MIE UWE
IÉT Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utree it. |3
FEUILLETON.
GESCHIEDENIS EENER MOEDER.
No. 68.
Woensdag 23 Augustus 1916.
45e jaargang
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG]
DE OORLOG.
Aangezien ons gebleken is dat er onder onzen
naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht
worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai
machines nevenstaand handelsmerk moet voor
komen. Men late zich onder welk voorwendsel
oqk geen nagemaakte Lewenstein' machine aan
praten. Yoor Amersfoort en Omstreken eenigste
Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort.
De Firma A. LEWENSTEIN
UTRECIIT, CIIOORSTRAAT 14.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Laugestraat 17. Telephoonn. 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.60; iedere reg9l meer 10 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
De Martelaars van Elzas-
Lolharingen.
In het «Pelit Journal» beschrijft de
staatsman Pichon bet lijden van de
bevolkingen van Elzas-Lotharingen,
dat niet minder ellendig blijkt te zijn
dan dat van de onlangs zoo gemar
telde bevolking der door de Duitschers
bezette Departementen van Nooid-
Franktijk. Hij schrijft dit naar aan
leiding van een boek »Les Martyrs
de 1Alsace et de la Lorraine», dat
onlangs te Parijs «Librairie Pion) is
uitgekomen, van André Fiibourg. Dit
boek bevat niets dan feiten, die on-
wederlegbaar zijn, daar zij allen ge
baseerd zijn op vonnissen van Duitscbe
krijgsraden.
Het merkwaardigste is wel, wat uit
dit boek blijkt, dat reeds den 24en
Juli 1914, alzoo vóór't uitbrekeu van
den oorlog de strengste maatregelen
in Elzas-Lotbaringen tegen de «ver
dachten» werden genomen, waarvan
een geheel «zwarte lijst» door de
Duitscbe Autoriteiten was gereedge-
bouden. Op die lijst stonden vooral
verwanten van Fransche officieren of
soldaten, oud-krijgers van 1870-'71,
leden van Fransch-gezinde vereenigin-
gen, journalisten, politieke personen
en priesters.
Het boek verbaalt van ongelukkigen,
die, aan de staarten van paarden ge
bonden, werden medegesleept, en van
dorp tot dorp, van stad tot stad zoo
voortgetrokken, onder schoppen en
slagen, tot zij in vestingen werden
opgesloten, en ook van nog ongeluk
kiger slachtoffers, die zonder vorm
van proces direct aan de galg werden
opgehangen. Het régime van de
Terreur woedde in al zijn woestheid.
Inquisitie, spiocnage, provocatie zijn
er de symbolieke manifestie van
De Duitschers zeggen zelf van dit
gebied, waar zij sedert 43 jaar als
Meesters geïnstalleerd zijn «Hier zijn
we in vijandelijk land.» Een feit is
het, dat zij volkomen gefaald hebben
in bun werk, om het tolslaafschbeid
te dwingen.
Het hart van den Elzas en van
Lotharingen is Fransch gebleven. De
bevolking, behalve de geïmmigreerde,
is meer Fransch dan ooit. De vrouwen
van alle klassen ontveinzen bun ge
voelens niet. Wei kvrouwen, boerinnen,
dienstmeisjes, geëmployeerden, liefde
zusters, vrouwen en dochters van
predikanten, burgemeesters,renteniers,
industrieelen, houden voortdurend wat
de Duitsche administratie noemt op
roerige praatjes». Zij boeten er voor
in scandaleuze processen, met maanden
en jaren gevangenisstraf, als 'tnietis
veroordeelingen tot dwangarbeid.
De kinderen ondergaan hetzelfde
lot. Er zijn er geweest van 14 en 15
jaar. die voor den krijgsraad zijn ge
bracht, anderen, die vermoord zijn,
zooals die arme boerenzoon van S
wiens vader aan een boomstronk werd
gebonden en gefusilleerd, wiens zuster
werd gedood door een officier, en die
zelf, geheel uitgeput, met bloedende
en gespleten voeten,metgeweerschoten
werd neergelegd. Zijn moeder is sinds
dien krankzinnig geworden.
Het cijfer der boeten en maanden
gevangenisstraf aan alle sociale cate-
goriën opgelegd, is niet meer te tellen
ambtenaren, priesters, grondeigenaars,
boeren, weiklieden, metselaars leer
looiers, grondwet kers, daglooners mijn
werkers, mecaniciens, kleermakers
rijtuigmakers, behangers enz. enz.
Te B. toen de Franschen deze
plaats lijdelijk bezet hadden, bad een
grijsaard een brief gebracht voor een
officier. Toen de .Duitschers terug
kwamen werd hij verraden, hij werd
gearresteerd, gedwongen om zijn eigen
graf te graven, en a bout portant
neergeschoten.
Te W. hebben de Duitsche soldaten,
na huiszoeking, in een huis 4 eieren
gevonden, die een arme oude man
voor den honger bewaard bad, en hem
toen onmiddelijk gefusilleerd.
En welke zijn de resultaten geweest
van dit abominabele régime De feiten
en sta tistieken ge ven er het antwoord op
Nooit is het Fransche sentiment in
Elzas-Lotbaringen levendiger geweest.
Men leze maar eens de bekendmakingen
in de officieuze bladen, die de deser
teurs bevatte van het Duitsche leger.
Nooit zijn die lijsten langer geweest.
En hoeveel van die Deserteurs dienen
thans oiet in het Fransche legert
De Neutralen.
In de »Outlook« schrijft Sir Henry
Morris het volgende over de houding
der neutrale landen
a. ten opzichte van Duitschland's
schending van alle internationale, men-
schelijke overeenkomsten
b. ten opzichte dier daden en tot
de kleine zoogenaamde inbreuken hun
ner rechten door degeallieerde mogend
heden.
Sir Henry zegt o.a.
»Doet niet reeds de naam van bet
Haagsche Tribunaal gedachten van
teleurstelling en spijt opkomen bij
allen die gelet hebben op de gedragslijn
der neutralen in dezen oorlog, naast
gevoelens van weerzin en verachting
voor de misdaden, die de Duitschers
systematisch bedreven hebben?
Niet alleen, dat Duitschland ver
dragen als vodjes papier beeft behan
deld, maar do neutralen, die de Haag
sche Conventies mede onderteekend
hebben en die zichzelf de kampioenen
van het internationaal recht, van be
schaving en vrijheid, van menschelijk
beid en nationale onafhankelijkheid,
van de verdediging der kleine naties
en van rechtvaardigheid jegens allen,
vrienden of vijanden noemen, hebben
rustig toegekeken, terwijl de rechten
der neutralen zoowel als die der oorlog
voerenden geschonden en minachtend
öp zij gezet werden.
De neutralen lezen, hooren en weten
van moorden, verkrachtiging, beioo-
vingen,zeerooverijen, daden van moed
willige vernieling, slavendrijverij .en
wat niet al meer aan laagheden, bes
tialiteiten en bruutheden, die de Duit
schers de inwoners der tjjdelijk be
zette landen hebben aangedaan, en
moeten bovendien bijna dagelijks lezen
van het kapen of zonder waarschuwing
in den grond boren hunner eigene
schepen door diezelfde misdadigers en
toch verbinden zij zich niet, om ge
zamenlijk een einde te maken aao al
deze gruweldaden.
Maar terzelfdertijd zenden zij ver
klaringen en diplomatieke nota's aan
de geallieerden over zaken van onder
geschikt belang zooals zwarte lijsten,
trawlers, en de ontberingen, die de
zgn. blokkade de neutralen oplegt.
Hunne finantieele belangen, hunne
handel en de gewelddaden tegen een
paar hunner eigen landgenooten nopen
hen tot het gebruik van krachtige
uitdrukkingen en zelfs tot zwakke
bedreigingen, terwijl zij bij de grofste
schurkerijen en wandaden tegen alle
hooge idealen, die zij beweren te ver
dedigen, als neutralen, slechts passieve
toeschouwers blijven.
Zij zijn »te trotsch om te vechten®
voor eene groote zaak en van de
krachtigste der neutrale naties hooren
wij, dat zij »geen belang heeft bij de
oorzaken en de doeleinden van dezen
oorlog.*
Toekomstige geslachten van mannen
en vrouwen, die de lange verslagen
van al de verschrikkelijke misdadeo
en wreedheden, die de Duitschers in
dezen oorlog hebben begaan, zullen
lezen, zullen die werkeloosheid der
neutralen ais een der grootste lafheden
beschouwen, die de wereld ooit gekend
heeft.«
De toestand in Duitschland.
»Het Volki was in de gelegenheid
een Hollander te spreken, die sedert
het begin van den oorlog In Duitsch
land gewoond heeft.
Met geringschattend schouderopha
len bejegende de zegsman de bewering
dat er volstrekt geen hongersnood in
Duitschland beersebt. Als dat, wat er
nu daar gaande is, geen hongersnood
is, zeide hij, ja, wanneer zou men aan
eigenlijk wel van hongersnood moeten
spreken. Het is eenvoudig verschrikke
lijk, zooals de toestand is en daarom
ben ik dan ook weggegaan, ik kon het
er eenvoudig niet langer uithouden. Ik
ben het behoorlijk eten zoozeer ont
wend, dat ik, nu ik weer in Holland
terug ben, slechts langzaam aan be
ginnen kan wat meer te eten, omdat
mijn maag behoorlijke boeveelheden
goed toebereid krachtig voedsel nog
niet zou verdragen. En onze landgenoot
vertelde ons, dat hij den laatsten tijd
van 147 pond tot 126 pond was af
gevallen, welk laatste gewicht voor
iemand van zijn lengte, een eind boven
de middelmaat, zeker veel le weinig is.
Terwijl bij er vroeger c'eeds flink uit
zag, las men hem thans ae ondervoeding
uit de ingevallen kaken en de holle
oogeu.
Trouwens, zei hij, men behoeft maar
in Duitschland rond te kijken, om het
zelfde te zien. Vooral do kinderen zien
er erbarmelijk uit. Hetzelfde groezelige
uitzicht van ondervoeding, dat anders
alleen de kinderen uit de ellendigste
acbtei buurten hebben, vertoont thans
deovergroote meerderheid der kinderen
uit de arbeidersklasse Dat is trouwens
geen wonder, want men krijgt een
voudig op verre na niet genoeg te eten.
Ik zelf bijv. was altijd reeds Donderdags
door mijn wekelijksche broodkaart, die
nog tot Maandag strekken moest. Vrjj-
dag, Zaterdag en Zondag at ik dan
geen brood. Maar wat dan te eten? Ja,
ik ging dan maar uit mijn buitenwijk
DOOR JOHANNA STEKETEE.
3)
Hij, hij was verslaafd aan zinnelijk genot. Hij was zich op
sexueel gebied al lang te buiten gegaan.
Hij had een vrouw gekocht tot hernieuwde opwekking van
zijn zinnelijke lusten! Een vrouw tot werktuig zijner uit
spattingen
Misschien begrijpen jullie mij nog niet volkomen, althans
Helene niet, tienjarig kindje, Elise misschien; jij wordt nu
ook al zestien!
Wil geen van drieën dan de moeite doen tot volkomen
begrip. Eens, spoedig genoeg, komt de tijd, dat jullie van
zelf die dingen verstaan. Ach, het is zoo pijnlijk voor een
moeder te spreken over haar eigen sexueele aangelegenheden
tegen hare kinderen. Er is een godsdienst ik kan mij op
het oogenblik niet voor den geest brengen, welke het is,
maar er is een godsdienst, waar het alle ouders ten strengste
verboden is, te spreken tegen hunne kinderen over hun eigen
huwelijk aangelegenheden. Daarvoor is zooveel te zeggen.
Toch zal ik hier tot een duidelijk begrip der dingen deze
zaken meermalen ter sprake moeten brengen.
Eiken nacht, eiken nacht, op onze huwelijksreis, na de in
trede in ons witte huis tusschen de bergen, de hevigste baccha-
nalïen! Na enkele dagen was ik doodmoe; na eenige weken
uitgeput.
Toen gebeurde 't. 't Was op een stillen avond, dat ik alleen
was in het witte huis tusschen de bergen. Ik was dien gan-
schen dag alleen geweest. De heerlijke ligging van dat huis i
had me teruggebracht in een rustige, mooie, vredige stemming.
Het was me gelukt de gedachten aan hem, aan düt, op den
achtergrond te schuiven. Ik genoot van het heden. Ik zong
zacht voor mezelf en 't was me voortdurend, alsof ik de heer
lijkste muziek hoorde. O, kinderen, dat huis was zoo heerlijk
gelegen. Het richtte zich naar de bergen en scheen verheven
boven alles, wat laag was en vuil.
In het dal was een meer; aan den oever bloeiden witte
bloemen, die de gansche omgeving doorgeurden.
Het werd nacht. De heer des huizes kwam niet thuis. Ik
wachtte, jonge vrouw, nog geen twaalf week getrouwd. Hij
kwam nietIk schaamde me voor de bedienden, meer dan
dat 't me bedroefde voor mezelf.
De bedienden schenen hun heer te kennenEr was een
operagezelschap. Een van de zangeressen was een oude bekende
van mijnheer. Eukele hadden hem gezien met haar, een vrouw
van opvallende schoonheid. Dit vertelden ze mij. Het verder
verband was gemakkelijk te trekken. Ik voelde deze daad, als
de hoogst-ontrouwe en ongerechtigste daad, welke een vrouw
kon worden aangedaaDeen beleediging en vernedering tevens.
Ik durfde niet uit te gaan, was bevreesd voor de komst van
menschen, terwijl ik wachtte drie, vier dagen, al maar ver
geefs, op zijn thuiskomst.
Nu beschouw ik ditzelfde zoo heel anders: Was dit trouw,
zoo hij zijn bacchaualïen alleen tot mij beperkte En was dit
j ontrouw, zoo hij er een ander op vergastte en mij rust gunde
Ach, het mooie woord trouw is hier dan wel in zijn aller
laagste en allervuilste beteekenis genomen, terwijl deze zoo
genaamde ontrouw mij nu van weinig beteekenis schijnt.
Maar toen dacht ik er anders over, evenals de menschen
uit mijn omgeving. Het was mijn vader, die 't eerst bij mij
kwam.
Arm kind, liefkoosde hij, dat is vreeselijk voor je. En
aarzelend: Wil je weer met mij meegaan?, maar er aan
toevoegend en dit hopend Of kun je 't vergeven en ver
geten, wanneer hij weer terugkomt? De buitenwereld weet
er nog niet veel van, vermoed ik.
Dat nooit, riep ik hartstochtelijk en mijn oogen gloeiden
als vuur. Bij u terugkomen doe ik ook niet, vader, stelde ik
gerust, het zou niet goed zijn. Ik wacht hier zijn terugkomst
af en eisch dan onmiddellijk mijne scheiding.
Dien avond diende Jens zich bij mij aan. Ik sprak jullie
nog niet over hem. Waarvoor? Wij kenden elkaar al van kind
af. Veel hadden wij samen gespeeld. In mijn ongelukkigste
jaren echter was hij in Holland op kostschool. Als kind hadden
we veel van elkaar gehouden, maar ouder zijnde, waren wij
elkaar ontgaan. Ik wist niet, dat hij al terug was, toen hij
dien avond opeens voor me stond.
»Die ploert," was alles, wat hij uitstiet, waar hij mij ver
telde, wat ik al wist. Waarom ben je met hem getrouwd?
Ik hield toch van je en jij van mij. Waarom zou dat veranderd
zijn Je hadt moeten voelen, dat Ik je eens zou komeu halen.
Nu achteraf spijt 't me verschrikkelijk, dat we elkaar zoo
ontgaan zijn en ik je nooit heb geschreven. Wie bad ook
kunnen denken, dat jij je zoo vroeg zou laten uithuwelijken,
laat ik beter zeggen, verkoopen!