NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht, |fi|
Zaterdag 3 Juni 1316.
45e jaargang.
FEUILLETON.
No. 45
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
DE OORLOG.
\'W'
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden met Zondagsblad 1.15;
Franco per post door het geheele Rijk 1.25.
Afzonderlijke Nnmmera 3 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09.
ADVER1 ENTIËN:
Van 16 regels f 0.50; iedere reg9l meer 7'/, Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Wat een Amerikaan over Verdun
vcriclt.
Frank H. Simonds, een bekend
medewerker aan de «American Review
of Reviews s is dezer dagen uit
Europa in New-York teruggekeerd
en verteld van «De strijd om Verdun
zooals Frankrijk dien zagc.
«Waarom gingen de Duitschers in
het Westen tot het offensief over?
vraagt hij en zijn antwoord luidt:
«Indien het Duitschland gelukte, Ver
dun te nemen, dan, meende hij, zou
Frankrijk, indien de voorwaarden niet
te bezwarend waren, wellicht tot
vrede te bewegen zijn. Want de
Republiek had zware verliezen ge
leden, haar jongelingschap was op
ontzettende wijze gedund. Duitsch
land wist daarbij, dat Groot-Brittanje
nog niet gereed was om haren Fran-
schen bondgenoot afdoende te helpen,
terwijl Rusland, tengevolge van den
voorjaars-dooi, vooralsnog buiten staat
was om dat te beproeven. Het was
Duitschland's plan, vóór de anderen
konden bijspringen, met Frankrijk af
te rekenen.®
Een tweede vraag is«Maar waarom
juist VerdunVa Strategisch, vernemen
wij, is Verdun niet de sterke, zoo
goed als onneembare positie, waar
voor men haar algemeen tot vóór
den val van plaatsen als Luik, Ant
werpen, Maubeuge etc., hield. De
Fransche Legeraanvoerders begrepen
van toen af, dat de vesting weinig
waarde bezat. Ook springt zij in het
door den vijand bezet gebied uit.
Het was echter vooral om de moreele
beteekenis die de inneming van Ver
dun voor Duitschland zou hebben,
(eenerzijds zou Frankrijk ontmoedigd
worden en anderzijds om er thuis
den moed in te houden, wenschte
Duitschland het eigen volk te be
moedigen.) die Duitschland er toe
noopte, op de stad, waar vóór elf
eeuwen het Duitsehe Rijk van een
Karei den Groote werd verdeeld, een
beslissenden aanval te doen.
Ongetwijfeld zou de Duitsehe natie
opnieuw in geestdrift geraken, indien
het gelukte, de oeroude veste «op
nieuw aan de Duitsehe Kroon te
hechten«. Edoch, het Noodlot ver
klaarde zich tegen «het volk met de
wereld-zending®. Eigenaardig genoeg
waren Generaal Joffre en zijn staf er
in beginsel vóór, de stelling prijs te
geven, omdat de vesting de te bren
gen offers, uit een militair oogpunt,
niet waard zou zijn. Gelukkig greep
de Fransche Regeering in! Zij voor
zag den allerfataalsten indruk, die
een ontruiming op het moreel der
troepen en op den geest der natie
zou hebben. Zij zag in Verdun het
vaandel, dat om andere dan uitslui
tend militaire redenen, tot eiken prijs,
moest worden hooggehouden. Gene
raal Castelnau beaamde zulks en hem
werd het algemeen opperbeleid toe
vertrouwd, terwijl aan Generaal Pétain
het bevel in den sector Verdun zelf
werd opgedragen. Met welk resultaat
weten wij. En de schrijver merkt op:
«Ik zal de woorden van de officieren,
die mij naar de bescheiden «Place
d'Armes" vóór de citadel van Verdun
vergezelden, nimmer vergeten. Hier
zou de Keizer zijn zegevierende dap
peren schouwen, wanneer zij de
vesting binnentrokken. Langs deze
straat zou de Kroonprins aan het
hoofd der overwinnaars rijden. Rond
om het -plein lagen en vielen de
huizen in puin. Van alle zijden ver
nieling, terwijl buiten de kanonnen
donderden en het geweervuur knet
terde, duidelijk hoorbaar, want het
was niet meer dan vier mijlen van
ons af. «Wilhelm is er niet gekomen",
merkten zij kalm op«en hij zal
hier nooit komen."
Het werk der groote Fransche
kanonnen.
De «Yorkshire Observer« geeft het
volgende kijkje op het werk der ver
borgen Fransche kanonnen in de
Argonne
«De Argonne, waar overal zooveel
dekking te vinden is, is een moeilijk
arbeidsterrein voor de artillerie, maar
de Fransche kanonniers hebben daar
een aantal stukjes uitgevoerd waarop
zij met recht trotsch mogen zijn.
Bij zekere gelegenheid, toen de
vijand een offensief had voorbereid
en naderde over een van die kale,
door projectielen omwoelde heuvels,
die de moderne artillerie van de
dichte bosschen die er vroeger ge
staan hadden, heeft gemaakt, stieten
de Duitschers plotseling op iets, dat
zij in het geheel niet verwacht hadden.
Plotseling, zonder de minste waar
schuwing werden zij door een pro
jectielen-regen overstelpt, die ont
zettende verwoestingen in hunne ge
lederen aanrichtte. Verborgen onder
het lage kreupelgewas, zorgvuldig
verborgen in diepe kuilen, veilig ge
dekt ook tegen de zwaarste projec
tielen, hadden twee batterijen snel-
vurende 65-M.m. bergartillerie van
vlakbij het vuur op hen geopend. Dit
Duitsehe offensief werd niet verder
voortgezet, a
Het oorlogswerk der Fransche
spoorwegen.
De Parijsche correspondent van de
«Morning Post« geeft eene uitvoerige
beschrijving van het werk, dat de
Fransche spoorwegen gedurende den
oorlog verricht hebben en waaraan
wij het volgende ontleenen:
«DeParis—LyonsMéditerranée—
spoorweg heeft van 2 tot 5 Augustus
1914 drieduizend militaire treinen
laten loopen, terwijl het Orléans-net
ongeveer de helft van dat aantal heeft
ingelegd. Vóór de mobilisatie geëin
digd was, had dit laatste net 2000
treinen, bestaande, uit 57.000 wagons,
laten loopen voor het vervoer van
600.000officieren en minderen, 144.000
paarden en 40.000 voertuigen.
In twintig dagen werden 42 leger
corpsen naar het front getranspor
teerd, terwijl voor elk corps 142
treinen noodig waren. Dit alles ver-
eischte enorme inspanning van het
spoorwegpersoneel, zoodat velen, zelfs
machinisten en wisselwachters inbe
grepen, veertig of vijf en veertig uren
achtereen arbeidden.
Met de mobilisatie was het werk
der spoorwegmannen echter niet
afgeloopen. Er moesten gewonden van
het front naar achter de linies worden
gebracht en Parijs moest van voedsel j
worden voorzien. Alleen de Orléans-
maatsehappij had tot 30 September
1914 117.000 ton voedingsmiddelen,
66.000 tori voeder, 107.000 stuks vee
en 211.000 schapen en varkens naai
de hoofdstad vervoerd.
In de eerste periode van den oorlog
werd de treinenloop belemmerd door
den terugtocht van hetFransche leger.
Vluchtelingen moesten in massa's
vervoerd worden, terwijl bovendien
2700 Belgische locomotieven in vei
ligheid gebracht werden.
Terwijl het leger zijn uiterste best
deed om den terugtocht te dekken
door de bruggen op te blazen en den
vijand allerlei hindernissen in den
weg te leggen, deden de spoorwegen
onschatbare diensten door de troepen
van voorraden te voorzien en de
kanonnen in veiligheid te brengen.
Na den slag bij de Marne hadden
de spoorwegen het opnieuw hard te
verduren. Zware kanonnen, verster
kingen, voedsel en munitie moesten
snel naar het front gebracht en ge
wonden, vluchtelingen en gevangenen
van daar weggevoerd worden, terwijl
bovendien de ingewikkelde militaire
postdienst geregeld moest worden.
Om slechts één enkel feit te noe
men er werden in drie dagen 70.000
man Indische troepen van Marseille
naar Orléans gebracht.
En dit alles hebben de spoorweg
mannen kunnen doen ofschoon een
groot aantal van hen onder de wapenen
werden geroepen. Van de 200.000
gemobiliseerden voor spoorwegwerk
zijn intusschen reeds 37.600 naar het
front gegaan om te strijden."
De bewaking van Engeland's kusten.
Uit een der steden aan Engeland's
Oostkust schrijft een bijzondere cor
respondent aan de »Times«
«Toen de oorlog uitbrak waren wij
te land in het geheel niet en ter zee
slechts ten deele voorbereid, maar
mechanische scheppingskracht en al
gemeen aanpassingsvermogen hebben
voldoende opgewogen tegen dit on-
voorbereid-zijn en dat in eene mate,
die men slechts na een bezoek aan
de verdedigingswerken aan de Oost
kust ten volle kan waardeeren.
Vóór den oorlog koesterde een
zekere visschersstad zich in de stralen
van welvaart. Rijke oogsten der zee
brachten voorspoed aan de onder
nemende schippers. Nu is hun oogst
van geheel andere soort en jagen zij
de zee af om den doodsvangst binnen
te brengen. Nu verschalken hunne
netten niet de visschen, maar mijnen
en torpedo's en ontberingen en on
ophoudelijke waakzaamheid vervullen
hun dagelijksch leven.
Niet al die schepen hebben een
tonnemaat die met duizendtallen wordt
aangeduid, maar daarom is hun werk
niet minder belangrijk. Langs de ka
den ligt nu een vloot, niet versierd
met het oorlogsgrijs en er is geen
glanzend koper genoeg aan boord, om
een kandelaar van te maken. De
kapiteins van deze vaartuigen hebben
geen gouden tressen op de mouw of
aan hun pet. Zij dragen grove jekkers,
sommigen hebben ringen in de ooren
en hun handen zijn ruw van het zout
en inhalen van den oogst der zee.
Dat zijn de treilers, Zijner Majesteit's
treilers, die de oogst inhalen, welke
de Duitsehe onderzeeërs en mijnen-
leggers hebben uitgezaaid.
Sedert het begin van den oorlog
zijn er 21.000 schepen door het terrein
dat zij bewaken, gevaren en slechts
drie daarvan hebben schade opge-
82 Naar het Duitsch van Estella Schönbvrg.
„En hoe denk je, dat ik achter al die sloten en
grendels zou gekomen zijn?"
„Hoe het mogelijk is, weet ik niet," gaf zij schijn
baar kalm ten antwoord, „dat doet er ook niets toe.
Ik ben alleen bij je gekomen Philip, om je te zeggen
„Maak mij niet razend, meisje!" riep hij uit, haar
heftig in de rede vallend. „Nog een woord van
beschuldiging en ik vergeet, dat ik je broeder
ben!" Hij was eenige malen haastig de kamer door-
geloopen. Nu bleef hij voor haar staan. Zijn gezicht
had nu ietrf spotteuds.
„Mij van zoo'n dwaasheid te verdenken!" zei hij.
„Weet je, dat freule van Dorsen niet alleen het wees
huis, maar ook mij een legaat heeft nagelaten. En
ik zou een testament stelen, dat mij zeiven voordeel
zou aanbrengen?"
Het was Anna, alsof haar gedachten zich ver
warden, alsof het laatste bewijs van haar broeder
haar eigen overtuiging zou vernietigenEen straal
van hoop voor hem drong door in haar hart. Onder
zoekend keek zij hem aan.
„Zweer mij maar neen, neenviel zij zichzelve
in de reden, „zweer niet Philip het kon zijn, dat
dat je een meineed
Op zijn voorhoofd zwollen de aderen op een
teeken, dat zijn woede op 't punt was, los te breken.
„Houd op, Anna!" riep hij uit, „ik ben dat spel
moedeEén eed echter mag je hooren den eed,
dat je mij, zelfs al had ik het krankzinnige misdrijf
gepleegd, waarvan je me verdenkt, nooit als boet
vaardig zondaar zult zienDaarom kun je elke verdere
moeite besparen. En laat nu de vertooning uit zijn!"
Hij ging naar zijn slaapkamer en sloeg de deur
achter zich dicht.
Ook Anna ging naar haar kamertje, niet echter,
om te rusten, maar om alleen te wezen en te trach
ten haar angst te stillen.
Hoe lang zij daar gezeten had, wist zij zelve niet,
toen het haar inviel, dat Philip misschien haar
hulp nog noodig had voor zijn gewonde hand.
Met een gevoel, alsof zij inwendig even vermoeid
was als lichamelijk, begaf zij zich naar Philips kamer.
Het was niet geheel donker in de kamerde volle
maan scheen. Het heldere licht viel juist op de plaats
waar Philip aan tafel zat, het hoofd leunend op de
gezonde hand. Onwillekeurig keek Anna rond, om
naar een tweede persoon te kijken, want bij haar binnen
treden had zij hem duidelijk en luid hooren spreken.
Onmiddellijk zag zij, dat er niemand anders aan
wezig was, en bemerkte zij, dat Philip zat te
slapenblijkbaar had hij in den droom gesproken.
Het viel haar in, dat Philip onrustig sliep, als de
maan scheen, maar wat was dat?
Hij sprak weer duidelijk - zij kou hem duidelijk
verstaan. Met voorovergebogen hoofd en ingehouden
adem luisterde zij.