NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. FEUILLETON. No. 37. Zaterdag 6 Mei 1916. 45e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. NA DEN OORLOG, Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15; Franco per post door bet gebeele Rijk 1.25. Afzonderlijke Nummers 3 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 37. Telephoonn. 69. Al) VER1 ENTIËN: Van 16 regels 0.50; iedere regri meer 71/, Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Wij zijn in ons land gedurende den tijd, dat de oorlog woedt, gewoon geraakt aan een stremming van handel en verkeer, zoo groot als voor dien tijd ondenkbaar werd geacht. Hierbij den ken wij niet alleeu aan alle moeilijk heden ons door het buitenland berok kend, maar vooral aan alle beperkingen ons door wet of uitvoerend gezag op gelegd. Wij hebben kennis gemaakt met vaststelling van maximumprijzen, sedert den tijd der broodzetting eene vreemdelinge in ons land, met con senten van in- en uitvoer, afgegeven uitsluitend aan hen, die bekend stonden ais geregelde bandelaars in die artike len, alsof de tijden der gilden herleefd waren. Invoer en distributie van goede ren werden onder contióle gesteld. Soms werd bet particulier bedrijf gebeel uitgeschakeld en trad de regeerings- organisatie in de plaats. Ons woorden boek is verrijkt met samengestelde woorden, die wij eerder bij onze Duit- scbe naburen zoeken. Wij spreken van regeeringsgraan, van regeeringsvar- kens, van legeeringsgroenten, van regeeringsvet, van regeeringsvisch en van heel wat meer, dat de uitbreiding der regeeringstaak, de inkrimping van het particulier bedrijf aangeeft. Met deze herinnering bedoelen wij allerminst onbillijke kritiek te oefenen. In eene belegerde stad kan men niet alles overlaten aan do vrije werking van vraag en aanbod. Dan moet wel alles, wat aan mondkost aanwezig is, worden opgeëischt, om ten bate der gebeele bevolking te dienen. En al was Nederland gelukkig niet in den toestand van een belegerde stad, al kunnen wij dankbaar zijn, dat directe aanraking met den oorlog ons bespaard bleef, de omstandigheden waren tocb van dien aard dat voor bizondere maatregelen volop aanleiding was. Men kan dit toe geven, ook al zou men meenen, dat bij de bescherming der consumenten tegen over producenten met meer beleid en meer rechtvaardigheid en vooral met beter inzicht omtrent de economische gevolgen had kunnen worden opge treden. De tegeering zelve beeft zoo dikwijls en zoo openhartig erkend, dat bij de vele beslissingen, die genomen moesten worden, fouten gemaakt zijn en fouten onvermijdelijk waren, dat kritiek slechts gewettigd is, indien deze herhaling van fouten voorkomen kan. Niet met het oog op hetgeen achter ons ligt nemen wij dan ook de pen op. De ondervinding van dezen oorlog heeft ons naar waarde leeren schatten de voordeolen eener afdoende voor bereiding en waar deze ontbroken mocht bebben, de nadeelen daarvan. Wat voor den oorlog geldt is niet minder waar ten opzichte van den vrede. Het is een nuttig en dankbaar werk zich vooruit rekenschap te geven boe wij zonder al te groote schokken uit den tegenwoordigen toestand van gebondenheid tot den vroegeren toe stand van vrijheid van bedrijf en ver keer zullen geraken. Particulier bediijf is overgegaan in staatsbedrijf. Monopolies zijn gescha pen, waardoor andere krachten braak lagen. De vraag voor sommige goederen zal tot hel nulpunt dalen, voor andere zóó belangrijk toenemen, dat van on middellijke voorziening geen sprake kan zijn. Ook ten opzichte der arbeids krachten zal eenerzijds bet aanbod bij het einde der mobilisatie belangrijk vermeerderen, anderzijds nieuwe be hoefte ontstaan. De uitwisseling van een tekort en een teveel eischt tijd. Niet op eenmaal zal de staat tot op heffing van alle inmenging in het economisch leven kunnen overgaan. Zoo dient bij de verminderde scheeps- ruimte rekening gehouden te worden met de noodzakelijkheid althans den invoer van onontbeerlijke levens behoeften eenigen tijd te verzekeren. Veel kennis zal noodig zijn bij het kiezen van het juiste oogenblik. Te lang wachten beteekent onzen handel en onze industrie een voorsprong ODt- nemen, die voor later beslissend kan zijn; maar toch zal er zekerheid moeteD bestaan, dat bet particulier bedrijf gereed en bij machte is de hem tijdelijk ontnomen laak te aanvaarden. Maar het oog dient niet alleen te worden gericht op onze toekomst on middellijk na herstel van den vrede. Wij moeten ons ook een denkbeeld vormen van de economische ontwik keling daarna. Veel zal daarbij afhan gen van de draagkracht der bevolxing in financieelen en moreelen, ook in physieken zin en deze zal weer ver band houden met den duur van den oorlog en het verloop daarvan. Of wij de financieele lasten ons opgelegd kunnen delgen uit besparing, dan wel of ons productievermogen zal worden aangetast kan beslissend zijn. Letten wij alleen op bet tegen woordige en hechten wij geloof aan verzekeringen van verschillende zijden vernomen en zonder bewijs door velen gretig aanvaard, dan zou Nederland niet ondanks den oorlog, maar juist door den oorlog de winnende partij zijn geweest. Niet zonder lichtvaardig heid zijn zelfs cijfers genoemd, die den oorlogvoerenden wel moesten doen denken, dat alle handelsbeperkingen ons opgelegd slechts kleine winstder ving beteekende tegenover reusachtige oorlogswinsten. De oorlog heeft ook hier te lande kapitaalsverschuiving op groote schaal veroorzaakt en het ligt voor de hand dat verrezen bergen meer aandacht, trekken dan de in zinking der dalen. Tegenover de schuldbrieven van staat en gemeenten die het effectenbezit van den particulier vormen, staat echter de schuld der gemeenschap. Winsten werden ver kregen door prijsverhooging van goe deren en vrachten maar die winsten verhoogden de uitgaven der verbrui- Zoolazen wij in een ernstig bnitenlandsch dagblad, dat de schatten, die de neutraliteit Nederland had gebracht, onrechtmatige daden door de oorlogvoerenden gepleegd over het hoofd moesten doen zien. kers. De winsten verkregen in den handel met het buitenland waren zeker per eenheid belangrijk hooger, doch de omvangrijkheid der goederen beweging nam belangrijk af en weer spiegelde zich in weerwil der mobili satie, die beslag legde op een groot aantal arbeidskrachten, in werkloos heid, die ofschoon gelukkig vermin derende, niet overwonnen is. Tegen over winsten in het bedrijf staan verliezen van kapitaal reeds door daling der koersen. Het tijdstip voor bet opmaken eener zuivere balans is nog niet gekomen. De gegevens voor eene juiste waarde bepaling der sluitposten ontbreken nog en zullen eerst veel later kunnen worden vastgesteld. Ook winst oi verlies aan energie, aan moreele eigenschappen, die een volk sterk maken, uitbreiding of inkrimping van ons arbeidsveld zijn voor ons op dit oogenblik nog onbekende grootbeden. Maar ondanks alle onzekerheid mo gen wij, indien wij bet geluk behouden niet in den oorlog betrokken te wor den, ons toch vleien met de hoop niet zonder roer en kompas op de wereld zee te zullen ronddrijven, maar den zelf afgebakenden koers te zullen volgen. De internationale betrekkingen spelen op economisch gebied een te groote rol, dan dat de verzwakking en de uitputting van bijna geheel Europa ook niet op ons land een noodlottigen invloed zou oefenen. In tegenstelling met de oorlogvoerende machten mogen wij echter verwachten niet gedwongen te zullen worden tot bet opleggen van lasten, die eene belemmering zijn voor iedere ont wikkeling. Wij hebben in ons land bestaande takken van nijverheid zich belangrijk zien ontwikkelen, dank zij ook aan de vermeerderde belangstelling van het Nederlandsche kapitaal. Andere industrieën, waarvoor de Nederland sche bodem als het ware aangewezen scheen, zagen wij verrijzen. Daaren tegen beeft gebrek aan buitenlandsche grondstoffen en andere benoodigdbeden menig industrieel tot vertwijfeling ge bracht. Wij hebben in den loop der wisselkoersen de gevolgen kunnen zien van een kunstmatig verbreken van het vrije verkeer; bet noodzakelijk verband tusschen in- en uitvoeren. Onafhanke lijkheid van bet buitenland bleek meer en meer een ijdel woord. Zelfs Duitscb- land en Oostenrijk, ondanks de uit gestrektheid van het grondgebied, ondanks den rijkdom aan ertsen, mineralen en bodemproducten ondanks de genialiteit hunner technici hebben moeten ondervinden boe opgedrongen als oorlogswapen tegen hen gekeerd werd. Ook in ons land zijn stemmen ver nomen om onafhankelijkheid ten op zichte van het door ons benoodigde als mogelijk en gewenscht voor te stellen. Wij sluiten ons daarbij aan voor zoover het betreft belangstelling te wekken voor de produkten van eigen land. Niet echter als het de bedoeling is door kunstmiddelen industrieën te kweeken, die elders beter recht van bestaan bebben. Be voorrechting van eene industrie brengt noodzakelijk ach teruitzetting der andere mede en ontaardt in verspilling van arbeidsvermogen. Men meent, dat door geldnood ge dreven de oorlogvoerende natiën ge dwongen zullen zijn hunne tarieven van inkomende rechten te verhoogen, dat daarbij invoering of vei hooging van beschermende rechten niet kan uitblijven en acht het vraagstuk be slist, indien ook Engeland zijn politiek van vrijhandel mocht prijsgeven. Wij zullen nu niet herhalen, wat wij reeds zoo dikwijls schreven en het verschil uiteenzetten tusschen fiskale en be schermende rechten, om aan te too- nen, dat alleen de eerste in vollen omvang de schatkist ten goede komen. Maar wel willen wij zij liet ter loops er op wijzen, dat de stero men die uit bet buitenland tot ons komen, meer doen denken aan po- Naar liet Duitsch van Estella Schönberg. 24 Zie, je bent mijn eenig kind en het zal mij zwaar genoeg vallen, je van mij te laten gaan, maar ik ben zoo vast overtuigd, dat Oscar een goed echt genoot voor je is, dat ik hem niet alleen dadelijk als schoonzoon wilde aannemen, maar het ook een onvergefelijke gril van je zou vinden, hem af te wijzen, zonder dat je kunt zeggen, dat er een ander is, die je nog gelukkiger zou maken en „O, papa, papa, wat plaagt u me?" viel zij hem plotseling snikkend in de rede. Dwaasheid zonder einde!" barstte de overste nu eindelijk uit, die zich lang goed gehouden had. „Nu nog tranen ook? Je weet, die kan ik niet zien! Als je schreien wilt, laat ik je alleen; dan moet je maar met jezelve uitmaken, welk besluit je zult nemen. Zoodra je weer verstandig bent ge worden, kun je me roepen!" Bij deze woorden haastte hij zich, om de kamer te verlaten. Alleen gebleven, doorliep Virginie in gedachten den kring van haar vrouwelijke bekendeDonder de oudere dames, was de eenige, tot wie zij zich om raad wenden kon, ook juist diegene, tot welke zij zich thans niet kon richten, mevrouw "Walburg, Oscars moeder. En dan wat wilde zij eigenlijk vragen? Kon haar iemand ter wereld, haar eigen gevoelens verklaren? Zij had toch geen onwaarheid gesproken, toen zij haar vader verzekerde, dat zij Oscar gaarne mocht lijden en hem de voorkeur gaf boven bijna al haar bekenden en in elk geval, sedert zij Herman maar neen, zij wilde niet meer aan Herman denkenzij voelde immers bij de enkele herinnering een blos van schaamte en toorn op de wangenZij wilde, zij moest leeren, haar oogen alleen op Oscar te slaan, om een antwoord op zijn vraag te vinden. Zij greep naar zijn brief, dien zij tot nu toe niet gelezen had, haar oogen gleden over de regels, eerst dwalend, daarna toch meer geboeid door dat, wat hij zeide. Zijn liefde, ja, zijn liefde was groot en een oogenblik verwijlde zij bij de gedachte, dat zulk een hartstochtelijke genegenheid, zulk een neerbuigen voor haar wil, haar het leven zeer zeker gemakkelijk en aangenaam zouden maken. Maar niet langer wilde zij zich laten verwennen en bederven als een kind. Toen zij haar vader na eenige uren weerzag, was zij tot geen verder besluit gekomen, dan dat zij hem beslist verklaarde, tijd noodig te hebben, eer zij het verbindende woord uitsprak. „Wij moeten Virginie's wil nogmaals laten gelden?" sprak de overste, toen hij 'Oscar haar besluit meedeelde. „Een jong, vurig paard legt men de teugels langzaam aan. Daarom vier weken speling, Oscar

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1916 | | pagina 1