HIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor do Provincie Utrecht.
Verzekeringsplicht.
EENE NIÉSAILUANCE.
No. 61
Zaterdag 21 September 1918.
47e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 8 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slecht. Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Rureau: Langestraat 77. Telephoonn. 09.
ADVERTENTIEN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Het verzekeringswezen heeft in
de laatste vijftig jaren een sterke
uitbreiding gekregen: het strekt
zich uit over onderwerpen, aan
welke vroeger niet werd gedacht.
Sommige vormen doen zelfs den
twijfel ontstaan, of zij wel over
een te brengen zijn met het alge
meen belang, en of de deelneming
niet tot ongewenscht gevolg zou
kunnen hebben, dat er de zorge
loosheid door werd in de hand
gewerkt. Dit bezwaar is echter
altijd geopperd, wanneer er op dat
gebied wat nieuws werd uitgedacht
en de vrees moge niet geheel on
gegrond zijn, wij achten haar toch
sterk overdrevenbovendien zal
zij haar aanleiding geheel verlie
zen, naarmate de menschen krach
tiger worden in het gemeenschaps
gevoel en beseffen, dat, wat nu
aan hun persoonlijke zorg is toe
vertrouwd, een deel uitmaakt van
het gemeenschappelijk bezit, voor
welks behoud zij gezamenlijk en
elk voor zich ver antwoordelijk zijn.
Als voorbeeld nemen wij een vee
fonds: eenige landbouwers hebben
zich vereenigd om, wanneer een koe
of een paard sterft, de schade samen
te dragen. Is nu een van die ver
zekerden, die minder goed op zijn
vee past, wetende, dat het verlies
van elk stuk hem door zijn mede
verzekerden wordt vergoed, dan
besteelt hij eigenlijk de gemeen
schap; zijn nalatigheid is een daad
van oneerlijkheid. Uit dat oogpunt
bezien, zijn eigenlijk de onderlinge
verzekeringen, waarbij de premie
afhankelijk wordt gesteld van de
geleden verliezen, de beste, omdat
zij het meest beantwoorden aan
de sociale gedachte, ieders leed
over allen te verdeelen. Of, zoo
men, om welke reden ook, aan
een vaste premie, gebaseerd op
kansberekeningen, de voorkeur
geeft, dan verdient het toch aan
beveling, vati de winst een gedeelte
als dividend uit te keeren, opdat
de meerdere zorg, de meerdere
voorzichtigheid, door ieder afzon
derlijk aan den dag gelegd, ook
aan allen ten goede kome.
Uitbreiding van de verzekering
is een maatstaf van beschaving in
dien zin, dat het maatschappelijk
beginsel meer tot zijn recht komt.
Er is weieens beweerd, dat zij stuurt
in de richting van het socialisme,
maar dan moeten wij toch erken
nen, dat het er een is van goeden
huize, hetwelk zeker streven naar
gelijkheid niet doordrijft ten koste
van enkelen, maar ten bate van
allen.
Hoe we nu moeten denken over
personen, wier omstandigheden
hen moesten nopen tot verzekering
in den een of anderen vorm, en
het toch nalaten, is na het hier
boven aangevoerde gemakkelijk te
zeggen. Als een schipper zijn vaar
tuig verliest en daarmede zijn mid
del van bestaan kwijt is, dan kunnen
we dien man beklagen, gelijk wij
altijd medelijden hebben met ie
mand, die door eigen schuld in
het ongeluk is geraakt, maar
het blijft eigen schuld. Vraagt hij
om een gave, teneinde een ander
vaartuig te koopen. dan zal het
misschien hardvochtigheid mogen
heeten, hem die te weigerenhem
moet toch meteen onder het oog
worden gebracht, dat hij in het
vervolg verstandiger behoort te
zijn. Want dat tweede schip kan
weer lek stooten en zinken; hij
heeft te zorgen, dat hij dan voor
zijn eigen betaalde premies een
nieuw krijgt. In werkelijkheid was
hij een domoor of een egoïst; een
domoor, omdat hij van de voor
de hand liggende voordeelen der
assurantie niets snapte; een zelf
zuchtige, indien hij het wel begre
pen heeft, maar weinige stuivers,
voor de jaarpremie vereicht, in
den zak wilde houden en derhalve
i weigerde mee te doen aan een
'maatschappelijk werk, dat tot zijn
verplichtingen behoort.
Erger wordt de zaak, wanneer
het verliezen betreft, die niet te
herstellen zijn, en daarmede
komen wij op het gebied der
levensverzekering.
Over dat onderwerp is reeds
zooveel geschreven, dat wij waar
lijk geen kans zien er iets nieuws
van te zeggen. Maar dit mag nog
weieens onder de aandacht wor
den gebracht, dat men zeer verkeerd
doet met te wachten, totdat de
Staat de verzorging van ieders
nagelaten betrekkingen op zich
genomen heeft. Want al zal van
Rijkswege iets gedaan moeten
worden om behulpzaam te zijn
en steun te bieden, alverzorger
wordt de Staat vooreerst niet en
wij zouden dat ook geenszins
wenschelijk achten, dewijl aan de
eigen plichtsvervulling hierdoor
groot nadeel zou worden toege
bracht. Het openbaar gezag moet
het maatschappelijk gevoel- ver
sterken mag het, waar het niet
krachtig genoeg is of over te ge
ringe hulpmiddelen beschikt, te
hulp komen, doch het zou onver
antwoordelijk zijn het te verstikken.
De opening der Kamers)
De Veieenigde Vergadering van de
beide Kamers op Dinsdag 17 Sept. tot
opening van de gewone zitting der
Staten-GeDeraal werd door H. M. de
Koningin geopend met de navolgende
TROONREDE.
Mijne Heeren
Te midden van u, leden der Staten-
Generaal, is het mij eene behoefte
openlijk uiting te geven aan de zorg
en de smart, die de buitengewone
nooden van mijn volk, waarmede ik
zonder ophouden medeleef en mede-
voel, in mij opwekkente grooter is
de dankbaarheid, waarmede ik jegens
God vervuld ben, nu voor ods land de
vrede bewaard bleef. De nog steeds
woedende wereldoorlog blijft van ons
gebeele volk zware offers eischen, die
naar ik vast vertrouw, ook verder
bereidwillig zullen worden gebracht.
Niettegenstaande gerezen moeilijk
heden, tengevolge waarvan de econo
mische toestand een voortdurend
ernstiger karakter aanneemt, bleven
onze betrekkingen met alle mogend-
beden van vriendscbappeiijken aard.
De verplichtingen, die op een neutralen
staat rusten, zal ik met onveranderde
nauwgezetheid eu vastberadenheid
blijven nakomen, de beproefde eens
gezindheid der natie geeft mjj steun
bij mijn onwrikbaar voornemen onze
onafhankelijkheid tegen iedere aan
randing tot in bet uiterste te verde
digen. Dit belet niet, dat getracht zal
worden de lasten der mobilisatie, zon
der vermindering der weermacht te
verlichten.
De voorziening in 't uit de tijds
omstandigheden voortvloeiend gebrek
aan noodzakelijke levensbehoeften blijft
het onderwerp van mijn voortdurende
zorg; Ik ben er op bedacht de daartoe
strekkende maatregelen zoo weioig
drukkend mogelijk te doen zijn om te
streven naar zekerheid van de rechten
naast de plichten der ingezetenen.
Reeds thans zal volle aandacht wor
den geschonken aan de maatregelen,
die na den oorlog zoowel hier te lande
als in de koloniën zullen moeten wor
den getroffen om den zoozeer ont
wrichten handel en Dijverheid de
voorlichting en steun te geven, die zij
alsdan behoeven.
De toestand van 's lands schatkist
wordt steeds meer zorgwekkend en
vordert dringend zooveel mogelijk be
perking van uitgaven, daarnevens
zullen ingrijpende maatregelen tot
versterking van middelen niet kunnen
uitblijven.
Instelling van een departement van
onderwijs, kunsten en wetenschappen
en een ander voor arbeidersaange
legenheden ligt in mijn voornemen.
De uitvoering van het gewijzigd artikel
192 der Grondwet zal in den geest
van onderling vertrouwen en toenade
ring, die de herziening heeft geken
merkt, ten spoedigste en met kracht
worden ter hand genomenzonder dat
deze uitvoerig wordt vertraagd, zullen
ter wille van de billijkheid onverwijld
de noodigö voorstellen worden inge
diend tot wegneming van de steeds
toenemende ongelijkheid in bezoldiging
van de openbare en bijzondere onder
wijzers.
Aan de in 1913 totstandgekomen
verzekeringswetten zal zonder vertra
ging uitvoering worden gegeven: voor
stellen tot aanvulling van die wetten
zullen u vervolgens worden gedaan;
de opbouw der sociale wetgeving zal
worden voortgezet. Regeling der col
lectieve arbeidsovereenkomst, zoo wat
de publiekrechtelijke als do privaat
rechtelijke zijde betreft, zal worden
ter hand genomen.
De uitvoering van Waterstaatswer
ken, daaronder begrepen de droog
legging der Zuiderzee, zal met kracht
worden voortgezet en ondernomen.
Het ontwerp der Indische begrooting,
dat u zal worden aangeboden, is dit
jaar voor het eerst in Indië in open
bare behandeling voorbereid: de goede
verzorging van de geestelijke en stoïïe-
IF'ETS'II-iIJETOIïT.
33)
(Slot).
Er werd niet meer over gesproken
dat JobanDa het huis van mevrouw
van Asperen verlaten zou, voordat zij
in het vaderlijke terug ging keeren.
Zelfs zou het te bezieQ staan, of de
ruiling haar aanstond; want op den
leeftijd dien zij had, wordt het kind
meer aangetrokken door hen, die het
voortdurend omringen, dan door den
genen die zij maar van tjjd tot tijd
zien, al zijn de eersten vreemden en
de laatste de vader, die het innig lief
heeft, en gedurende bun zamenzijn er
zich geheel aan toewijdt, het hem naar
den zin te maken.
Dat het enkele malen moest voor
komen, dat Filip en Clara te zamen
alleen waren, is licht te begrijpen, en
daar Johanna niet, bij uitsluiting van
ieder ander, het onderwerp kon zijn,
dat door hen behandeld werd, kwamen
er ook anderen ter sprake.
Toen eens op het verleden gezin
speeld werd, kon Filip het niet van
zich verkrijgen te verzwijgen, hoezeer
bij zich schuldig tegenover haar ge
voelde.
De verzekering, dat zij hem in haar
hart die schuld alreeds kwijtgescholden
bad, wilde Clara hem niet onthouden,
en toen eenmaal het eerste woord
gewisseld was, over 't geen waarvan
bij beiden het hart vol was, maar dat
zij voor elkaar hadden willen verzwij
gen, duurde het niet lang, of Filip
wist, dat er voor hem nog een ander
geluk dan 't bezit van zijn kind mogelijk
was, en dit in de naaste toekomst lag.
De gevoelens die Filip's hart ver
vulden, mocht hij nu gereedelijk uit
spreken en zij aanhooren, beiden waren
thans vrij. Het was dan ook zonder
aarzeleD, toen de weduwnaar haar hand
vroeg, dat de weduwe hem die toe
zegde. Zij bekende thans, hoe groot
de indruk was, die hij op haar teweeg
had gebracht, en boe zij teleur was
gesteld, toen zij vernam dat een on
overkomelijke hinderpaal hen scheidde.
Met angst bad zij het tweegevecht te
gemoet gezien, dat baar broeder voor
nemens was, met hem te houden, maar
daar gelukkig geen gevolg aan was
gegeven. Van zijn kant beleed hij
schuld, haar zijn hart geopend te
hebben, toen zijne maatschappelijke
positie hem dat verbood. Toch had
hij niet opgehouden aan haar te den
ken. Haar broeder had haar aan 't
verstand weten te brengen, de hand
van den heer van Asperen aan te
nemen, maar zij was openhartig ge
noeg geweest dezen te zeggen dat zij
hem haar hart niet had kunnen schen
ken. Nu was voor beiden al die droef
heid voorbij. Nu lag er eeue gelukkige
toekomst voor ben in 't verschiet,
want thans mochten zij de inspraak
van hunne lietde volgen, en zich aan
elkander verbinden.
Het huwelijk werd gesloten. Filip
drukte Clara met verrukking aan zijn
hart, in de bewustheid dat zij hem
toebehoorde.
De vereenigiDg van hun broeder met
eeue vrouw uit hun stand, bad Filip's
zusters tot eene toenadering bewogen,
en hij was te gelukkig om haar niet,
het tegenover hem als Sara Saffier's
echtgenoot gehouden gedrag, te willen
vergeven. Nochthans herkreeg hun
omgang niet die intimiteit die in den
regel aan eene zoo nauwe bloedver
wantschap, als tusschen hen bestond,
eigen is.
Wat ook niet weinig tot de koelheid
bijdroeg was dat zij, niettegenstaande
bare aanvalligheid, geen notitie van
de kleioe Johanna namen, die zij als
het kind der geringe jodin, baar aan
dacht niet waardig achtten. Die ge
ringe achting, die hem niet ontging,
hinderde niet alleen Filip maar ook
Clara zeer, want bij het in de plaats
treden van Sara, als de vrouw van
Filip was zij ook Johanna's moeder
geworden. Zij behandelde het kind
niet slechts plichtmatig, maar met
werkelijke moederliefde, en toen zij
later op hare beurt Filip een kind
een zoon schonk, kon noch hij,
noch Johanna zelve bespeuren, dat de
zoon haar nader dan de stiefdochter
aan het hart lag.
Gerard Oudsteen ging het goed op
Java, en zijn ijver zoowel als zijne
bekwaamheid, hadden bem spoedig
gunstig bekend doen worden. Hij was
ongetrouwd gebleven, niet dat hij nog
tegenzin in 't huwelijk had, maar om
dat de in Indië geboren en opgevoede
vrouwen niet in zijn smaak vielen.
Het voornemen dat hij na een ver
blijf van een zeker getal jaren opvatte
en ook ten uitvoer bracht om eene
reis naar Europa te maken, stond in
verband met de hoop, er een meisje
te ontmoeten, dat hij als zijne vrouw
naar Indië zou kunnen medenamen.
Te Amsterdam gekomen, was zijn
eerste bezoek bij zijn neef Filip van
Hermelo. Daar zjj in geregelde corres
pondentie gebleven waren, was hij op
de hoogte van Filip's lotgevallen. Hij
maakte kennis met Clara, en daar hij
ook haar beviel, was hij gedurende
zijn verblijf in hunne woonplaats bijna
dagelijks bun gast.
Eens met Filip na afloop van den
maaltijd tot het rooken van een sigaar
alleen gebleven zijnde, vroeg hij hem
of hij thans werkelijk gelukkig was.
»Ik ben dat in den volsten zin,"
betuigde Filip. »Ik erken," vervolgde
hij, wdat je een juister inzicht in de
samenleving hadt dan ik, toen je mij
het aangaan van een buwelqk met
Saaitje heb afgeraden. Ik heb onder-