NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad NÉT voor de Provincie Utrecht. EENEMÉSAILLIANCÏ No. 40 Zaterdag 18 Mei 1018. 47e jaargang. VERSCHIJNT- WOENSDAG W ZATERDAG: VEELZIJDIGHEID. I BINNENLAND. Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. ingezonden stnkkenin te zenden uiterlijk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever O. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Het wordt dikwijls als een lof spraak bedoeld, wanneer iemand wegens zijn ïveelzijdigheid" wordt genoemd. Of dit oordeel wel ge heel zuiver is, mag wel eens onder zocht worden. Den keizer van Duitschland zal het weinig hinderen, dat hij be halve als hoofd van een machtigen staat en opperbevelhebber van een niet minder machtig leger, ook op treedt als teekenaar, als compo nist, als letterkundige. Zou menig ander, veel lager geplaatst in de samenleving, dit ook zoo maar kunnen doen? Zelfs voor vorsten had het soms zijn nadeelige zijde, als zij hun hoofdtaak te veel voor andere dingen lieten varenhet zou bijv. goed geweest zijn, als Lodewijk XVI den tijd, dien hij voor zijn liefhebberij-vak, het slo- tenmaken, had gebezigd, liever besteed had om den toestand van zijn land en volk beter te leeren kennen en zich beijverd had tege moet te komen aan de meest dringende eischen van zijn tijd. Men verhaalt van tal van vorstenzonen in onze dagen, dat zij een of ander ambacht leeren; waarschijnlijk niet met de bedoeling om, mocht in de toekomst hun affaire eens verloo- pen, zij buitendien een middel zouden hebben om aan den kost te komen, maar om daarmede ge tuigenis af te leggen van hun achting voor het handwerk. In dat opzicht is het iets zeer eerbied waardigs. Doch wat hoofdzaak is, moet hoofdzaak blijven, en niemand zal zeggen, dat een vorst zijn taak goed begrijpt, als hij liever in zijn werkplaats zich opsluit dan een ministerraad presideert. Wij gewone stervelingen hebben ook, behalve onzen eigen werk kring, een of andere liefhebberij bij de hand waaraan wij onze vrije uren geven. Dat is voortreffelijk, inzonderheid wanneer zij dient om den geest levendig te houden en het evenwicht der vermogens be waard te doen blijven. Handen arbeid als middel van .ontspanning is zeer aan te bevelen voor de genen, die met het hoofd moeten werken en het groote voordeel van slöd-onderwijs is, dat het daarvoor de geschiktheid aankweekt en den lust doet ontwaken Zijn de werk zaamheden van eenigszins eento- nigen aard, de kunst in haar ver schillende uitingen geeft een zeer wenschelijke verpoozing en het is niet zonder reden dat vereenigin- gen tot beoefening van toonkunst of tooneelspel in alle klassen der maatschappij veel bijval vinden. Doch dat alles binnen zekere grenzen. Wat uitsluitend tot uit spanning moet dienen, mag in geen geval afbreuk doen aan de hoofd taak. Deze eischt, zoolang men zich roet haar bezighoudt, den geheelen mensch. Dit klemt temeer, naarmate op elk gebied meer wordt gevergd. De hedendaagsche maatschappij is een strenge meesteres, die niet met halve krachten gediend is. Het beste is voor haar ternauwer nood goed genoeg. Wie haar wil dienen en dan ook aanspraak ma ken op wederdienst, moet weten, dat hij niets mag terughouden van hetgeen hij in staat is te geven. Deze waarheid behoort reeds bij de voorbereiding op den voorgrond te staan en levendig te worden gevoeld. Is eenmaal de beroeps keuze gedaan, dan moet men zich van den aanvang af voorstellen, in dien werkkring het hoogste te bereiken. Ook wij vreedzame strij ders op het arbeidsveld, zijn geen goede soldaten als wij ons niet bewust zijn den maarschalkstaf in den ransel te dragen. Maar dan ook onze krachten niet verdeeld. Het oude spreekwoord van de twaalf ambachten met de daaraan verbonden gevolgen, heeft nog een wijdere beteekenis dan er gewoonlijk aan gehecht wordt. Wie streeft naar een denkbeeldige veel'ijdigheid zal in den regel be drogen uitkomen. Er zijn hier en daar enkele bijzonder begaafde personen en de geschiedenis heeft van zulke de herinnering ook bewaard wien het gelukt op meer dan één gebied uit te munten, die, als het ware spelende, een massa moeilijkheden wisten uit den weg te ruimen en de schatten hunner vermogens in verschillende richtingen ten toon spreidden, zóó, dat er aan alle kanten overvloed was. Maar een zoo onbetwistbare veelzijdigheid behoort tot de groote zeldzaam heden nagenoeg alle menschen, die een belangrijken arbeid onder nomen hebben en daarin naar wensch zijn geslaagd, hadden hun succes hieraan te danken, dat zij een doel nastreefden en in de be reiking er van al hun krachten aanwendden zonder zich door iets anders uit den koers te laten brengen. Wie iets worden wil in de wereld, moet dat willen met geheel zijn ziel. Door van het een naar het andere over te gaan en aan allerlei dingen de aandacht te wijden, beschrijft men al voort schrijdende wel mooie zigzaglijnen, maar de weg wordt verbazend lang en het is zeer de vraag of men wel lang genoeg zal leven om toch op die manier het einde te bereiken. Met de studie is het niet anders. Aan jongelieden, die iets worden zullen in de wereld, kunnen wij niet ernstig genoeg op het hart drukkenLaat u niet verlokken door het streven naar een veelzijdig heid die de vermogens versnippert en den geest onrustig maakt. Hondt één doel voor oogen en doet al wat ge kunt om dat te bereiken. Onze voedselvoorziening. Een bij uitstek bevoegd deskundige op landbouwgebied gevraagd naar de vooruitzichten van onze voedselvoor ziening gaf als zijn meening te kennen, dat de perspectieven voor den aan staanden winter veel gunstiger zijn dan dit voor den winter 1917'18 bet geval was, mits zoo volgde hierop, geen al te groote misslagen werden ge maakt. Duizenden telen nu op grooter of kleiner stukjes grond booDen en aard appelen. Zoo werd in Noord-en Zuid- Holland alleen reeds 2000 bunders meer dan bet vorig jaar met bruine boonen beplant. Ditzelfde geldt na tuurlijk in meerdere of mindere mate voor de andere provincies, zoodat indien alles meeloopt de opbrengst van bruine I boonen belangrijk grooter zal zjjn dan ooit bet geval was. En wat den te verwachten aard appeloogst betreft, ook hier zijn de vooruitzichten zeer gunstig, alleen er moet voor worden gewaakt, dat niet, zooals in 1917 bet geval was, de boeren de klei-eigenheimers en borgers; dus de wmteiaardappelen. als vroege aard appelen rooien en uitvoeren. Verleden jaar is dit op groote schaal gedaan. zoodat een goed deel der winteraard appelen de grens overging. Ons land teelt ongeveer 50 millioen H.L. aardappelen; voor den Nederl. consument is 20 millioen H.L. noodig, de aardappelmeelfabrieken verbruiken 15 k 16 millioen H.L., zoodat bijeen behoorlijke regeling het niet behoeft voor te komen, dat er een tekort aan aardappelen is. Door den Minister van Landbouw is in October 1917 door zijn verbod van bet vervoeren van aardappelen een groote fout begaan. Zij, die gewoon waren 's winters aardappelen op te doen, waren daartoe nu niet in de gelegenheid en de boeren voerden het vee met beste klei-aardappelen en lieten bet volk de veenaardappelen eten. Van deskundige zijde is den Minister van Landbouw nu een regeling voorgelegd om een dergelijke herhaling te voor komen. En wat de vieescbvoorziening betreft, het afslachten van een balf millioen runderen van November 1917 tot Maart 1918 heeft den veestapel niet in ge vaar gebracht. De Ned. veestapel was veel te groot voor ons land. Dit hinderde in normale tjjden niet, maar nu de aanvoer van veevoeder stilstaat, kon zonder bezwaar tot afslachten van een deel van het vee worden overgegaan. Langs dezen weg is nu bereikt, dat de Nederl. bodem zonder bijvoedering van krachtvoeder in staat is het vee te voeden en tegen Augustus zal er weereen behoorlijkehoeveelheid vleesch en vet zijn. Dan kan er ook sprake zijn van een behoorlijke distributie van vleesch en moet er streng voor worden gewaakt, dat niet weer een stelsellooze afslachting plaats heeft. Ook voor de zuivelproductie zijn de omstandigheden met ongunstig en aan gezien tarwe en rogge in groote mate zijn uitgezaaid, kunnen de Nederlanders zonder groote vrees den komenden winter tegemoet zien. PETJILLETOIT. 17) Eene poging om hem te doen ont vluchten en buiten bereik van de straf te stellen, was bijgevolg niet doenlijk. Ook zou het te bezien zijn, of de zoon in de overtuiging dat zijn vader bet niet tot een vonnis zou lateu komen, wel zou willen medewerken, tot een maatregel die hem verder van zijn doel het begeerde huwelijk dan te voren zou brengen. Na een langdurig onderhoud, ver liet de heer van Hermelo den advocaat, wien hij volmacht gelaten had, met de tegenpartij te onderhandelen, en de som bepaald, die bij de weduwe mocht toezeggen, als zij finaal van de aan klacht beloofde af te zien. De heer van Hermelo die bij onder vinding wist, welk een krachtige hef boom bet geld daarstelt, keerde tame lijk gerustgesteld naar huis, waar hij zijne vrouw op de hoogte van 't geval bracht. Mevrouw van Hermelo was zeer ontstemd. Zij zag in verbeelding Filip gevonnisd en in de gevangenis; vaD Hermelo beweerde dat de weduwe wel eieren voor baar geld zou kiezen. Hij had inlichtingen naar baar doen nemen, die behalve dat zij hem in zijn verzet tot een echtverbond van zijn zoon met hare dochter versterkt hadden, hem hoop gaven, dat zij zijn geldelijk aan bod niet af zou slaan. De som was voor baar stand althans belangrijk genoeg, om baar te bevredigen, meende hij, en werd zijne vrouw dan ook gerustgesteld door zijn betoog. Het bleek evenwel dat bij dien aangaande in een dwaling verkeerde, want zonder aarzelen, liet de weduwe hem te kennen geveci, dat zij tot geen transactie te bewegen was. Zij was te schrander om zich te laten verblinden door een dadelijk voordeel, dat de deur voor alle toekomstige voordeelen af sloot. De fabel van de gouden eieren leggende hen, was baar niet onbekend. Zicb daaraan spiegelende, wilde zij het kapitaal in stand doen blijven, om voortdurend de renten er van te kunnen genieten. De heer van Hermelo be rekende zij, zou zijn zoon niet aan zicbzelven overlaten. Maar zelfs ai ver strekte hij hem geen toelage, dan kwam tocb eenmaal een deel van zijn vermogen aan Filip, en dat de beer van Hermelo een rijk man was, daarvan was zij overtuigd, door de inlichtingen die zij van haar kant bad doen nemen. Moest zij alzoo een tijdlang tot onder houd van 't jooge gezin van haar zijde bijspringen, dan was dat maar uit geschoten geld, dat later met interest weder binnen zou komen. Het antwoord dat de Utrechtsche advocaat aao zijn Amsterdamschen ambtgenoot gaf, behelsde dan ook eeo categorische weigering van elke trans actie. Hij bleef bij bet alternatief, den beer van Hermelo door zijne cliënte gesteld, de keus namelijk tusschen de aanklacht of een huwelijk. Het einde was dat de Weduwe haar zin kreeg. Nochtans wist van Hermelo's raadsman als voorwaarde tot zijne toe stemming te bedingen, dat er de minst mogelijke publicatie aan 't huwelijk gegeven zou worden. Met name, moesten behalve deonontbeerlijke ge tuigen, geen bloedverwanten, vrienden noch vreemden tegenwoordig zijn, en mocht er evenmin door brieven als door aankondigingen in de couranten, kennis van gegeven worden. Aanvankelijk had de weduwe met die bepaling geen genoegen willen nemen, baar raadsman bad baar echter overreed, op dit punt toe te geven. Zij moest niet, meende hij, het onderste uit den kan willen hebben, want als zij stijf op haar stuk bleef staan, kon de vader wel eens zoo boos op zijn zoon worden, dat bij hem aan zijn lot overliet. Wel werd de jongeling dan tot straf veroordeeld, maar bare dochter, wier goede naam, door de openbaarheid van 't proces verloren ging, zou alle hoop op een wettige verbintenis, met wien ook, moeten opgeven. Bovendien mocht niet uit het oog verloren worden, dat Filip op vrije voeten was, en indien bij gewaarschuwd werd, zicb aan bet toezicht dat zij op bem bielden onttrekken kon, daar vooralsnog er geen aanklacht tegen hem ingediend zynrie, niemand bet recht bad, bem te beletten bet land te verlaten. VIII. HET HUWELIJK. Daar de weduwe Saffier er nu in toestemde dat Filip Saartje bezocht, werd hij spoedig met het heuglijke bericht bekend, want op welke wijze bet concent verkregen was, werd voor hem en Saartje geheim gehouden. Filip vermenende dat bet uit genegenheid was, dat zgn vader toegegeven had, haastte zich een brief te schrijven, waarin hij in warme bewoordingen zijn dank voor dat bewijs van liefde be tuigde. Hij meende er uit op te mogen maken, de vergiffenis van zijo vader verworven te hebben. Tocb wilde hij bet huis dat bij op zulk eene onvoegzame wijze verlaten had, niet weder intreden voor dat hij daartoe verlof gekregen had. De brief die zijn vader hem naar Londen geschreven bad, was door ziju spoedig vertrek rao daar, niet in zijne banden gekomen. Hij wist dus Diet,

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 1