NIEUWE ieuws- en Advertentieblad voir ie Provincie Utrecht. EENE MÉSAILLIANCE. No. 44. Zaterdag 1 Juni 1018. 47e jaargang VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: Gemeenteraad. ersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 8 maanden 1. Franco per post door het gelieele Rijk 1.15. Afzond er lp k e Nummers 6 Cent. Ingezonden stnkkenin te zenden uiterlpk Dinsdag en Vrijdag. Uitgever G. J. SLOTHOUWER BureauLangestraat 73. Telephoonn. 69. AD VERTENTIËN: Van 16 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. In de j.l. Dinsdagavond door den Burgemeester Mr. Graaf van Randwijck gepresideerde openbare vergadering van den Raad dezer gemeente waren alle leden aanwezig. Na goedkeuring der notulen volgde de mededeeling der navolgende inge komen stukken: Brief van Gedep. Staten van Utrecht dd. 29 April 1918, 5e Afd. No. 423/277, waarbij wordt toegezonden een uit treksel uit'i Koninklijk Besluit dd. 10 April 1918, No. 104 tot opnieuw goed keuring der verordening tot helling van schoolgeld voor bet genot van openbaar lager onderwijs aan descbolen A, B, C en D. Voor kennisgeving aangenomen. Afschrift van bet besluit van Ged. Staten van Utrecht dd. 29 April 1918, 3e Afd. No. 695/620, waarbij wordt verdaagd de beslissing op bet Raads besluit dd. 26 Maart 1918 tot aankoop van het fabrieksgebouw van de voor malige stoomschoenfabriek »de Een hoornaan de Papenhofstede met kantoren en winkelruimte aan de Lavendelstraat. Idem. Alsvoren dd. 13 Mei 1918 3e Afd. No. 872/684, waarbij wordt goedge keurd het Raadsbesluit dd. 30 April 1918 tot kostelooze overneming van een strook grond, gelegen voor het perceel Utrecbtscheweg 42. Idem. Alsvoren dd. 13 Mei 1918, 3e Afd. No. 871/683, waarbij wordt goedge keurd het Raadsbesluit dd. 30 April 1918, tot kostelooze overneming van een strook grond, gelegen voor het perceel MuurbuizeD 125. Idem. Brief van Ged. Staten van Utrecht dd. 13 Mei 1918, 3e Afd. No. 473/318 houdende het ontvangst-bericht der vorordening, houdende het verbod van het gebruik van gas uit de gemeente lijke gasfabriek en van electriciteit door middel van het gemeentelijke kabelnet op bepaalde plaatsen en be paalde tijdstippen. Idem. Brief van den Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel dd. 25 Mei 1918 No. 31175 Afd. crisiszaken houdende mededeeling, dat aan het door B. en W. ter uitvoering bij Raadsbesluit dd. 2 Mei j.l. gedaan verzoek om over te gaan tot inven tarisatie over het geheele land van alle voorradige levensmiddelen enz. de volle aandacht worde geschonken. Idem. Adres dd. 27 Mei 1918 van de Hoofdbesturen van den Nederlandschen Bond van Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven en van den Algern. Nederl. Ambtenaarsbond hou dende verzoek niet over te gaan tot instelling eener Commissie van bijstand in het beheer van de zaken, in be trekking staande tot de rechtspositie van het personeel der gemeente en zijne bezoldiging, alsmede van eene Commissie bestaande uit vertegen woordigers der organisaties van ambte naren en werklieden. Te behandelen bij p'unt 10 der Agenda. Adres dd. 24 Mei 1918 van het Bestuur der Konijnenfokkersvereeni- ging te Amersfoort, waarin de weu- schelijkheid wordt betoogd om o.m. de konijnteelt te bevorderen door het verleerien van subsidie aan vereeni- gingen, welke zich met die teelt bezig houden. In banden gesteld van B. en W. ter fine van advies Adres dd. 25 Mei 1918 van bet Bestuur der Vrijzinnig Democratische Kiesvereeniging «Amersfoortsch Ge- meentebelang« boudendeverzoek terug te komen op het Raadsbesluit dd. 2 Mei 1918 tot verwerping van bet voorstel van B. en W. inzake de ver bouwing van een der localiteiten van de voormalige schoenfabriek »De Een hoorns tot winkel voor den gemeen telijken verkoop van levensmiddelen. De Voorzitter zegt, dat B. en ,W. voorstellen dit adres voor kennisgeving aan te nemen uit differentie voor den Raad. De heer Nijnatten wijst op de on voltalligheid in vorige raadszitting, tbans voltallig zijnde, stelt hij voor do zaak op nieuw aan de orde te stellen, waarom bij na afloop der agenda 't punt ter sprake wil brengen. Adres dd. 21 Mei 1918 van het Bestuur der Afd. Amersfoort van den Bond van gemeente-politiebeambten in Nederland houdende verzoek met ingang van 1 Juni 1918 de tractemen- ten voor den hoofdagent, de brigadiers en agenten van politie met f 5.per week te verboogen en voor even- tueele overuren f 0.50 per uur uit te betalen. In handen van B. en W. om advies. Adres dd. 22 Mei 1918 van het Bestuur der Afd. «Amersfoorts van den Bond van Nederl. Onderwijzers, houdende verzoek om het berbalings- onderwijs te bezoldigen met minstens f 60.per wekelijksch lesuur en aan het hoofd van het herhalingsonder- wijs minstens f 100.uit te keeren voor den jongenscursus en een even groot bedrag voor den meisjescursus. Idem. Adres dd. 12 Mei 1918 van het Bestuur der Afd. Amersfoort van den Jongelieden-Geheelontboudersbond, houdende verzoek om voor bet kam peeren van een 400-tal leden van dien Bond van 9 tot en met 19 Augustus a.s. te mogen beschikken over een der Gemeente-terreinen. Idem. Adres ingekomen 13 Mei jl. van het Bestuur van den Alg. Nederl. Straat- makersbond, houdende verzoek bet loon van het straatmakers-personeel in overeenstemming te brengen met den geldenden loonstandaard. Idem. Adres dd. 30 April 1918 van het Bestuur der Ver. Handelsschool voor Amersfoort en Omstreken", houdende verzoek bet Gemeentelijk subsidie voor 1918 te bepalen op f7745.Idem. Adres dd. 20 Mei 1918 van Mevr. ToxopeusStoppendaal, houdende verzoek haar te ontheffen van hare functie als lid der Commissie van toe zicht op het lager onderwijs. Idem. Brief dd. 22 Mei 1918 van B. en W. waarbij zij in overweging geven te berusten in de beslissing van den Minister van Staat, Minister van Bin- nenlandsche Zaken, omtrent het Raadsbesluit dd. 26 Maart j.l. tot uitbreiding van het aantal vaste leeraren in de oude talen aan bet gymnasium. Voor kennisgeving aangenomen. Brief dd. 3 Mei jl. van bet Bestuur der Afd. Amersfoort en Omstreken van de Nationale Vereeniging tot steun aan miliciens, waarbij een verslag der werkzaamheid dier afdeeling over 1917 wordt toegezonden. Idem. Brief dd. 17 Mei 1918 van het Burgerlijk Armbestuur waarbij ter goedkeuring wordt aangeboden dele aanvullingsbegrooting voor 1918. Idem. Proces verbaal van de op 6 Mei 1918 plaats gehad hebbende opneming van kas en boeken van den Gemeente ontvanger. Idem. Afschrift van het Besluit van Ged. Stalen van Utrecht, dd. 22 Mei 1918, 3e Afd. No. 879 702, waarbij wordt goedgekeurd bet Raadsbesluit dd. 27 Nov. 1917/30 April 1918 tot uitgifte in erfpacht van een perceel grond aan den Doodenweg aan het Bestuur der stichting «Internationale school voor Wijsbegeerte". Idem. Tot onderwijzeres aan school G wordt benoemd mejuffrouw A. G. van den Berg, te Leusbroek, en aan school F mejuffrouw J. G. van Maanen, alhier. Beiden verkregen 18 stemmen. Als regent aan 't Burgerweeshuis wordt benoemd door 't lot Jhr. Von Wrangel auf Lindenberg, die met notaris A. P. Schroder 9 stemmen op zich vereenigde. De heer D. de Groot werd benoemd tot herschatter der dranklocaliteiten. Een voorstel van B. en W. om den heer Tj. Kielstra definitief aan te stel len tot leeraar in bet Hebreeuwsch aan het Gymnasium werd goedgekeurd. Het voorstel tot in trekking vandeaan- stelling van den heer L. Leopold als tijdelijk leeraar in de Nederlandsche taal aan het Gymnasium en de voor malige gemeentelijke H. B. S. werd na enkele opmerkingen der heeren Lein- weber en Nynatten goedgekeurd. De Voorzitter lichtte hierbij toe, dat de heer Leopold nooit in functie is geweest. Ook 't voorstel tot wijziging dei- Bouwverordening mocht z. d. of h. st. deo hamer des voorzitters passeeren. Dat van de Commissie van Wet geving tot wijziging van de verordening betreffende bet toelaten van kinderen tot lichtbeeldenvertooningen,vond nog al eenige tegenkanting, hoewel 't ten slotte met 17 tegen 2 stemmen werd aangenomen. De heer Leinweber vond 't advies der Commissie onbeduidend en meende dat uit de belastingen op openbare vermakelijkheden moest gehaald wor den, wat te balen was. De Voorzitter merkte op, dat 't advies luidde: zeer wenschelijk, doch niet noodzakelijk. Verwijzende naar Amsterdam, toonde hij het nut der verordening aan, vooral daar in dezen crisistijd 't ouderlijk gezag zooveel te wenschen laat. Den heer Leinweber heeft het ook ver baasd, waar de jeugdige bezoekers uit den werkmansstand 't geld vandaan haalden, om de film-vertooningen bij te wonen. De heer Nijnatten vroeg wat te doen als 18-jarigen al gehuwd zijn? De Voorzitter meent, dat in sommige gevallen dispensatie kan worden ver leend, terwijl de beer Leinweber de jongens van 't herhalings- of vak onderwijs wilde doen genietendat is nuttig en houdt ze meteen vaQ de straat af. Het voorstel tot uitkeeririg van een schadevergoeding aan de aannemers van den nieuw aangelegden verbin dingsweg achter de Cavalerie-kazerne was den heer Stadig niet erg duidelijk, als vermeldende de toelichting niet, FEUTLLETOIT. 18) Naarmate Filip minder geduldig, de onbillijke eischen van Saartje om geld tot kleeding of vermaak uit te geven aanhoorde, ontaardden weldra die woordenwisselingen in huiselijke twisten. Als het tot een openlijke vredebreuk kwam, liet hij haar alleen en begaf hij zich naar het ouderlijke huis, waar hij nu langzamerhand er toe gekomen was, van tijd tot tijd het middagmaal te gebruiken, of wel bracht bij den avond met vrienden in 't koffiehuis, of in den schouwburg door. Wel werd de vrede weder her steld, maar die breuken kwamen zoo dikwijls voor, dat de vrede nooit van langen duur was. In Saartje's aard lag het niet te treuren eD 't hoofd te laten hangen. Zocht Filip zijn genoegen elders, welnu dan bleef zij ook niet thuis, of bleef er niet alleen. Met de Zomers was haar omgang steeds zeer intiem gebleven, en van het stelsel uitgaande, de vrienden onzer vrienden ook als de onzen te beschouwen, ontbrak het baar niet aan kennissen, om den avond bij hen te gaan doorbrengen of bij zich aan huis te vragen. Soms ook gingen zij samen 's avonds naar den schouwburg, noch tans waren Filip's middelen te beperkt om dat dikwijls te doen. Des Zondags zaten zij in gezelschap van de Zomer's in het Paleis voor Volksvlijt. Toen het hem om Saartje te doen was, lette hij niet op, dat die lieden een veel geringer toon hadden dan zijns gelijken. Nu bemerkte hij dat, en bad hij veel liever met Saartje alleen, of ook wel thuis gezeten, maar daar wilde zij niet van hooren. De Zomers en hunne bekenden waren vroolijke lieden, en Filip was zoo saai, meende Saarlje. Het huwelijk vau Filip bleef in den kring, waartoe zijne ouders behoorden een geheim. Wel werd hij met Saartje gezien en waren er eenigen achter gekomen, dat bij niet alleen woonde; dezen hielden het voor een dier on wettige verhoudingen, die men gewoon is in de samenleving officieel te igno- reeren, en die den man, zelfs van de zijden dergenen die er officieus van ingelicht zijn, niet benadeelen en niet op den index van gezelschapsbijeen komsten plaatsen. De heer en mevrouw van Hermelo zagen hunne vrienden bij zich aan huis, en daar dezen er van tijd tot tijd Filip aantroffen, ontving hij ook uiiooodigingen van ben tot 't bijwonen van middag- en avondpartijen. Hoe ongunstiger Saartje's humeur was, boe minder hij die uitnoodigingen van de hand wees. Daar de weduwe Saffier geenszins een vertrouwende aard had, wilde zij nooit hare zaken aan een winkel bediende overlaten. Zij verliet bijgevolg zelden haar huis, evenmin de stad harer inwoning, maar daar Filip des Zondags vrije beschikking over zijn tijd had, kwam daarentegen het jonge echtpaar haar dikwijls te Utrecht be zoeken. Echter brachten zij er alleen den voormiddag door, want Saartje liep niet gaarne het avondconcert in het Paleis voor Volksvlijt mis. Minder was dat wegens de muziek dat zij er op gesteld was dan wel omdat zij gewoon was er hare be kenden te ontmoeten. Zij was dan even luidruchtig als- de anderen, zoo dat zij tot Filip's leedwezen de aan dacht der omringers niet zelden trok. IX. GETROUWD. Toen Saartje trouwde en Filip naar geen huwelijksgift vroeg, had de weduwe baar aangeraden niet van haar spaarpot te spreken. Zij zou die voor haar bewaren, als-een appel voor den dorst, zooals zij zich uitdrukte. Saartje had zich daartoe laten over reden, en siüds bet voorkwam, dat Filip aan haar aanvragen om geld, voor persoonlijken opschik of voor genoegen niet altijd voldeed, was zij blijde die ressource voor hem geheim te hebben gehouden. Er ging dan ook menige brief naar Utrecht, om uit die bron te putten, maar al kon zij op die manier aan de begeerten die bij haar opkwamen voldoen, was zij niet minder ontevreden op Filip, daar hij niet had willen mediawerken. haar een dusdanig genoegen te verschaffen. Saartje liet niet na, hare moeder deelgenoot te maken van de grieven die zij vermeende, tegen Filip te kun nen inbrengen. Hoe zachtmoedig van karakter Filip ook was zoodat hij, ware het eenigszins doenljjk, zich tot toegeven bereid toonde, waar het op geldelijke eischen die hij boven het bereik zijner middelen achtte aan kwam, bleef bij weigerachtig. Het gevolg was, dat de vooringenomenheid van de weduwe Saffier met haar Schoonzoon hoe langer hoe meer af nam. Zij had eeDe geldelijke toelage van de zijde van den Heer van Her melo verwacht. Deze was gereed geweest daaraan te voldoen, maar, zoo als wij weten, had Filip er voor bedankt. Daarmede had hij de mate van genoegen en levensgemakken voor Saaitje eigenmachtig beperkt. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1918 | | pagina 1