NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor do Provincie Utrecht. No. 47. Woensdag 13 Juni 1317. 46e jaargang. WAAaacavvfite. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG. DE OORLOG. BINNENLAND. Plaatselijk Nieuws. AaDgezien oils gebleken is dat er onder onzen naam zeer ondeugdelijke Naaimachines verkocht worden, zoo berichten wij dat op al onze Naai machines nevenstaand handelsmerk moet voor komen. Men late zich onder welk voorwendsel ook geen nagemaakte Lewenstein' machine aan praten. Yoor Amersfoort en Omstreken eenigste Agent W. KOMMER, Krommestraat 24, Amersfoort. De Firma A. LEW EN S TEIN UTRECHT, Cfl OORSTRA AT 14. Vffir ''ï'l.if Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 77. Telephoonu. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Engclschen en Duitechere. De militaire medewerker van de «Times" schrijft naar aanleiding van de overwinning bij MeessenMen heeft deo Duitschers voor gehouden, dat de ongebreidelde duikboot oorlog ons binnen G weken er onder zou brengen. Daarop bouwende, hebben ze zich de vijandschap der Vereenigde Staten en andere landen van be- teekenis op den hals gehaald. Wat ze verwacht hadden is echter uitge bleven en de Duitsche spionnen zullen den Duitschen opperbevelhebber nu wel hebben verteld, dat vergeleken met Duitschland Engeland niets te kort komt. De Duitschers hebban ook rond gestrooid dat wij bij Atrecht bezig zijn, da reserve aan munitie te ver schieten, die wij gedurende den winter hebben opgehoopt eo dat die weldra zal zijn uitgeput. De verdedigers van den heuvelrug van Meessen zullen waarschijnlijk die meening niet deelen. Hoewel wij, Engelschen, slechts be scheiden amateurs zijn in het groote spel van de oorlogvoering te land, beginnen wij te vei moeden, dat wij er thans beter voorstaan in alle op zichten dan de beroepsspelers. Wij zien in, dat de Duitschers het noodtg hebben, Hindenburg op te hemelen, maar wij hebben nog niet kunnen bespeuren, dat hij zoo'n hoog vlieger is. Hij en Ludendoiff hebben, sedert zij de leiding in het westen op zich hebben genomen, den oorlog daar ge voerd als zeer gewone veldheeren en behalve hun snoevende, misleidende berichten kunnen wij niets ontdekken, waarin zij uitmunten. 300.000 Man en 500 kanonnen te verliezen, als zij erkennen, dat zij in kracht ongeveer- ons evenaren, is dat een bewijs van krijgsmauskunst? Over 't algemeen komt het ons voor, dat Moltke en Falkenhayn het er even goed hebben afgebracht. Ten slotte kunnen wij van de over dreven Duitscbe verhalen omtrent onze verliezen, niet anders zeggen, dan dat onze mededeelingen vol komen met de waarheid kloppen. Of berekenen ze soms onze verliezen naar hun eigene? Prof. Fftrater steunt Prins Hohenlohe. De »Neue Züricher Zeitung" van 1 en 2 Juni bevat uitvoerige be schouwingen van de hand van Prof. Fr. W. Förster over de houding van Duitschland ten aanzien van de vredes- mogelijkheid, in het bijzonder naar aanleiding van de artikelen in bet zelfde blad van Prins Hohenlohe, welke onlangs zoo zeer de algemeen» aandacht hebben getrokken. Prof. Förster hoopt, dat de artikelen van Prins Hohenlohe velen tot na denken zullen stemmen, waartoe te meer reden bestaat, omdat men tegenwoordig immers ook in Duitsch land van alle kanten erkent, dat «ge brek aan goed begrip van de buiten- landsche psyche de oorzaak geweest is, voor vele noodlottige handelingen voor en gedurende den oorlog." Vol gens Prof. Förster ligt het zwaarte punt van het tegenwoordige conflict hierin «dat datgene, wat de in de Entente vereenigde volkeren als het allerhoogste oorlogsdoel beschouwen, is het doen ophouden van den be- waperiingswedstrijd na den oorlog eri het vestigen van een internationale vredesorganisatie." De schrijver is overtuigd, dat de Entente zoo lang zal blijven voortsnijden, totdat zij van Duitschland op een of andere wijze een betrouwbare waarborg zal hebben ontvangen, voor de verwezen lijking van dat doel. Dit zal bereikt kunnen worden door een militaire nederlaag van Duitschland, door de economische uithongering of door veranderingen in de inwendige poli tiek van Duitschland. Ondanks de verdere eischen, welke de Entente heeft gesteld, meent de schrijver toch, dat men zich voor alles voor oogen rnoet stellen, met welk een harts tocht de volkeren der Entente der gelijke toekomstgedacbten verdedigen «de zaak van den wereldvrede hangt thans uitsluitend hiervan af, dat een overweldigende meerderheid van het Duitsche volk zich principieel en on dubbelzinnig tegen alle annexatie's uitspreekt en juist daardoor duidelijk toont, dat het oprecht wil medegaan met de gedachte van een nieuwe volkerenorganisatie en alle voortzet ting van de oude bewapeningsellende verafschuwt". Na hulde gebracht te hebben aan Prins Hohenlohe, die deze gedachten nadrukkelijk naar voren heeft gebracht en na kritiek te hebben uitgeoefend op hen, die meenen, dat men zijn troeven niet uit de hand moet geven, zegt Prof. Förster: «De grootste troef, die wij nu kunnen medebrengen is deze, dat wij geen -troeven willen uitspelen Een vredescongres, waar men troeven medebrengt zal heelemaal niet plaats hebben. Wie dat nog niet ontdekt heeft, leeft in de meest noodlottige illusie, ook al is hij nog zoo zeer real-politiker". Als den ergsten vijand- van de mogelijkheid van vrede en van de toekomstige wereldbeteekenis van Duitschland, beschouwt de schrijver die kringen in Duitschland, die altijd nog spreken van de kust van Vlaan deren. Immers deze versterken het buitenland altijd nog opnieuw in de vrees, dat bet Duitscbe volk er niet van af ie brengen zal zijn, om ook in bet vervolg zijn grootste zekerheid te zoeken in de anarchie van Europa, in den internationalen bewapenings wedstrijd, in plaats van in gezamen lijke waarborgen van een vereenigde kuituurwereld. In de eerste plaats toonen zij op zich zelf reeds door dergelijke materieele macbtswaar- borgen eenzijdig op deD voorgrond te stellen, dat zij niet voelen voor den nieuwen vorm van een volkeren- samenleving Maar tevens doeu zij hiermede een nieuw onrecht aan het zoo zwaar getroffen Belgische volk, in plaats van de overige beschaafde wereld met zich te verzoenen, door dat zij trachten bet oorspronkelijke onrecht tegenover dit volk begaan weder goed te maken. De schrijver eindigt zijn eerste artikel hiermede, dat hij nogmaals nadrukkelijk betoogt, boe onjuist het is te gelooven, dat een werkelijk ver lossend woord van Duitsche zijde de oorlogsenergie van de tegenstanders zou verdubbelen, alsof Duitschland door meer te eischen meer zou im- poneeren en door radicaal afstand te doen den indruk zou maken, dat het aan bet einde van zijn krachten zou zijn. Integendeel, zoo begint de schrijver zijn tweede artikel, iedereen, die de pers van het vijandelijke buitenland bestudeerd beeft, moet weten, dat «het voor het aanzien van een Duit schen naam in bet buitenland op dit oogenblik niets van meer belang is, dan dat opvattingen, welke diame traal aan die van de ïall-Deutscben" tegengesteld zijn, in zoo groot moge lijke getale duidelijk tot uiting komen", hetgeen tengevolge van de Duitsche censuur alleen in de neutrale pers kan geschieden. Naar aanleiding van de vrees, dat het verkondigen van theorieën, als van Prins Hohenlohe, de kritiek van den vijand op de Duitsche Regeering zal versterken, vraagt Prof. Förster: »Moet men dan aan bet eigen volk de waarheid ont houden, alleen om te maken, dat men tot geen enkelen prijs het buiten land eenigszins geiijk zou geven?" Naar de meening van Prof. Förster ligt de groote fout van de Duitsche politiek in bet ontbreken van een groot programma, dat zich met de toekomst van Europa bezig houdt. Men spreekt en schrijft veel te een zijdig alleen van den Duitschen vrede en van de toekomstige ontwikkeling van het Duitscbe volk. Vervolgens bespreekt de schrijver de macht en den invloed, die de annexionisten in Duitschland be zitten en stelt vast, dat men niet met zekerheid kan bewjjzen, dat zij slechts in de minderheid zijn. Het treurige is, dat deze annexionisten hun eischen niet gronden op het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, maar dat zij alleeD strategische nood zakelijkheid betoogen, Duitscbe veilig heid verlangen, zonder rekening te houden met den toestand, die bier door in Europa zal worden geschapen. Een dergelijke wijze van vredesluiten wordt door de geheele wereld, die thans tegenover Duitschland staat, met de allergrootste beslistheid ver worpen. Alleen als de Duitsche Re geering in staat is, de annexionisten als een kleine groep die niet meer in aanmerking komt vau zicb af te scheiden, zal Duitschland aan de overige wereld afdoende kunnen toonen, wie eigenlijk in Duitschland de werkelijke macht in handen beeft. Ais Duitschland aan de Entente toe roept: »üij alleen zijt het immers, die den vrede niet wilt, die altijd maar weer onze vredesvoorstellen af slaat*, dan zal de Entente ant woorden: »Dat is zeker waar; want een vrede, dieD wij zoitden moeten sluiten met de groepen en mei de opvattingen, di9 thans bij u van in vloed zijn, zou heelemaal geen vrede zijn, zou in het geheel geen grond slag hebben, want uw annexioriisme getuigt nog heelemaal van oorlogs geest. Wij hebben derhalve heelemaal geen vertrouwen in u, zoo lang gij niet duidelijk getoond hebt die soort van menschèn de baas te zijn.* Prof. Förster eindigt tenslotte met den weosch uit te spreken, dat de waarschuwing van Prins Hohenlohe bepaalde kringen moge bevrijden van de gedachte aan materieele waarborgen alsof daarin bet loon voor de ge brachte offers zou kuDnen liggen, terwijl toch «alleen een moreele winst, namelijk een boogere trap van de volkerengemeenschap inslaat zal zijn zulke oilers goed te maken. Moge het Duitsche volk spoedig begrijpen, dat de grootste vijanden van een werkelijk duurzameo vrede in zijn eigen midden leven. Uitvoer van verseh fruit. De Minister van Landbouw heeft bepaald 1. als soorten van versch fruit, waarvoor consenten kunnen worden afgegeven, worden aangewezen kruisbessen, aardbeien, kersen, zwarte bessen, meloenen, perziken, druiven peren, appelen, pruimen, veenbessen, mispelen, hazelnoten, wal noten. Petroleum voor particulieren. Naar men verneemt is in overweging een petroleumvoorziening aan parti culieren. Indien men tot een beschikbaar stelling ook voor particulieren besluit, zal zij dezer dagen plaats vinden de juiste datum staat nog niet vast. De behoefte aan brandstof en het gebrek aan petroleum hebben eenige ondernemende ingezetenen van Noordeloos (een dorp in de Alblasser- waard) er toe gebracht te beproeven, zichzelf te helpen Een gedeelte van den polder al daar bestaat uit veenachtigen grond eo bij eeD voorloopige boring is nu gebleken, dat deze grond waarschijn lijk een zeer goed licht gevend gas zal opleveien. Voor de exploitatie is reeds vjrgunning verkregen en de installaties, voor de gasproductie en zuivering benoodigd, zijn iD de maak. Ook zal men probeeren turfbriketten le vervaardigen. Tegen den winter hoopt men zichzelf van gas en brand stof te kunnen voorzien. »Vad." Nieuwe aardappelen in het Westland komen reeds vrij veel aan de veilingen en brengen f4 Aföper 1/8 H.L. op. De volle oogst zal nog wel eenige weken op zich laten wachten. De vroegere jachtopziener v. B uit Breda, die al verschillende malen wegens jachtovertredingen terecht stond, had aan den Rijksveldwachter W. Parlevliet geboden hem f 100 tot f 150 per week en zulks gedurende 2 1/2 tot 3 1/2 maand uit te betalen, wanneer hij zijn smokkelbende liet passeeren Bovendien mocht de veldwachter elke week eens de smokkelclub «aan slaan" (verbalieeeren) om voor zich zelf den schijn te redden. Parlevliet had zich niet laten om- koopen, het aanbod gerapporteerd, ten gevolge waarvan door het O.M. bij de Rechtbank te Breda één jaar gevangenisstraf tegen v. B. werd geëiscbt. »Hbl." De vrijzinnige kiesvereeniging «Amersfoort'sGemeentebelangiizala.s. Maandag een ledenvergadering houden tot bespreking van de ophanden zijnde raadsverkiezingen en bet stellen van candidaten. Aftredend zijn in I de beeren Eysink (vrijz.) en Hofland (s.-d.), in II Koning (a-r.) en Houbaer (r.-k.) en in III Tromp van Holst (vrijz.) en Stadig(a.-r Naar wij vernemen heeft de heer A. J. Looxma van Weideren baron Rengers bericht van ontslagname als lid van den Gemeenteraad ingezonden. De heer A. H. van Kalken heeft bedankt als voorzitter der Commissie van toezicht op de Gemeentelijke Arbeidsbeurs. Ter voorziening in de vacature dragen Burgemeester en Wethouders voor ter benoeming de Wethouders J. W. Jorissen en N. Veis Heija. Hedenavond wordt in «Amicitia* door het comité «Actie tegen aan hangige Grondwetsherziening* een openbare vergadering gehouden, waar zullen spreken: mevrouw J. S. R. BaerveldtHaver en de beeren J. F. Baerveldt, candidaat voor de Tweede Kamer in bet district Amersfoort eD A. de Hullu uit Amsterdam. De heer J. Bennings, onderwijzer aan de Openbare Lagere Schooi alhier, heeft met ingang van 1 Augustuseei vol ontslag verzocht. De vaardigheidsproef»Zwemmen« van het N. O. C. werd in de plaatse lijke zweminrichting met gunstig ge volg afgelegd door de volgende heeren W. C. Baron van Randwijck, le Luitenant der HuzarenOpperwacht meester G. L. Walpot en de Wacht meesters J. van Ooijen, H. A. Snor, H. B. ten Geuzendam en H. Hilfetink. Op j.l. Maandag gehouden kaas markt waren aangevoerd 40 wagens, wegende 9150 K.G. De prijzen beliepen f55.—a f59. p. 50 K.G. Gestempelde f58.a 01.p. 50 K G. Alles ging vlug, van de hand.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1