BINNENLAND.
Plaatselijk Nieuws.
Gemengd Nieuws.
De opperstalmeester van H. M.
de Koningin, de heer C. A. baron
Bentinck, herdacht Maandag den dag
waarop hij vóór 25 jaren als len
stalmeester verbonden werd aan het
Koninklijk staldepartement.
H. M. de Koningin had baron
Bentinck gisterochtend ten paleize
«Het Huis ten Bosch" ontboden en
bood hem persoonlijk de gelukwen-
schen met zijn jubilé aan. H. M. deed
deze gelukwenschen vergezeld gaan
van een stoffelijk blijk van waardee
ring, bestaande in Haar portret in
lijst.
Z. K. H. Prins Hendrik bad Zondag
wegens Zijn voorgenomen vertrek naar
Het Loo op Maandag reeds door een
persoonlijk bezoek ten huize van baron
Bentinck van Zijn belangstelling doen
blijken.
In don loop van den dag werd
baron Bentinck gisteren door het ge-
heele personeel van het staldeparte
ment gehuldigd.
Uitbreiding van den landstorm.
Ingediend is een wetsontwerp tot
wijziging der wet van 31 Juli 1915
tot nadere uitbreiding van den land
storm enz.
De beweegredenen van de wet van
31 Juli 1915 hebben tijdens de be
handeling van het ontwerp in de
Tweede Kamer een zoodanige lezing
verkregen, dat de oproeping van land-
stormplichtigeu voor zoover zij met
die wet verband houdt, slecbts kan
dienen om landweermannen met ver
lof te zenden.
Naar de Regeering hoopt, zal het
gaandeweg naar huis zenden van
landweermanoen kunnen worden uit
gestrekt tot de geheele landweer ook
tot de manschappen, die bij het tot
stand komen dier wet nog tot de
militie, behoorden, maar op 1 Jan
tot de landweer zijn overgegaan of
in den loop van dit jaar naar den
landweer zullen overgaan. Alsdan zal
zich echter de wenschelijkheid doen
gevoelen om de manschappen, die tot
de militie zijn blijven behooren als
deel uitmakende van een bereden
korps van het korps pantserfortartil-
lerie of van bet korps torpedisten
eveneens met verlof te laten gaan
voorzoover zij van dezelfdemilitielichting
zijn, waarvan de voor verlof in aan
merking komende landweerplicbtigen
afkomstig zijn.
Voor zooveel de oudste militielich
ting (1906) betreft, zijn de tot die
korpsen behoorende diensp'ichtigen
reeds met verlof gezonden. De vol
gende lichtingen zullen echter indien
haar aflossing slechts kan geschieden
door jongere militieplicbtigen, eerst
met zeer lange tusschenruimte voor
verlof aan de beurt kunnen komen.
Teneinde voor zooveel doenlijk, dit
naar huis zenden te versnellen, is het
noodig ook bij deze korpsen land-
stormplichtigen in te deelen en voor
bedoelde ailossing te bestemmen.
De „Tubantia".
Naar wij vernemen zijn de bespre
kingen die thans te Berlijn gevoerd
worden over de torpedeering van de
uTubantiaa in zoodanig stadium, dat
de mogelijkheid bestaat, dat daar
omtrent spoedig een definitieve be
slissing kan worden verwacht.
Zoowel bet relaas van de beëedigde
verklaringen, die bij bet onderzoek
voor den Raad voor de Scheepvaart
werden afgelegd, als de materieels
overtuigingsstukken, die werden over
gelegd, hebben de autoriteiten te Ber
lijn tot de overtuiging gebracht, dat
het inderdaad een Duitscbe torpedo
moet zijn geweest, waardoor de «Tu
bantia» tot zinken werd gebracht.
Onmiddelijk daarop zijn de voor-
loopige besprekingen over de schade
vergoeding begonnen.
Van de zijde der Duitsche regeering
bleek een bereidverklaring om de
boekwaarde van de «Tubantia» te
vergoeden, wel verwacht te kunnen
worden, doch de directeur van den
Kon. Hollandschen Lloyd, de heer
Wilmink, die de besprekingen voerde,
voor zich overtuigd dat die boek
waarde, al te zeer achter blijft bij de
marktwaarde, vond geen vrijheid op
een dergelijk aanbod in te gaan. Hij
keerde de vorige week uit Berlijn
terug en pleegde overleg met de
commissarissen der vennootschap.
Middelerwijl werden, op grond van
een bereidverklaring van den beken
den directeur van de Hamburg
Amerika-Lijn, den heer Ballin, om
een van de grootste stoomschepen
dezer lijn aan den Kon. Hollandschen
Lloyd over te doen, de besprekingen
met Berlijn voortgezet. Voor de tweede
maal is de beer Wilmink daarop naar
Berlijn vertrokken.
Daar de regeling welke thans, met
zeer veel kans op welslagen, in be
spreking is, wordt de quaestie boek
waarde of marktwaarde, voor den
Kon. Holl. Lloyd althans, geheel ver
meden. Ook desamenhangendequaestie
van den geldkoers wordt daardoor
zeer beperkt. De verrekening van de
koopsom toch zal dan namelijk vrij
wel geheel geschieden tusschen de
Duitsche regeering en de Hamburg
Amerika-Lijn.
Het verschil in waarde tusschen
het verloren en het aan te koopen
schip het stoomschip waarover de
onderhandelingen loopen is wattonnen
inhoud betreft nog iets grooter dan
de «Tubantia" doch kan juist nog
door de sluizen te IJmuiden zal
dan door den Kon. Holl. Lloyd worden
gesuppleerd, waardoor de Hamburg
Amerika-Lijn de beschikking krijgt
over eenige contanten.
Ter plaatse, waar wij onze inlich
tingen verkregen, hield men zich over
tuigd, dat de Engelsche regeering,
wanneer de overeenkomst zal zijn tot
stand gekomen den stoomer van de
HamburgAmerika-Lijn die alsdan
aan den Kon. Holl. Lloyd zal zijn
overgegaan, als Nederlandse!) eigen
dom zal erkennen. Haridelsbl.
Faillissementen in Nederland.
Volgens mededeeling van het Han
delsinformatiebureau van Van derGraaf
Co.'s Bureaux voor den Handel zijn
over de afgeloopen week, eindigende
29 April, in Nederland uitgesproken 14
faillissementen tegen 29 faillissemen
ten in dezelfde week van het vorige jaar.
Van 1 Januari tot en met boven
genoemde!) datum 360 faillissemen
ten tegenover 472 over hetzelfde tijd
perk van het vorige jaar.
Prijsverbooging sigaren.
Men schrijft ons uit Eindhoven
Eind dijk is in de kringen der
industrieelen overeenstemming ver
kregen inzake prijsverbooging, dank
zij ook de tegemoet komende houding
der winkeliersvereenigingen.
Het ging zoo ook trouwens niet
langer voor de fabrikanten, daar door
de duurte en schaarschte der benoo-
digde materialen slechts met groot
verlies kon worden gewerkt.
Toch zullen de nieuwe prijzen nog
maar een eerste schrede op het pad
der prijsverhoogingen zijn, daar de a.s.
loon- en economische acties der ar
beiders en de toekomstige belastingen,
die eventueel op deze industrie zullen
drukken, opnieuw prijsverhoogingen
zullen vorderen.
In verband hiermede kan worden
aangenomen dat de sigaren binnen
kort het dubbele in comsumtie zullen
kosten, van den tegenwoordigen prijs.
»Hbl.«
Het post- en telegraafkantoor,
dat gister vóór 24 jaar werd over
gebracht van de Drieringensteeg naar
de Kortegracht, zal nu eerlang worden
verbouwd.
Het aan het Rijk toebehoorend pand,
rechts van het gebouw gelegen, is door
den huidigen bewoner reeds grooten-
deels ontruimd. De benedenverdieping
zal worden ingericht voor het telegraaf
kantoor. Ten minste twee loketten
voor deze afdeeling worden aangebracht
in den rechterwand der hal.
Zoodra deze verbouw gereed en de
telegraaftoestellen, draden, enz. over
gebracht zijn, wordt het huidige tele
graafkantoor in gebruik genomen ver
moedelijk voor Rijksverzekeringsbank,
Ouderdomspensioen, enz.
Later wordt het gedeelte, thans in
gebruik voor den pakketpostdienst
onderhanden genomen, de bestellers
kamer verplaatst, de hal verruimd, enz.
Voorlooplg zal men zich bepalen tot
het zooveel mogelijk ontlasten van de
loketten postwissels, quitantiën, enz.,
Rijkspostspaarbank, enz.
Hetgeen reeds veel gewonnen zal
zijn. «Amersf. Ct.«
In April werd ten postkantore
Amersfoort en de daaronder ressor-
teerende hulpkantoren ingelegd bij de
Rijkspostspaarbank f28.933 69, doch
daaruit teruggevraagd f47.281.31,
natuurlijk in verband met de oorlogs-
leening.
Het laatste door dat kantoor uit
gegeven boekje draagt het nummer
20.223.
De minister van waterstaat heeft
op het verzoek van de directie der
H. IJ. S. M. om op het station Amers
foort Belgische geïnterneerden te
mogen te werk stellen, gunstig be
schikt, onder voorbehoud, dat de
arbeidsbeurs te Amersfoort in de be
staande behoeften aan personeel niet
kan voorzien.
De jongedames G. G. M. Vinke
en B. W. WerdmüHer von Elgg ver
wierven de akte L. O.
Naar wij vernemen is de N. V.
«Het TooneeU, dir. Willem Royaards,
in onderhandeling om ook hier eene
opvoering te doen plaat9 vinden van
Jan Fabricius' nieuwste tooneelstuk
«Dolle Hans» met Henri Brondgeest
in de titelrol.
Hoogstwaarschijnlijk zal de datum
worden bepaald op 10 Mei.
Werden de vorige week door
tusschenkomst van het Levensmid
delen-bureau ruim 12.000 stuksZuider-
zee-haring aangevoerd, deze week zal
de aanvoer 20.000 stuks bedragen,
waarvan 12.000 stuks gerookt (zacbtj
zoogenaamde bakbokkiog en 8000
hard gerookt (stroo-bukking). De
prijzen zijn voor beide soorten 2 cent
per stuk, terwijl aan eiken kooper
niet meer dan 10 stuks van elke soort,
dus samen hoogstens 20 stuks, worden
verstrekt om zooveel mogelijk den
grooten toeloop van koopers tevreden
te stellen.
De uren van verkoop zijn niet vast
gesteld, om de eenvoudige reden, dat
de bokking op ongeregelde, vooraf
niet bekende tijden wordt aangevoerd
Zoodra er een zending is geai riveerd,
wordt door middel van de stadsom
roepers bekend gemaakt, dat de ver
koop (een uur na de aankomst) zal
beginnen.
Voor den goeden gang van zaken
wordt den koopers aangeraden, ge
past geld mee te brengen, benevens
een stuk papier of doek, om de bok
king in te wikkelen, daar er in enkele
uren een paar duizend xoopeis moeten
worden geholpen.
Op de j.l. Maandag alhier ge
houden kaasmarkt waren aangevoerd
60 wagens met 14850 K G. kaas. Bij
stuggen handel waren de prijzen f 60
a f61 per 50 K.G.
Bij de heeren Rijkens en Van
Wijland is in dank ontvangen voor
het behoeftig gezin, waarvoor de oproep
is verschenen in ons nummer van
jl. Zaterdag:
V. M.
f
10.—
N. N.
2.50
N.
2.
T.
2!-
d. P.
10.-
F.
2.50
Timmerlieden Bouwvakarb.
30.13
T. v. H.
60.—
P.
s
1.—
Eline
0.25
«Ons Penningske«
2.50
N. N.
1.—
mr. v. T.
10.—
d. K.
1
10.—
Anna
0.10
van Truisje
5.—
F. K.
10.—
X. IJ. Z.
2.50
PI.
5.-
A.
5.—
C.
5
Postwissel N. N.
10.—
benevens 1 pak kleeren van N. N.
1 pak kleeren door bemiddeling van
den heer T. M.; en kleeren door be
middeling van mej. W. v. d. M.
Shakespeare in deze oorlogsdagen
herdacht.
In «Land and Water« schrijft Sir
Sidney Lee:
Aanstaanden Zondag(23 April 1916)
herdenken wij den sterfdag driehon
derd jaar geleden, van Shakespeaie.
Hij valt samen met den heiligendag van
Engeland's schutspatroon, St. George.
De oorlogsobcessie en de gebiedende
noodzakelijkheid om alle nationale
krachten in te spannen, om den strijd
voort te zetten tot de overwinning
verzekerd is, kunnen niet als voldoende
aanleidinggelden om aan Shakespeare's
naam de jaardagvieriug te onthouden,
die hem bij zulk een treffende ge
legenheid, als de driehonderdjarige
herdenking van ziju dood, toekomt.
De crisis, die het vaderland doorleeft,
wekt ons te eer op om bij Shakespeare's
glorierijk levenswerk stil te staan, nu
met nog meer geestdrift dan in dagen
van normale kalmte.
Wie slechts iets van de moderne
cultuurgeschiedenis der wereld kent,
weet dat Shakespeare's werk op bet
hoogste peil staat, dat ooit in ons
land is bereikt.
Bij Shakespeare is van insularisme
geen spiake. Hij was voor iederen
invloed van buitenaf ontvankelijk hij
ontleende zijn intriges telkens en tel
kens weer aan buitenlandsche geestes-
produkten, Italiaansche, Fransche en
Deensche. Aan zijne dramatis peisonae
geeft hij vreemde namen, Othello,
Prospero, Miranda, Polonius, Imogen,
Hermione, Iago, Romeo en honderden
andere. Er is een buitenlandsche at
mosfeer in zijn werken. Zijn groote
ontvankelijkheid van geest maakte bem
gevoelig voor bijna elke vorm van
gedachte en gevoelsuiting en hij
maakte zich vreemde denk- en ziens
wijzen, die hij in vreemde boeken
aantrof, al even vlug en volkomen
eigen als het menschelijk denken en
ontvoeren, dat hij in de straten van
Londen of in de lanen van Warwicks
hire placht te bespieden. Het is niet
bekend, of hij zich ooit buitenslands
begaf. Toch, schoon zijn breedheid van
waarneming hem behoedde voor be
krompen, den eilandbewoner kenmer
kende vooroordeeleri, was er, met zijn
verdraagzame sympathie voor alle
menschelijk lief en leed en met zijn
alomvattend inzicht in elk wenscbelijk
streven, een instinctief geloof in de
toekomst van zijn eigen vaderland
samerigeweven, een hartelijke en geest
driftige waardeering van de goede,
zoowel als een vlugge doorgronding
van de minder goede hoedanigheden
van zijn volk. Shakespeare heeft ons
overvloedige bewijzen nagelaten van
zijne belangstelling in de geschiedenis
van zijn land en dit bovenal in zijn
groote reeks van historische drama's.
De invloed die dit deel van zyn arbeid
op zijne landgenooten, door het ver
spreiden van histoiiscbe kennis en het
aankweeken van belangstelling in de
Engelsche Geschiedenis, heeft uitge
oefend is op zichzelf al haast voldoende
om hem heden aanspraak te geven op
een warme huldiging te zijner eer in
het geheele Rijk. Twee van de grootste
figuren in onze historie de een de
grootste onzer oudere veldoversten, de
Hertog van Marlborough, de ander de
grootste van Engeland's staatslieden
sinds het als een wereldrijk mocht
gelden erkenden, dat zij al wat hun
van de Engelsche geschiedenis bekend
was uit Shakespeare's werken hadden
geleerd.
Geen ziekelijke wereldburgerneigin
gen konden in de sfeer van deze his
torische tooneelstukken leven. Toch
denke men niet dat zij voornamelijk
waarde bezitten om de leerschool in
historische feiten die zij openen. Hun
beteekenis althans in het licht van het
heden, ligt in de in breede lijnen uit-
gevoeide uitbeelding die zij geven van
de goede of heilrijke uitwerking van
den geest van vaderlandsliefde. Dat
thema wordt door Shakespeare in eiken
toonaard uitgedrukt; hij veronacht
zaamt de kwade gevolgen van over
drijving of van een gedrochtelijken
groei evenmin als hij nalaat zich uit
te spreken, hoe het best tot een ge
zonde ontwikkeling te geraken.
Hoezeer er vele andere passages zijn,
voor aanhaling geeigend, duidelijk blijkt
Shakespeare's opvatting van vader
landsliefde uit zijn welbekende ver
maning
Nooit lag dit Engeland en het zal ook nimmer
Aan eens Terwinnaars trotsche voeten liggen,
Tenzij het eerst zichzelf verwonden hielp
Niets brengt ons nood en rouw
Blijft Engeland slechts zichzelve steeds getrouw.
(King John, V, 7, in de vertaling
van Prof Burgersdijk).
Toen Virginie na het korte gesprek met Herman
thuis kwam, trad haar vader haar met opgewonden,
rood gezicht tegemoet.
„Waar blijf je toch, meisje? al meer dan een uur
wacht ik op je!"
Zij gaf geen antwoord, maar haar vader trok haar
mee in de kamer.
„Ik heb met je te spreken, Virginie," sprak hij.
„Oscar Walburg is bij mij geweest, wij hebben
alleen over jou gesproken."
Hij keek haar aan, als verwachtte hij, dat zij iets
zou zeggen.
„Hij heeft mij ook een brief voor je gegeven,"
ging de vader voort, „hier is ze, mijn kind."
Zij nam het couvert onverschillig uit ziju handen
aan, zonder een woord te spreken.
„Hoe?" vroeg hij verwonderd, „je bent niet nieuws
gierig, je vraagt niets?"
„Ik kan wel denken, wat er in dien brief staat,"
antwoordde zij. „Oscar zei mij onlangs nog, dat hij
mij hef vindt."
„Nu, en is dat een zaak, die men zoo behandelt?"
j riep de vader uit. „Virginie, in dezen brief vraagt
Oscar je hand, evenals hij mij reeds aanzoek er
om heeft gedaan."
„Papa," sprak zij, „daarop kan ik niet antwoorden
nu niet."
Zijn voorhoofd fronste zich even. „Maar je bent
hem toch genegen, nietwaar, Virginie
„Genegen, ja," zeide ze. „Onlangs zei ik u toch
nog, dat ik hem aardiger vind dan de meesten van
onze kennissen, en dat is ook niet veranderd,
maar
„Maar," viel hij haar in de rede. „Ik hoef je
toch niet te vertellen, dat ieder meisje uit de stad
thans met vreugde in je plaats zou zijn?"
„Ach, papa, houd toch om godswil op!" riep zij
ongeduldig uit. „Ik geloof gaarne, dat hij honderd
andere meisjes kan krijgen, waarom zoekt hij dan
juist mij uit?"
„Omdat hij je op bijna dwaze wijze liefheeft,
meisje!" zei de vader. „Dat heb ik duidelijk uit
zijn woorden kunnen opmaken."
„Ik moet eerst zeker weten, of ik hem lief kan
hebben," sprak zij na een kleine pauze op onvasten
toon.
„En hoe lang moet je daarop bedenken?" vroeg hij.
„Een dag, een maand, een jaar, ik weet het niet,
papa?"
„Oho!" zei de overste ontevreden, „denk niet, dat
Oscar zich zoo laat afschepen. Hij wil een antwoord
hebben."
„Dan wijs ik hem af, papa," zei zij haastig.
De overste beet zich op de lippen, maar hij trad
op haar toe en legde de hand op haar arm.
„Je hebt natuurlijk je vrijen wil, meisje, maar,
uit onverstand mag ik je niet „neen" laten zeggen
(Wordt vervolgd).