gerust zeggen." Daarbij keek zij den jongen man plagend aan. Als het haar bedoeling was geweest, hem zooeven een complimentje te willen geven, scheen het haar niet gelukt te zijn, want zijn gezicht stond nog minder vroolijk dan tevoren. „Dag Virginie!" klonk plotseling een zachte vrouwenstem en allen herkenden mevrouw Wallburg. „O, mevrouw," sprak Virginie levendig, „het was niet aardig van mij met uw zoons te spreken, voor ik u had begroet!" „O, dat is niets, lief kind," antwoordde mevrouw Wallburg. „Het doet mij plezier, dat ge mijn oudsten zoon eens uit zijn kluizenaarsleven hebt gehaald, al hebt ge daardoor Oscar ook van een genoegen be roofd. En na de mooie sledevaart komt nu eigenlijk nog het grootste genot, nietwaar?" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 2