NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Provincie Utrecht. ||p
ZET EEN WACHTER
VOOR UWE LIPPEN.
Gemeenteraad.
No. 65
Zaterdag 10 October 1918.
47e jaargang.
fERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
Amersf oortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
BureauLangestraat 77. Telephoonn. 60.
ABVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Spreek zoo mogelijk dagelijks
een paar verstandige woorden.
Deze raad zou doen vermoeden,
dat er ook weieens onverstandige
gesproken worden, die het beter
ware geweest, achterwege te laten.
Om de juistheid van dat vermoeden
na te gaan, hebben we ons slechts
te binnen te brengen, wat er de
laatste dagen over de omheining
van den mond is gekomen, en
dan hebben we meteen gelegenheid
om den wensch van den Psalm
dichter te waardeeren, die vroeg,
dat een wachter voor zijn lippen
zou worden geplaatst.
Sommige lieden achten dat vol
strekt niet uoodig. Gezellig van
nature, praten zij er maar op los.
Zij zijn van de leer, dat men svan
zijn hart geen smoorkuil moet
maken en vergen alleen van u,
dat gij elk woord niet op een
goudschaaltje leggen zult". Nu dat
wordt in den regel ook niet ge
daan men begrijpt, dat die bab
belaar zich geen tijd gunt om
rustig te overwegen wat hij zeggen
zal en tusschen zijn gedachten
als hij die heeften haar uit
drukking niet altijd een overeen
stemming bestaat. En 't is dan
toch ook waar, zou men een
wachtpost uitzetten, als er niets
van beteekenis kan ontsnappen
Die gezelligheid, die den vorm
aanneemt van veel-praterij, is al-
gemeener dan men zich kan voor
stellen we merken het zoo niet
op, omdat wij er zelf aan meedoen
en zoover gaan dat wij haar voor
een goede hoedanigheid verslijten.
Op den wandeltocht beschouwt
hij zich voor den besten makker,
die veel te vertellen heefthij
rammelt over allerlei dingen, die
met het doel van het uitstapje
niets te maken hebben, belet daar
door de aandacht te vestigen op
hetgeen langs den weg te zien
valt, maar toch rangschikt men
hem onder de meest geschikte
reisgenooten. In gezelschappen
wordt het als een doodzonde aan
gemerkt, het gesprek een oogen-
blik te laten verflauwen links en
rechts hoort men dingen zeggen,
zoo onbeschrijfelijk alledaagsch ot
het woord is te zwakzoo
totaal onbeduidend, dat men zich
haast niet kan voorstellen hoe dat
uit te spreken. Toch noemt men
dat gegons van geluiden, waarbij
ieder welstaanshalve het gevaar
moet vermijden alleen het woord
te voeren en daardoor de opmerk
zaamheid op zich te vestigen, een
naangename conversatie", en lieden
die geen slag hebben daaraan mee
te doen, of de gave des woords
te kostbaar achten om daaraan
mee te doen, om haar aldus te
misbruiken, heeten weinig scon-
versabel" in vergaderingen,
groote goden, men zou een heel
leger van wachters noodig hebben,
indien men naar de keelholte van
al die geachte sprekers sde woor
den" wilde terugdringen, die zonder
belast te zijn met de vertegen
woordiging eener verstandige ge
dachte, toch maar de ruimte willen
zoekendat is zeker, wanneer
ieder op dat gebied een heel kleine
zelfbeperking kon betrachten, dan
zouden de zaken kunnen worden
besproken in de helft van den
tijd, die men er thans voor noodig
heeft en de andere helft kon wor
den aangewend voor de uitvoering.
Maar laten we ons onthouden
van generaliseeren. Er zijn pret
tige praters, naar wie we graag
luisteren, wier levendigheid van
taal met de werkelijke of schijn
bare belangrijkheid van hetgeen
er in uitgedrukt wordt in harmonie
is. Men hoort in vergaderingen,
zelfs in staatkundige, voortreffe-
j lijke sprekers, die veel te zeggen
hebben, omdat zij veel dachten,
en dat zeggen niet in enkele vol
zinnen kunnen samenpersen. Doch
men zij ervan verzekerd, dat deze
begaafden en bevoorrechten, zij
hebben wel degelijk een wachter
voor hun lippen staan en een besten,
uitstekenden ook, die bij het vele,
hetwelk hem voorbijgaat, zeer op
zijn hoede moet wezen om niets
door te laten dat zich niet in het
publiek mag vertoonen. Het erger
lijkste is maar, dat anderen, bij
wie de post onbewaakt is en die,
geoefend in tonggeratel en ijdel-
gezwets, er maar uit flappen
zichzelf ook een brevet van wel
sprekendheid uitreiken en dat de
omgeving hen in 't kwaad stijft
door de eigenlijk meer dan twijfel
achtige lofspraak, dat zij wan
de tongriem gesneden zijn".
Ook in het dagelijksch leven is
het aloude voorschriftDenk voor
gij spreekt, niet van belang ont
bloot De meeste twisten komen
in de wereld, omdat de meeste
mensghen maar wat zeggen, zon
der zich daar rekenschap van te
geven en zonder te letten op het
effect hunner woorden. We be
hoeven ons niet terug te trekken
in de beschutting eener berede
neerde koelheid en den menschen
onze woorden toe te tellen alsof
het goud ware; de eischen van
het gezellig verkeer achten wij zeer
hoog en zelfs een uleuterpraatje"
kan het middel zijn om ons nader
tot elkander te brengen. De vroo-
lijke opgewektheid, de openhartige
mededeelzaamheid veraangenamen
den omgang en kruiden de soms
wat zware gerechten, die op den
disch des levens verschijnen. En
toch, ook daarbij moet de ge
dachte niet afwezig zijn, moet de
wachter op zijn post wezen. Dat
denken duurt zoolang niet en wat
de bewaking betreft, de uitgaanden
behoeven niet stuk voor stuk ge
fouilleerd te worden om te ont
dekken wie en hoe ze zijn.
Dinsdagmiddag kwam onze Gemeen
teraad onder voorzitterschap van den
Burgemeester bijeen.
Afwezig waren met kennisgeving
de heeren Dr. Jorissen en Oosterveen,
zonder kennisgeving de beeren Hou-
baer en Overeem. Een vacature.
De notulen der vorige vergadering
worden aangehouden.
Hierna leest de Secretaris de vol
gende ingekomen stukken en mede-
deelingen:
Schrijven dd 7 October 1918 van
Ged. Staten van Utrecht, ten geleide
van een uittreksel uit het Kon. Besluit
van 24 Sept. 1918, No. 46, waarbij
is goedgekeurd de verordening op de
heffing van bijdragen voor bet genot
van onderwijs aan de Burgeravond
school. Voor kennisgeving aange
nomen.
Schrijven dd. 9 October 1918 van
het Bestuur der St. Anfridus-stichting,
houdende mededeeling, dat de heer
G. J. Jansen wegens vertrek naar
Hilversum heeft opgehouden lid te
zijn van bet bestuur der genoemde
stichting. Als voren.
Adres dd. 7 October 1918 van het
Bestuur der Afd. Amersfoort van de
vereeniging voor M. U. L. O. houdende
verzoek om op bet door de onder
wijzers Pot en Reitsma ingediende
request om voor het behalen van een
akte M. O. f 100 extra bezoldiging
toe te kennen, gunstig te willen be
schikken. Te voegen bij 't betrek
kelijk adres.
Adres, ingekomen 9 October 1918,
van Theo A. Kilsdook e. a., houdende
verzoek om het voorstel van B. en W.
tot vaststelling van verordeningen op
de heffing en invordering eener be
lasting op tooneelvertooningen e. a.
openbare vermakelijkheden te ver
werpen en B. en W. te verzoeken
een nieuw voorstel in te dienen tot
heffing van een belasting, welke als
grondslag heeft bet aantal bezoekers
en den toegangsprijs. Voor kennis
geving aangenomen, zijnde te laat
ingekomen.
Missive dd. 14 October 1918 vau
B. en W., houdende het voorstel om
het besluit van B. en W. tot sluiting
van school G. wegens het heerschen
van de Spaansche griep, te bekrach
tigen. Conform besloten.
Tot leden van 't stembureau voor
de verkieziDg van 3 leden der Kamer
van Koophandel en Fabrieken worden
met alg. st, gekozen de beerenN.
Veis Heijn en A. Eysink, tot plaats
vervangers de heeren: Dr. J. VV. Jo
rissen en Dr. H. Th. A. Verhoef.
Zonder discussie of hoofd. st. wordt
B. en W. een crediet van f 3000
verleend tot herstel van den cokes-
breker aan de gasfabriek.
Thans komt aan de orde de ge
meente-begrooting, dienst 1919.
De heer Hofland begint met te
zeggen, dat hij in 4 dagen geen kans
heeft gezien 't lijvige stuk door te
werken. Als B. en W. er zich afma
ken met te zeggen, dat deze begrooting
weinig verschil opleverde met die van
verleden jaar is dat een bewering,
welke niet opgaat. Ook als zij bewe
ren, dat zij evenals A. P. willen
heffen als in 1917 is dat niet in den
haak. De voorstelling, welke B. en
W. van een en ander geven is z. i.
niet juist, vooral in hun bewering, dat
een zeker evenwicht moet blijven be
staan. Dit evenwicht bestaat niet vol
gens Spr. Hij wil breken met 't denk
beeld, dat intellectueele arbeid zooveel
hooger staat dan spierkracht-arbeid.
Amersfoort heeft altijd een goeden
naam gehad, zoodat bet in doorsnee
mee kan met de loonregeling. Voor
loonsverbooging willen B. en W. eerst
een commissie van overleg. Spr. wijst
erop, dat reeds nu mogelijk is een
loonsverhooging te geven, ja noodig
is door de duurte der tijden. En zoo
als Treub reeds aangaf, zal in den
eerstvolgenden tijd de prijs wel niet
dalen. Spr. hoopt dan ook, dat den
arbeider een hooger loon zal worden
toegekend. B. en W. stellen vooreen
douceurtje te geven voor 1918. Spr.
wenscht een loonsverbetering van
f 300 voor ambtenaren en f 6 per
week voor werklieden.
De Voorzitter wijst er den beer
Holland op, dat hij punt 5 der agenda
een en ander weer ter sprake komen
zal.
De heer Nieuwendijk, met genoegen
gezien hebbende, dat aan 't levens-
middelenbedrijf is bespaard, bepleit
een loonsverhooging voor de politie
beambten. Gevaarlijke beroepen hebben
recht op hooger loon, zegt Spr. De
verwildering en verwording der maat
schappij eischt zulks, terwijl door
betere bezoldiging corruptie wordt
voorkomeo. De nieuwe belastingen
brengen Spr. in een goede stemming,
welke hij niet wil bederven door met te
zwarte bril andere zaken te bezien.
Alleen zag bij een paar stadsgedeelten
gaarne beter bestraat.
De heer Nijnatten merkt op, dat
waar de heer Holland hier een plei
dooi houdt voor loonsverbetering, zijn
partijgenooten in Rotterdam een bij
slag wenscbten en geen herziening.
Verder wijst Spr. er op dat nog altijd
de maatschappelijke toestand ook zijn
maatschappelijke eischeu stelt.
De Voorzitter wil den Raadsleden
geen verwijt maken, maar betreurt 't
toch, dat niet alle opmerkingen in de
afdeelingen zijn gemaakt, dan was 't
beantwoorden daarvan gemakkelijker.
Met cijfers staaft Spr. het gevoelen
van B. en W.
De heer Hofland noemt de raming
van verleden jaar fictief, ze is ver
beneden de werkelijkheid gebleven.
Het geld voor loonsverbooging is er,
beweert Spr.
De beer Nieuwendijk zet zijn mee
ning nog eens uiteen en wil voors
hands bet bij een gift lateD, als B. en
W., voorstellen en later de loonregeling
bespreken.
De heer Hofland geeft toe, dat de
prijzen kunnen dalen, maar voorden
aanslag geldt toch de winst van 't
vorig jaar.
De Voorzitter bewijst met cijfers
van vorige jaren, dat sommigen een
gevaarlijken weg willen bewandelen.
De debatten hebben geleerd, dat
grooter stabiliteit noodig is in de
ambtenaarssalarissen.
De heer Kroes merkt op, dat enkele
raadsleden te veel als koopman rede
neeren en men beeft te rekenen met
alle categorieën van menschen, anders
komt men tot eenzijdigheid.
De heer Hofland, ten vierden male
met toestemming van den Raad 't
woord verkrijgend wijst er op, dat het
gemeentepersoneel van den Raad af
hankelijk is.
Grondbedrijf. De heer De Kempe-
naer wil den Raad medezeggingschap
geven bij de exploitatie der gemeente
gronden en zag gaarne grond aan den
Randebroekerweg aan intensieve kwee
kers uitgegeven.
-De Voorzitter is bevreesd, dat deze
grond te duur is voor cultuur, trou
wens het ligt niet in de bedoeling om
bier groote stukken uit te geven, wel
kleine tuintjes van 500 M\ voor
eigen gezin.
De heer Hofland herinnert er aan,
dat de bedoeling oorspronkelijk was
dezen grond in cultuur te brengen en
intensieve tuinbouw is 't best te be
reiken met niet al te groote stukken.
Spr. geeft in overweging Van Straalen
op te dragen een rapport uit te brengen
hoe 't best deze gronden in cultuur
zijn te brengen.
De Voorzitter zegt overweging toe
van dit denkbeeld en wijst er nogmaals
op hoe gevaarlijk 't is niet alles in de
afdeelingen te bespreken.
De beer Kroes wijst er op, dat 't
terrein der gemeente ter plaatse niet
zoo groot is, waot 't grootste deel
behoort aan de Hoefbamersticbting.
Op voorstel van de heeren Van
Nynatten, Kroes en De Kempenaer
wordt de zitting verdaagd tot Woens
dagmiddag half 3, terwijl de openbare
zitting overgaat in eene met gesloten
deuren.
Bij de Woensdagmiddag voort
gezette Raadsvergadering waren af
wezig de beeren Jorissen, Houbaer,
OosterveeD en Stadig.
De beer Nieuwendijk komt nog even
terug op zijn vraag den vorigen dag
gedaan betreffende de bestrating van
enkele stadsgedeelten.
Wethouder Eysink herinnert eraan,
dat de beer Nieuwendijk de straten
niet beeft genoemd, waar bestrating
noodig was. Bovendien oud materiaal
is op 't oogenblik niet voorhanden,
dan alleen wat puin, dat fijn geklopt
wordt voor verharding.
De bijlagen der begrooting betref
fende Brandweer, Keuringsdienst, Cen
trale Boekhouding, Maatschappelijk
werk, passeeren zonder discussie of
hoofdelijke stemming den hamer des
Vooiziiter.
Levensmiddelenbeprijf. De heer