■IE UWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 17 Zaterdag 19 April 1919. 48e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EP! ZATERDAG. Paschei in oiÈeid en middeleeuwen. Plaatselijk Nieuws. Amersfoortsche Courant. ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stnkken in te zenden uiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechts Zaterdags. Uitgever G. J. SLOTHOUWER Bureau: Langestraat 17. Telephoonn. 69. AO V ER1 ENTIËN: Van 16 regels f 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Zelfs in onzen tijd, waarin de poëzie in het leven en in de natuur waarlijk niet voor allen de hoofd schotel is, en het nuchtere ver stand zoo vaak den boventoon voert, kan zich niemand onttrekken aan de bekoring, die van het Paaschfeest uitgaat, aan de stem ming bij het begin der lente. Pa- schen, het lentefeest der oude Germanen, is een feest der over winning en der verlossing. Zege vierend gaat de Paaschzon op over de aarde, die gedurende drie maan den doodsch en verstijfd gelegen heeft, zij kust de schijndoode wak ker, verlost haar uit de boeien van den winter en wekt haar tot nieuw leven, zooals het oude sprookje van Doornroosje het zoo aardig voor stelt. Is het wonder, dat in de Middel eeuwen, toen de Germanen nog zooveel dichter bij de natuur ston den en zooveel vreemder waren van het kunstmatig leven onzer eeuw, er geen feest was, dat met meer innigheid, met meer vreugde, ook met meer luidruchtigheid werd gevierd dat het Paaschfeest, het feest der wedergeboorte voor allen, voor Christenen en voor Joden, zooals het, als lentefeest, geweest was voor de heidenen? Wat de heidenen en vanouds de Israëlieten gevierd hadden als natuurfeest, was onder veranderde omstandig heden overgegaan op de Christenen en na honderden jaren zal, al zijn dan ook de beschouwingen weer geheel anders geworden, van dat oude leest der herleving in bet voorjaar, nog genoeg zijn overge bleven om het heidensch-Ger- maansche lentefeest er in te her kennen. In het krakende ijs, de smeltende sneeuw, de Maartsche vlagen en den huilenden storm, die de aarde wakker schudden, zag de Germaan de ijzeren vuist van Thor ofDonar. Diens zuster was de liefelijke Ostara, die waakte over, meisjes en vrou wen en aan wie het Ostara-feest gewijd was. Hoe diep die vereering van Ostara, de altijd-jeugdige schoone, geworteld was, blijkt o.a. hieruit, dat het de kerk nooit ge lukt is om het Duitsche »Ostern" en het Engelsche ïEaster" door het oud testamentische Paschen te doen vervangen. In den tijd van het Ostara-feest schitterden op alle bergen en hoog ten de vreugdevuren, die onder houden werden met takken van den heiligen boom van Thor den eik. De evenzeer aan Thor gewijde bokken werden, met jeugdig groen bekranst rondgevoerd en daarna geofferd. Zooals het geheele paaschfeest aan dat oud-heidensche lentefeest herinnerde, was het gemakkelijk overeenstemming te vinden tus- schen de Ostarabokken en het Joodsch-Christelijke Paaschlam. Aan Ostara was ook gewijd de blanke berk met zijn teere twijgen, zijn zacht groen, zijn witten bast, het beeld der vrouwelijke onschuld. In den ouden tijd werd in de dagen van het lentefeest de woning met berkenrijs versierd en eerst veel later is de berk onder den invloed van het Christendom met het Pink sterfeest in verband gebracht. Het heilige dier van Ostara was de haas; en haar lievelingsolfer het ei. Haas en ei golden als zinne beelden der vruchtbaarheid, die het voorjaar in de natuur bracht; de haas en het ei zijn nog altijd, al is 't van chocolade of suiker, de paa=chgeschenken voor de jeugd. In den voorchristelijken tijd had den overal optochten ter eere van Ostara plaats waar de praalwagen van deze godin verscheen, daar stond het werk stil, daar hield elke twist en elke veete op, daar nam onschuldige feestvreugde de plaats in van kamp en strijd. In de mid deleeuwen hebben deze optochten zelfs te strijden gehad met de door de kerk ingevoerde processies, die ten slotte in de Katholieke streken de overhand hebben behouden, maar waarin hier en daar nog wei eens iets aan den ouden tijd her innert en het kerkelijk tooneel en drama deden er evenzeer aan den ken. Was het Ostarafeest een vroolijk feest geweest, waarbij allerlei pot sen vertoond werden, het Paasch feest der middeleeuwen liet het komische element niet los. Meestal was het »de arme, domme duivel", die het gelag moest betalen; die foppen wilde, maar zelf de gefopte werd. En waar het geen pas gaf den duivel een oflicieele plaats te geven in voorstelling ot Paasch- optocht, daar nam de nar of hans worst zijn plaats in, om de toe schouwers vroolijk te stemmen en te zorgen, dat het kerkelijk tooneel- spel het publiek niet »te zwaar" werd. 't Ging daarbij wel eens wat al te ongegeneerd toe en bisschoppen en pausen moesten nu en dan tusschenbeiden komen. Waar 't volk echter aan zoo iets hangt laat het zich dat niet ont nemen. Kon het in de kerk niet behouden, wat het sedert den tijd van 't heidendom gehad had, dan zocht het dat daarbuiten en vond vergoeding bij de Paasch-jaar- markten en kermissen, die nog hier en daar bestaan. Te Frank fort a. M. werd in 1443 de eerste levende olifant in Duitschland ver toond bij zulk een voorjaars- of Paaschjaarmarkt. Op het platteland, waar de rond reizende goochelaars en tooneel- spelers geen publiek trokken, deed men het met marionetten-theaters af en het oorspronkelijk spel van »Dr. Faust en de Duivel", dat de grondslag was voor Goethe's Faust, herinnert daaraan zoozeer, dat ook de Faustgeschiedenis met Paschen begint. Om toch eenigszins in de lijn te blijven, vertelden de geestelijken in de namiddag-godsdienstoefenin gen allerlei vroolijke geschiede nissen, waarin steeds de duivel een groote maar niet benijdens waardige rol speelde en tal van verhalen, die nóg hier en daar onder het volk voortleven, danken daaraan hun oorsprong. Nog voor tweehonderd jaar bestond dit ge bruik op sommige plaatsen van Noord-Duitschland. In de middel eeuwen namen zelfs domheeren en abten deel aan de feestvreugde buiten de kerk, waar zij kegelden of zooals het toen in Duitschland heette: »Brett und Ball" speelden. Hoezeer hetPaaschfeest of Ostarafeest (Ostein) in eere was, blijkt ook uit het feit dat tal van plaatsen er naar genoemd zijn. Osterbach, Osterbeck, Osterborn, Ostera Het is wel opmerkelijk, dat hierin steeds Ostern verbonden wordt met een woord, dat op swater" doelt. Verklaarbaar is dat echter, als men bedenkt, dat in het lentefeest ook de reiniging een onmisbaar element was: mensch en vee baadde zich, later in min of meer gewijde wateren, om aan den invloed van den duivel te ontkomen. En van dat reini gingsproces is zeet waarschijnlijk de gewoonte om met Paschen in 't nieuw (Paaschbest) te verschij nen, een overblijfsel. De boschanemoon, ook hier be kend, was de Paaschbloem bij uitnemendheid: men at er het eerste groen van op, om voor ziekte bewaard te blijven; ziekten toch werden ook aan den invloed van zijn zwarte majesteit toege schreven. Is het wonder, dat waar het lentefeest met zooveel opgewekt heid gevierd werd, de herinnering bleef voortleven tot in den tegen- woordigen tijd. De hazen en de eieren prijken voor onze winkels en verhuizen in de handen der kinderenmet Paschen trekt alles uitde Paaschwei is hier en daar nog de verzamelplaats voor jong en oud; de Paaschvuren branden nog aan onze oostelijke grenzen en ook wij hebben niets liever dan een vroolijk helder Paaschfeest, zoo zij hetl Zaterdag en Zondag was 't werk der leerlingen van de Ambachtsschool tentoongesteld. Zooals vorige jaren was 't bezoek aan 't gebouw aan den Leusderwng vrij groot, zoowel van uit Amersfoort als uit do omgeving. De kleine expositie gaf eeo vrij goed beeld van wat aan de Ambachts school geleerd en beoefend wordt. Tal van artikelen door timmerman of smid vervaardigd, waren door den schilder bewerkt, waardoor deze zijn kleur- en penseeloefeningen had in praktijk kunnen brengen. De timmerzaal gaf een prachtig overzicht van den 3-jarigen cursus. Eenvoudige en meer samengestelde werkstukken deden duidelijkzien.dat de leerling voor de praktijk wordt gereed gemaakt. Ook de afdeeling der electriciens gaf mooie proefstukken te zien, waaruit bleek, dat de leerling zelfstandig naar leekening vervaardigt. De afdeeling »Meubelmaken«, een beeld gevend van 't vak, trok vooral de aandacht door de prijzen voor de verloting. Ook 't gebouw zelf wordt op regel matige wijze door de leerlingen af gewerkt, getuige de balbetimmering bij de bestuurskamer. De vakteekeningen van smeden en bankwerkers en schilders e.a. ambach ten waren in één zaal tentoongesteld. Het gebeel van 't geëxposeerde heeft zeker den bezoeker een juist beeld gegeven van bet Arnbachtsonder- wijs alhier en de richting waarin de school werkt. De jaarvergadering der Kanaal- vereenigiog »de Geldersche Vallei* werd Zaterdag l.l. in nMonopole* ge houden. Voorzitter Mr. Graaf van Randwijrk, Burgemeester. Als bestuurslid werden de heeren Mr. H. Smeenge en notaris Sandbrmk uit Veenendaal herkozen. Doorenkelen werd de wensch geuit, bet Kanaalplan te combineeren melde Zuiderzeeplannen. De gemeente Ede wilde een subsidie van f 1000 toestaan, mits deskundig overleg gepleegd kon worden omtrent den aanleg van een zijkanaal naar Ede en een vertegen woordiger van Ede iö het bestuur werd opgenomen. Het laatste werd goedgekeurd, omtrent de eerste vraag zal bet bestuur zich beraden. Na enkele huishoudelijke wei kzaam- heden lichtte de heer Van Goor de plannen toe. Naast de algemeene beteekenis van het kanaal voor scheepvaart eo af watering, wees de beer Van Goor op bet belang van het kanaal door de Geldersche Vallei: 1°. als verbinding van Amsterdam met den Rijn; 2° als verbetering en ontlasting van bet Merwedekanaal3°. als verbinding met Limburg als mijnstreek en ten slotte als Europeesch belang, als verbindings weg van bet vasteland naar zee. Het kanaal wordt berekend op de grootste Rtjrischepen, n.l. van 3 m»'te> diepgang, 14 meter breedte en 3000 ton inboud. De bodembreedle vau bet kanaal zal 45 meter zijn, de water diepte 1.50 meier onder de kiel. De sluisbreedte zal 16 meter over de gebeele lengte, welke lengte plaats zal geven aan 3 schepen en 1 sleepboot. Het aantalsluizen is teruggebracht tot 4. De eeiste zal bij Amsterdam zijn orn bet Noordzeekanaal te brengen op het peil der Zuiderzee. De tweede bij Amersfoort, om bet water op booger peil te brengen tot Wageningen. en de derde dient tot afsluiting van den Rijn, terwijl de vierde in de Betuwe zal komen halfweg Rijn en Waal. Het tracée is aangehouden door de Zuiderzee heen. Aansluiting aan het Merwedekanaal gaat bezwaailijk, daar de Vechtstreek gepasseerd moet wor den, eigen peil heeft en de bestaande sluis in liet Merwedekanaal te klein zou zijn. Vandaar dat kanaal als een breede geol van 100 meter door de Zuiderzee is gedacht, in overeenstem ming met de Zuiderzeeplannea, voor een deel fungeerendealsring vaart, langs den oever der Zuiderzee. Vanaf de Grebbe volgt bet kanaal den breeden zandrug, voorbij bet Muiderzand onder duikend, plaats makende voor zeer slappen grond'. Te Muiden zal dus heel wat zand dienen opgespoten te worden. De dam aan de noordzijde moet echter de afwatering van Vecht en Amstel- land niet verhinderen en dus door gangen hebben. Het plan-Wortman zou enkele wijzigingen noodig maken. Het kanaal zou een groote wateiplas afsnijden, welke ingepolderd zijnde, 1200 H.A. grond zou opleveren. Langs bet gebeele kanaal dooi het land is een breede weg gedacht. met gelegenheid voor eleclriscbe tractie langs bet kanaal. Van de Zuiderzee afbuigend moet bet kanaal Amersfoort voorbijgaan om in rechte lijn langs Veenendaal naar Wageningen te loo- pen. Het punt van overgang over den Rijn is gekozen iets hooger dan bet oude plan om van een geul in den Rijn partij te kiezen Tusscben Veenendaal en Wageningen zai men moderne weiktuigen bezigen omdat giaafwerk hier voor een deel van bet jaar onmogelijk is. Hooge en va^te bruggen zullen worden aangelegd, geen draai- of ophaalbruggen. Aan defensiebezwaren wordt zooveel mogelijk tegemoet ge komen. Bij den Rijn zullen 2 voorhavens komen. In het Betuwepand zal nu slechts '1 sluis komen, terwijl de voor havens aan den Rijn en de Waal slechts een stukje kanaal overlaten en 2 sluizen vlak bij elkaar brengen, welke tiou- wensgeruimen lijd open kunnen blijven. De oorzaak van de »kwel« in de Betuwe meende spr. te moeten zoeken in de eigenaardige vorming van bet terrein: een 4 meter dikke kleilaag en daaronder zandlagen, welke doorlaten, vandaar dat bij de dijken bet water kan doorkwellen. Het kanaal loöpt juist door de kleilaag, zoodat het bezwaar weinig geldt. Het bezwaar van het overstroomings- water uit de Betuwe mort ondei vangen worden door op-topping. Dit water zal daarom ouder bet kanaal moeten worden dooi gelaten.

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1919 | | pagina 1