NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
fo$r de Provincie Utrecht.
Plaatselijk Nieuws.
FEUILLETON.
No. 35.
Zaterdag 29 April 1916.
45e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
INGEZONDEN.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmers 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langeatraat 17. Telephooon. 69.
ADVERT ENT1ËN:
Van 16 regels 0.50; iedere regel meer 7% Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
redactie zich niet aansprakelijk.
Vfltt ingezonden stukkengeplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopy niet aan den
inzender teruggegeven.
Geachte Redactie,
Beleefd verzoek ik opneming van
het onderstaande in uw geacht blad,
waarvoor bij voorbaat dank.
Hoogachtend
uw dw.
J. W. EGGINK.
Amersfoort, 21 April 1916.
Met bijzondere belangstelling ver
nam ik, dat onze Burgemeester
onder wiens beheer reeds zooveel tot
stand kwam ter vei betering van Amers
foort'? belang en evenzeer tot ver
fraaiing van de omgeving in de
jongste Raadsvergadering onder meer
verklaarde prijs te stelleD op belang
stelling van het publiek. De zinsnede
»Nu er in de pers weinig gelegenheid
is voor criliek van bet publieks is
teekenend en moedgevend. Ik hoop
dan ook ten zeerste, dal de woorden,
door den Burgervader gesproken, weer
klank zullen vinden bij de pers èn de
ingezetenen, dat de publieke belang
stelling eveneens door de pers zal
worden gewaardeerd en aangemoedigd,
en dat gezamenlijke werking van Ge
meenteraad, persen publiek veel goeds
zal baren tot welzijn van Amersfoort's
bevolking.
Dat zal m.i. de bedoeling zijn van
onzen geacbten Burgemeester.
Tot mijn spijt moet ik beginnen
met te klagen.
Kenbaar was, dat beden (Vrijdag)-
morgen om 8 uur Regeeringsvisch
zou worden verkocht, nl. schelviacb,
kabeljauw, schol en bokking.
Om half 8 wareD er reeds koopers;
bij 8 uur was er een kolossale oploop
en gedrang op de Groenmarkt. Het
gevolg was, dat bij de opening
der deuren, 5 minuteD over 8, het
gedrang zóo geweldig was, dat de
talels, waarop de visch was gesteld,
totaal werden verbeven en dat er van
direct laat staan geregeld ver-
koopen geen sprake kon zijn. Het
ging niet: eerst komen, eerst malen,
maar naar de macht van de(n) sterk
ste. Dit duurde tot circa kwart over
8, toen de politie kwam en zij
het met eenige moeite eenige orde
werd gesteld, de deuien werden ge
sloten, zoodat de verkoop geregeld kon
doorgaan, al kon niemand meer dan
vijf bokkingen bekomen. Dit loonde
de moeite van het gedrang niet en
heeft voor een groot gezin geen be-
leekenis of waarde.
M.i. zou dit gedrang voorkomen
zijn indien tijdig een agent van politie
aanwezig was en de eerstkomenden
zij het ook kinderen op beurt
binnenliet, te meer, daar het iedere
huismoeder vooral op dit uur niet
past en Kinderen worden verdrongen
of achteruit gezet.
Wellicht was de drukte een gevolg
van den Goeden Vrijdag en herhaalt
zich dit dus niet weer. Echter blijft
tijdig toezicht gewenscht.
Verder verblijdde ik mij, dat de
urinoirs quaestie in den Raad te berde
kwam. Gelijk bekend is, werd deze
zaak reeds in 1904 door mij besproken,
terwijl ik inmiddels in verschillende
plaatselijke bladen andermaal wees
op deze leemte, in welke noodzakelijk
moest worden voorzien. Gevolg was,
dat er 3 urinoirs bij werden geplaatst,
waaronder ook de besprokene bij bet
politiebureau, voor hier onbekenden
onvindbaar.
Daar dit getal beslist onvoldoende
was, bracht ik 8 October 1906 deze
zaak andermaal ter sprake in een
vergadering van Handel en Nijver
heids. Algemeen werd erkend, dat
verbetering dringend noodzakelijk was,
terwijl mij medewerking werd toe
gezegd.
De toenmalige Voorzitter, de beer
Van Duinen, adviseerde, een adres
te zenden aan den Gemeenteraad.
Hoewel Amersfoort zich sedert aan
merkelijk beeft uitgebreid, bleef ver
meerdering van het aantal urinoirs
achterwege.
Ofschoon volgens mededeeling van
den Wethouder, den heer Esveld, is
voorgesteld, nog 3 urinoirs te plaatsen,
is dit bij lange na niet voldoende. Zoover
mij bekend is, is er geen te vinden
tusschen het politiebureau (nog on
vindbaar), Beukelaan (welke ik inder
tijd Dal weg noemde en die na de
verbetering nog Dalweg bleef) in het
uitgestrekteBeekenstein-kwartier,Arn-
hemscheweg en Beekstraat, terwijl
een urinoir op de Varkensmarkt óok
geen weelde zou zijn. Beleefd noodig
ik de Raadsleden uit, eens een kijkje te
nemen in de Beekensteinscbelaan
vooral het scbuttinggedeelte en
de Beekstraat, waar ieder boekje
wordt gezocht, maar vooral de loods
van den beer Prins moet het ontgelden.
Zeer veel wenscbte ik nog te zeggen,
dat m. i. noodzakelijke verbeteringen
zouden zijn. Echter, wat in bet vat
is, verzuurt niet, terwijl ik hoop, dat
mij later de gelegenheid tot aanvulling
niet zal woiden onthouden.
In het belang der zaak in het komende
seizoen nog een enkel woord over de
kaasmarkt.
Was in den beginne de aanvoer
niet hoopvol en rooskleurig, met ge
noegen kan worden geconstateerd,
dat de toestand gaandeweg is ver
beterd, dank zij de toewijding van
de commissie uit de Kamer van Koop
handel. Nu bestaat er wel alle reden
om den toestand hoopvol te noemen.
Maandag '17 dezer werden zelfs 53
wagens aangevoerd. Met grond kan
verwacht, dat met eenige weken als
wanneer de graskaas algemeen zal
zijn de aanvoer nog aanmerkelijk
grooter zal wezen. Abnormale toe
standen in aanmerking nemend, be
hoeft niet meer getwijfeld aan de
levensvatbaarheid Echter moet ïexcel-
siorv leuze zijn en blijven.
Algemeen is het bekend getuige
mijn herhaald schrijven, alsmede be
sprekingen ter vergadering, dat ik het
licht en den steun niet van Gouda
of Bodegraven verwacht, zooals de
commissie te goeder trouw. Het ligt
voor de hand, dat een bloeiende kaas
markt alhier door genoemde plaatsen
met leede oogen wordt aangezien.
Concurrentiestrijd.
Ik verwacht de koopers van bet
Oostelijk gedeelte, Amsterdam, Haar
lem, verder uit bet Gooi, het Noorden
en Duitscbland.
Daar Amersfoort een spoorweg-
knoop van groote beteekenis is, is
zending van Amersfoort naar alle
plaatsen gerieflijk. Het blijkt nu, dat
ik niet faalde in mijn verwachting.
Van Gouda of Bodegraven wordt
weinig of niets meer vernomen en
toch is gestadige vooruitgang merk
baar en dat ongunstige omstandig
heden. Het grootste gedeelte der aan
gebrachte kaas wordt aangekocht door
Zwolle of het Noorden, terwijl een
firma uit Groningen reeds hier een
pakhuis voor opslag huurde. Is bet,
dat de normale toestand weer intreedt,
dat al de kooplui van voorbeen de
markt weer bezoeken, terwijl Duitscbe
koopers wel zijn te verwachten. In
den beginne, met 6, 8 tot 18 wagens,
was dit niet de moeite loonende. Éch
ter is bet, vooral met de te verwach
ten koopers uit het Noorden, beslist
noodzakelijk, dat de markt niet vóór
10 uur begint, daar de eerste trein
GroningenLeeuwarden pas te 9.35
arriveert.
Daar de markt hier op Maandag
is gezet, ligt het voor de hand, dat,
gelijk als op andere plaatsen, hier
niet zal worden gelogeerd. Vooral met
de op te richten markt te Almelo,
waarvoor veel reclame wordt gemaakt,
moeten wij op ons qui-vive zijn. Hoe
wel ik om grondslag en ligging niet
veel van de Almeloosche markt ver
wacht, moet de vijand in dit geval
niet te licht worden geacht.
Verder zou het m.i. aanbeveling
verdienen, dat bij Gemeente-verorde
ning werd bepaald, dat de aange
brachte kaas aan de Stadswaag moot
worden gewogen, terwijl de kaasbe-
reiders dringend worden verzocht zij
bet per circulaire niet meer uit
buis of op stelling te verkoopen, daar,
indien er meer en vooral buitenland-
scbe kooplieden komen opdagen, dit
bun niet anders dan nadeel kan be
rokkenen.
Nogmaals dankzeggend, hoogachtend,
J. W. EGGINK.
De afdeeling Amersfoort van het
Centraal Genootschap voor kinder-
herstellings- en vacantie-kolonies hield
Woensdagavond een algemeene ver
gadering in de Industrie- on Huis
houdschool. Afwezig met kennisgeving
mevr. van Randwijck en mevr. van
Sijsen, alsmede de beide doktoren de
heeren Kamerling en van Enst. Na
opening werden de notulen van 31
Maart 1915 gelezen en goedgekeurd,
waarna bet jaarverslag door den secre
taris den heer v. d. Klein, w.ird uit
gebracht. Hieraan ontleenen we, dat
21 kinderen zijn uitgezonden. De ge
wichtstoename bedroeg bij enkelen
7 pond. Het aantal leden bleef con
stant.
De rekening en verantwoording van
de Penningmeesteres werd nagezien
en onder dankbetuiging goedgekeurd.
Inkomsten f765,29. Uitgaven f668 43».
Saldo f96 85'. Hier komt nog bij saldo
kleedingfonds f46.1b», zoodat totaal
in kas is f 143,02.
De periodiek aftredende bestuurs
leden werden herkozen.
Tot afgevaardigde naar de Alge
meene vergadering a.s. Zondag in den
Haag te houden werd gekozen de
secretaris, die de benoeming aannam.
Tot zijn plaatsvervanger dr. Kamerling.
De contributie van bet centraal-
Naar hot Duitecli van Estella Schünbcrg.
22
„Ik heb zeker niet alles goed begrepen," viel zij
betn in de reden, „daarom, en omdat, de dokter
zegt dat lezen niet goed voor mij is, wil ik er liever
mee ophouden.
Hij zeide niets meer, maar nam de boeken mee
naar buis.
Toen hij de woning verliet, kwam bij juist Philip
tegen. Hij pakte hem bij den arm, trok hem een
eindje mee voort en zei:
„Philip, ik was onlangs heel dwaas, toen ik voor
Anna gevaar zag in de bezoeken van den dokter.
Haar oog is gelukkig zoo helder gebleven, dat zij
ons nu beschaamd maakt. Zij heeft ontdekt, dat er
tusschen hem en juffrouw Manstedt een neiging,
misschien wel een verloving bestaat. Wij hebben
geen bizondere maatregelen met je zuster te nemen,
alleen is zij zwak. Daarom moet je heel zacht met
haar omgaan."
„Wat je zegt!" riep Philip uit, zonder op de
laatste woorden te letten; „dus er bestaat werkelijk
een betrekking tusschen dokter van Gerstein en
juffrouw Manstedt! Nu, ik vind het goed, misschien
kan mij die tijding van dienst zijn."
Karei Muller vroeg niet, wat die woorden be-
teekendenhij had behoefte, naar huis te gaan en
alleen te wezen.
„Dus gij kunt instaan voor de waarheid van dat
engagement van mijn achterneef waarde Strecker?"
vroeg de oude freule van Dorsen in groote spanning.
De toegesprokene trok de schouders op.
„Een eed kan de freule niet van mij vergen,
maar
„Maar ge twijfelt toch niet, dat hij in staat is,
zich met juffrouw Manstedt te verloven?"
„De freule zal zich herinneren, dat ik reeds vroeger
van zijn vrijzinnige beginselen sprak," antwoordde
hij, „daar iedereen over dit engagement spreekt,
kan ik ook niet anders, dan het gelooven of het
ten minste voor mogelijk houden. Dat de naam
Manstedt hoog in aanzien staat, kan men niet ont
kennen!"
Als het zijn doel was geweest, door deze woorden
de oude dame nog meer op te winden, dan had hij
het bereikt, want ontsteld riep zij uit:
„Zwijg over dien naam en haar aanzien, Strecker!
Dat de Manstedts niet van adel zijn, wil ik nog
daarlaten, maar weet ge, wat ik overigens tegen de
familie heb?"
„De freule heeft mij wel eens meegedeeld, dat zij
jaren geleden, door den vader van den overste zwaar
beleedigd werd!" Wordt vervolgd).