NIEUWE *Èt Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht, gif SCHETSEN HIT DE RECHTSZAAL Zaterdag 17 November 1917. 46e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: KENNISGEVINGEN. DE OORLOG. BINNENLAND. No. 92. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 09. AOVER1XNTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. De Burgemeester vaD Amersfoort gelezen de circulaire No. 2210 Afd. Crisiszakeo Bureau Landbouw, be treffende scheuren van grasland dd. 12 November 1917 maakt bekend dat de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel de aandacht van de vee houders er op vestigt dat de vooruit zichten ten opzichte van den toevoer van veevoeder uit het buitenland zeer ongunstig zijn, zoodat de veehouders er op zullen moeten rekenen dat zij voor de voeding van hun vee in den winter 1918—1919 op het in eigen bedrijf verbouwde zullen zijn aan gewezen. In verband daarmede wordt den veehouders ernstig in overweging ge geven hun veestapel zooveel doenlijk- in te krimpen en zooveel mogelijk wintervoeder in eigeu bedrjjf te pro- dueeeren, hetgeen het best zal kunnen geschieden door één of meer petceelen grasland te scheuren en daarop voeder gewassen met name voederbieten en mangelwortelen te verbouwen. Deze gewassen gedijen op het gescheurde grasland uitstekend en leveren een belaogrijke hoeveelheid veevoeder voor den winter op, waardoor men minder afhankelijk wordt van den hooioogst. Voor het bekomen van de noodige inlichtingen kan men zich wenden tot de cultuurcommissiëo. Vooral de vee houders met een bedrijf, grootendeels uit grasland bestaande, dienen hieraan hunne ernstige aandacht te wijden. Het is toch duidelgk, dat bet niet wenschelijk is, dat in do bouwbedrijven thans veevoeder voor de veehouderij- bedrijveo wordt verbouwd, aangezien de bodem voor den verbouw van men- sckelijk voedsel moet worden aan gewend. De Regeering zal derhalve gedwoDgen ziju het verbouwen van veevoeder voor den handel tegen te gaan. Evenmin kan zekerheid worden gegeven, dat het vervoer van veevoeder uit de bouwstreken mogelijk zal zijn. Ook zal de Regeering verplicht zijn, om, voor zoover er nog veevoeder hetzij uit bet buitenland ingevoerd, hetzij uit het binnenland afkomstig kan worden gedistribueerd, daarvoor in de eerste plaats de zandboeren in aanmerking te doen komen. Ten einde de veehouders van de noodzakelijkheid te doordringen om dezen wenk zooveel mogelijk ter harte te nemen, zal in elke provincie door de cultuurcommissie, in overleg met de Rijksiandbouwleeraren, gedurende den winter de Doodige pro paganda voor het scheuren vangraslaDd worden gemaakt. In die streken, waar de landbouwers de noodige technische kennis missen, zal hun voorlichting worden verstrekt eu zooveel mogelijk ook hulp verleend. Van de gewestelijke en plaatselijke landbouworganisaties wordt verwacht, dat zij hierbij hare medewerking zullen verleeuen. Op de vergaderingen van alle land- bouwvereenigingen moet in dezen winter het scheuren van grasland een punt van de agenda uitmaken. Ook de zuivelbonden en besturen van zuivelfabrieken zullen een krachtigen steuQ kunnen verleenen. Waar vooits de in uitzicht gestelde premiën voor den verbouw van voedingsgewassen op gescheurd grasland te laag zijn ge bleken om eene uitwerking van groote beteekenis te kunnen hebben, worden deze als volgt veihoogd: GEWAS Premie per Maxim, der premie 100 K.G. per H.A. Tarwe7.50 250.— Kogge10.250. Haver7.50175. Erwten7.50 175. Bruine en witte stamboonen 7.50 175. Ook voor de teelt van gerst op gescheurd grasland wordt thans eene premie gegeven, en wel van f7.50 per 100 K.G. met een maximum van f200 per H.A. Deze premiën gelden ook voor die perceelen welke reeds bij de cultuur- commissiën waren aangegeven. Overi gens blijven de voorwaarden gelijk aan die, vermeld in de Nederlandsche Staatscourant van 16 Augustus 1917 No. 191. Onder grasland wordt uit sluitend verstaan blijvend grasland, dat niet korter dan 1 Januari 1913 in gras heeft gelegen. Eene uitzondering kan eene cultuurcommissie slechts toestaan, indien het betreft grasland op nieuwere ontginningen, waarvan de cultuur commissie de overtuiging heeft, dat zij voor blijvend grasland bestemd waren. Ten slotte doet de Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel eeo beroep op de landeigenaars, in wier pachtcontractan de clausule voorkomt dat geen grasland gescheurd mag wor den, om in het belang der volksvoeding zooveel mogelijk ontheffing van die bepaling te verleenen eventueel tegen betaling van eene billijke vergoeding door den pachter. Amersfoort, 14 November 1917. De Burgemeester voornoemd, VAN RANDWIJCK. De Burgemeester en Wethouders van Amersfoort maken bekend, dat in de week van 19 tot en met 25 November 1917 zal worden verkrijgbaar gesteld op bon No. 43: Gort 1 Bak- en braadvet 1 Rijst 2 Zeep 1 Varkensvleesch 3 Aardappelen 4 Dit wil dus zeggen, dat zij, die in bet bezit zijn van een booboekje voor meerdere personen,zooveel maal boven staande hoeveelheden kunnen bekomen, als hun boekje aangeeft, de getalsterkte van bet gezin staat met een groot cijfer op elke bon verrheld, uitgenomen op de bons van varkensvleesch. De bons voor aardappelen zijn welk cijfer hierop ook is vermeld slechts geldig voor 4 K.G. per bon. Vervolgens is goedkoops melk ver krijgbaar (voor hen, die daarvoor in de termen vallen) op bon No. 4 tot en met No. 11. ons per persoon. tv ons per persoon. K.G. Alleen op een geneeskundige ver klaring: kaarsen a 50 cent per pak van 300 gram en schemerlichten a 50 cent per doos. Amersfoort, 16 November 1917. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, De Secretaris, VAN RANDWIJCK. A. R. VEENSTRA. De ex-tsaar Nicalaas wordt keizer van Siberië? Naar de »Kölo. Ztg.c uit Kopenhagen verneemt, zou, volgens een daar uit Petrograd ontvangen telegram, Siberië zich onafhankelijk verklaard en den afgezetten tsaar Nicolaas tot keizer uitgeroepen hebben I De voedselvoorziening der neutralen. De regeering te Washington beeft onderhandelingen gevoerd met die van Japan en der noordelijke Europeescbe neutralen, waaronder ook Nederland, over de verschaffing van scbeepsruimte in ruil voor levensmiddelen, welke alleen de Vereenigde Staten kunnen leveren. Deze onderhandelingen hebben nu bijna bun beslag gekregen eu zullen Amerika de beschikking geven over pl.m. 400.000 ton scbeepsruimte. Japan krijgt daarvoor staal in ruil, tegen een piijs, die nader overeen gekomen zal worden. De Nederlaodsche schepen, die ter beschikking gesteld worden, zullen vermoedelijk Argentijnsche en Austra lische tarwe en Javasuiker naar Amerika vervoeren, maar eventueel zal de ge heele Nederlandsche vloot gebruikt worden, om voorraden naar Amerika te brengen eri vrachten van daar naar Nederland. Wij krijgen daarvoor levens middelen, waarvan de te verstrekken hoeveelheid later zal worden vast gesteld, voldoende voor ons noodzakelijk levensonderhoud, te berekenen op den grondslag van statistieken over den vroegeren uitvoer uit de Vereenigde Staten. Maar veevoeder krijgen wij niet, zoolang wij nog zuivelproducten uit voeren naar Duitschland en onze Re geering blijft weigeren, te dien opzichte verzekeringen te geven. Men verwacht, dat aan de thans Dog in Amerika lig gende Nederlandsche schepen nu wel spoedig verlof zal wordeo gegeven om te bunkeren, zoodra zij kolen kunnen krijgen. Inkomstenbelasting en Oorlogs winstbelasting! Niettegenstaande bet Departement van Financiën bij herhaling door middel van advertentie in de pers de aandacht van het publiek heeft ge vestigd op de strafbepalingen, welke in de wetten op de inkomstenbelasting ter zake van onjuiste aangiften voor die belastingen zijn opgenomen en daarbg in bet bijzonder beeft gewezeu op de wijze, waarop men zich straffe loosheid voor gedane onjuiste aangiften kon verzekeren, blijkt telkenmale dat dienaangaande nog niet overal juiste voorstellingen bestaan en dat menig een, die zich voor straf zou kunnen vrijwaren, dit nalaat en voortgaat op den eenmaal ingeslagen weg van wets ontduiking. Het schijnt daarom dienstig, nog maals ter kennis van belanghebbenden te brengen, dal iedereen die een on juiste aangifte voor die belastingen heeft gedaan en die geheel uit eigen beweging dit ter kennis van den inspecteur der directe belastingen brengt, er op kan rekenen dat ter zake van die onjuiste aangiften geen strafvervolging tegen hem zal worden ingesteld. En die straffeloosheid geldt niet alleen voor de valsche aangifte- zelf, maar ook voor het ingeleverd hebben van valsche balansen of andere stukken om de valsche aangiften te staven. door MaItbe Coebïau. 1 Vertrouweling. De gérant had hem indertijd uit medelijden in dienst genomen. Hij was een neef van z'n vrouw, en hij had 't weten door te drijven. Toen hij er met den «ober" over sprak, of die Man ushij kende hem toch wel, dat magere ventje, met z'n krom- achtige beenen, of die »in de zaal" te gebruiken zon zijn, toen had de ober 't nitgeschaterd. «Manus als kellnerl?" riep de ober uit, eerst even denkend dat de patroon er een grapje van maakte, "ja, dat zou prachtig zijn I Een magnifiek denkbeeld I" Maar de gérant bleef ernstig. Neen waarachtig, hij meende 't. Manus, van z'n vak eigenlijk barbier, was buiten betrekking geraakt. Men kon 't eens aanzien, hè Misschien viel 't mee. «Zal niet gaanzei ober, denkend dat de zaak daarmee uit was. Maar mevrouw hield vol. Vroeg haar man, of-ie zich nu waarachtig in z'n •igen zaak de wet liet stellen. Hij krabde zich achter het oor. Vroeg haar, of ze dan heelemaal niet dacht aan »den baas", den brouwer, die feitelijk de lakens uitdeelde. Er moet maar iemand bij hem klagen, dat er tegenwoordig allerlei onbruikbaar personeel vanwege de familieverwant schap in "Café-restaurant" "Les Saisons" werd aangenomendan hadt-ge de poppen aan 't dansen. Kreeg-ie met meneer Riegmans, van de brouwerij, de grootste ruzie. Hadden zij kans, dat over twee jaar, als z'n contract afliep, een ander aan boord werd gezet "Dat wil ik eens zien 1" zei mevrouw. En zelve ging zij den volgenden ochtend naar beneden. De ober, nog in zijn hemdsmouwen rondloopend, begreep half, waarom mevrouw-zelve kwam. De patroon was van lakscb-toegevende natuur. Maar zij had baar op d'r tanden. «Morgen-ochtend komt Manus Blauw hier als kellner, ober" zei ze «meneer had vergeten 't je gisteravond te zeggen." En zij wachtte verder geen antwoord. Deelde nog enkele orders uit. Ver dween toen weer naar boven. De gérant ontweek ober dien dag zeer duidelijk. En de drie kellners in "Les Saisons" wisten 't natuurlijk binnen een kwar tier. Neefje van gérant als nummero vier. De spoeling weer zooveel dunner. Natuurlijk werd-ie bevoorrecht. De koppen werden bij elkaar gestoken de stemming werd wrevelig, bij voorbaat vijandig. Es- bij kwam 1 Een van de "collega's" kende hem al. De anderen proestten 't uit. gierend van jool. Zich patsend op knieën en dijen van de pret. Dat een kellner Mager, scbuwig, droog kereltje. Met een uitgerekt hoofd, door kinder halsje aan de romp verbonden. Rond- trippelend zonder te weten wat-ie eigenlijk doen moest. In het ver- bouwereerd-zijn niemand goed ver staande, alles tot twee-of driemalen navragend. Onbeholpen, totaal-onge traind, zich voelend als kat in vreemd pakhuis. En hij kwam in de fel-vijandige atmosfeer bij de concurrenten-kame raden. Als-ie wat vroeg, dan gaven zij hem of geen antwoord of averecbt- sche inlichtingen. Zoodat al enkele malen de menscben geklaagd hadden. En toen 's middags de deftigste der stamklanten, een notaris, vlak in de buurt wonend en die geregeld even z'n krantje kwam inkijken, mopperde over «dien mallen nieuwe bediende", haastte ober zich 't aan gérant over te brengen. Dat ging niet hoor IOp deze wijze zou de zaak misloopen. Ober stond voor-niks meer in Maar de gérant baalde de schouders op. Zei, dat 't misschien nog wel beter zou gaan. 't Was de «vreemdigheid".... Manus bleef. Hij deed z'n best. Stond soms treurig, droevig te kijken met zijn ingezonken oogen. Was nederig-beleefd, ook tegen de kameraden. Klampte zich aan 't baantje vast. En toen-ie een dag of wat in «Les Saisons" bezig was geweest, kwam de portier hem waarschuwen«Manus, daar is een dame voor je, hoor! Ze staat te wachten. Gauw jongl" Hij werd bleek. Vroeg den ober, of-ie «een paar seconden" even absent mocht zijn. 't Was in den slappen vroeg-iniddagtijd. De collega's holden naar den uitgang, proestend van jool. Daar stond een klein, vaal, leelijk menschje. Een nog jonge vrouw met mopneus en schrale wangen, 't Meisje van ManusZij wisselden een woord-of-wat. Toen kwam hij weer terug. En ze namen hem er-tusschen of dat een manier was om z'n meisje te behandelen I Waarom hij z'n verloofde niet be hoorlijk een zoen bad gegeven. Of ze erg, beuscbelijk verliefd op 'm was Hij antwoordde niet. Deed z'n best om te glimlachen. Maar ze merkten best, dat Manus treuriger, somberder was nog, dan anders. «Wat 'n lijkbidderI" zei een van de collega's. Er was geen eer te behalen aan «den antieke", zooals ze hem noemden. Maar één bleef ernstig. Dat was die van de gitzwarte oogen, het kaalgeschoren gezicht en de keel stem. Die steeds zoo onbeleefd was voor de klanten. Van wien zij wisten, dat die centjes uitleende en met dat bedrijfj e aardig wat binnensmokkelde. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1917 | | pagina 1