MIE UWE
1#" Nieuws- en Advertentieblad yjÈf
voor de Provincie Utrecht.
No. 30.
Zaterdag 12 Juli 1919.
48e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
ONTHOUDING.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per poet door het gëheele Rijk 1.15.
A fzonder 1 ij k e Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonu. 69.
ADVERTENT1ËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Altijd zijn er menschen geweest,
die zich van allerlei dingen ont
houden hebben omdat ze meenden
daardoor iets verdienstelijks te
verrichten. Immers zij ontzegden
zich eenig genot en verwachtten
dat zij daarvoor hier of hierna
maals zouden worden beloond.
Met deze onthouding kunnen de
meeste menschen niet medegaan.
Ieder een toch weet dat alles, wat
men goeds doet, gedaan moet
worden uit liefde en niet op hoop
van belooning. De algemeene mee
ning is dat onthouding ter wille
van eenig loon niet streng genoeg
kan worden veroordeeld.
Maar dikwijls zijn er onder de
asceten ook menschen geweest,
die de wereld ontvluchtten en in
de eenzaamheid een schuilplaats
zochten, omdat ze vreesden dooi
de zonden der wereld, waarin ze
tot nog toe verkeerden, te worden
besmet. Dientengevolge ontzegden
die menschen zich dikwijls heel
wat levensgenot; terwijl het doel,
waartoe zij zich afzonderden, in
alle geval van een zeer ernstige
levensopvatting getuigde. En toch
is ook zulk een onthouding niet
aan te raden. Ten eerste komt
lang niet alle kwaad tot den mensch
van buiten af, zoodat hij, ook al
is hij afgezonderd van de wereld,
tegen zijn eigen zonden en booze
overleggingen even goed zal heb
ben te strijden, als voorheen. En
verder dient ieder te begrijpen,
dat hij niet alleen voor zichzelven,
maar ook voor anderen moet leven
en dat hij dus de booze wereld
maar niet slecht mag laten, om
enkel aan zijn eigen redding te
denken, doch dat hij tot haar ver
betering zijn beste krachten in
spannen moet. Of doet niet de
gene, die om de slechtheid zijner
omgeving in afzondering en ont
houding leven gaat. precies als de
man, die in allerijl een huis, dat
in brand staat, ontvlucht, alleen
op eigen redding bedacht, terwijl
hij intusschen zijn medehuisge-
nooten omkomen laat?
Nog zjjn er anderen, die vooral
onthouding aanbevelen terwille
van het misbruik, dat van dat
gene, waarvan zij zich onthouden,
gemaakt wordt. En zeker, indien
voor één soort van qnthouding,
dan moet men voor deze grooten
eerbied koesteren. Belangrijk toch
zijn de op-offeringen, die men zich
zoodoende voor anderen getroos
ten wil, daar men deze onthouding
meestal voor zichzelven nietnoodig
heeft. Sterk moet wel de liefde
tot de medemenschen zijn en sterk
ook de afkeer van de zonden van
het tegenwoordig geslacht, als men
zoo, niet maar voor een poos,
doch in de meeste gevallen voor
het geheele leven, op dien weg
blijtt voortgaan en de kracht in
zich weet te bewaren tot onthou
ding van wat men anders mis
schien gaarne zou genieten.
Ja, zooals wij ons moeten oefenen
in krachtig en volhardend handelen,
zoo ook moeten wij ons oefenen
in het weerstand bieden aan inner
lijke en uitwendige verlokkingen.
Sommige zullen zeggen: «Wat
geeft ons deze soort van oefening?
Is het niet veel eenvoudiger den
wil door handelen te oefenen dan
door verzaken? Maar wie de men
schen en het leven aandachtig be
schouwt, zal moeten erkennen, dat
er zeer energieke menschen zijn,
die toch in 't geheel geen zelfbe-
heersching bezitten. De kracht van
de daad en de kracht van het
weerstand bieden zijn dus twee
totaal van elkaar onafhankelijke
eigenschappen, welke ieder op
zichzelf aangeleerd moeten worden.
Het is te betreuren, dat die
oefening in het verzaken, dat die
gymnastiek der ziel, die tot zelf-
beheersching leidt, hedendaags te
dikwijls verwaarloosd wordt. Het
schijnt somtijds, alsof wij de tech
niek van het willen geheel en al
verleerd hebben. Het grondbe
ginsel der onthouding dit ver
geten wij te vaak ligt in de
waarheid, dat van hem, die zich
nooit iets geoorloofds ontzegt, niet
verwacht kan worden, dat hij zich
't ongeoorloofde zal ontzeggen.
Onzen wil behooren wij door
alle mogelijke middelen te ver
sterken, maar in de eerste plaats
door de onthouding van zelfs het
onschuldige en het geoorloofde.
Het zal ons zeker dikwijls zwaar
vallen ons allerlei genoegens te
ontzeggen, omdat daarvan door
anderen misbruik gemaakt wordt.
Maar dit moeten wij ons wel her
inneren zoo vaak wij ons zelf een
offer afdwingen, hoe klein ook,
worden de hoogere machten in
ons eigen binnenste vrij en ver-
leenen ons kracht bij alles, wat
wij volbrengen.
De berechting van ex-keizer Wilhelm.
Terwijl de Eogelscbe peis, en in
het bijzonder de volksbladen, zich
reeds bij voorbaat verheugt op de sen
satie, die een proces tegen den Duit-
schen keizer te Londen met zicb zal
brengen, wordt aan de «Tel.» uit Parijs
geseind, dat daar bet gedeelte van
Lloyd George's rede, dat betrekking
beeft op het proces tegen den ex-keizer,
in welingelichte kringen in Frankrijk
met verbazing is ontvangen. Men ms
daar van meening, dat, volgens het
vredesverdrag, bet in beschuldiging
stellen van keizer Wilhelm, uitsluitend
een moreele en politieke beteekenis
beeft. Nog grooter moet volgens den
correspondent de verbazing in Ameri-
kaanscbe kringen te Parjjs zfjn. Mi
nister Lansing, die nog ter vredes
conferentie vertoeft, verklaarde nooit
gehoord te hebben van een schikking
ten doel hebbend de uitlevering van
den keizer te vragen om hem te Londen
voor den rechterstoel te brengen.
Lansing voegde hieraan toe, dat hij
niet geloofde, dat Wilson, zulk een
schikking zou hebben getrollen zorfder
er hem van te hebben in kennis ge
steld.
De bewuste zinsnede uit de rede
van Lloyd George luidde letterlijk aldus:
«De geallieerde oaties hebben vol
komen eenstemmig besloten, dat het
gerechtshof, hetwelk iotergeallieerd
zal zijn, te Londen zitting zal houden,
ter berechting van den persoon, die
in de allereerste plaats verantwoor
delijk is voor dezen oorlog.»
Deze verklaring laat aan duidelijk
heid niets te wenscben over, maar in
verband met bovenstaande mededee-
lingen uit Parijs schijnen bewaarheid
te worden de woorden van den Engel-
schen journalist, die Zaterdag in de
«Daily News» een proces tegen den
keizer afkeurde en, zicb afvragend of
de geallieerden er niet op rekenen,
dat Nederland zal staan op zijn asyl-
recht, tot de conclusie komt, dat de
openbare meening in Engeland met
veel deftig vertoon wordt voor den
gek gehouden.
Prins Eitel Friedrich van Pruisen
heeft, mede namens zfjn vier jongere
broeders, o.l. August, Wilhelm, Oscar
en Joachim van Pruisen, aan den
koning van Engeland een telegram
gericht, waarin zij zich in de plaats
van bun keizerlijken vader, voor het
geval zijner uitlevering, beschikbaar
stellen, om bem daarmee een onteeren-
den gang te besparen.
Volgens de »Times« zal bet verzoek
tot uitlevering van den ex-keizer eerst
dan tot de Nederlandscbe Regeering
worden gericht als het bijzondere ge
rechtshof zitting houdt Tot nog toe
is geen der vijf leden benoemd.
Alle geallieerde regeeriogen hebben
hun eigen lijst van personen, die uit
geleverd moeten worden. De Engelsche
lijst bevat 71 nam^n.
Hindenburg'» aanbod.
Hindenburg beeft het volgendeeigen-
handig schrijven aan maarschalk Focb
gericht:
Groot Hoofdkwartier. Kolberg 3Juli.
Mijnheer de Maarschalk.
De oorlog is geëindigd. Het Duitscbe
volk is besloten de bezwarende voor
waarden welke het door den vrede
worden opgelegd te aanvaarden. Ook
bet leger, met de officieren aan bet
boofd, is bereid, voor de eerlijke
nakoming van dezen vrede ieder offer,
ook het zwaarste, te brengen, voor
zoover zijn eer daarbij niet wordt
gekrenkt.
Een soldaat ecbter, die niet voor z(jn
«Oberster Kriegsberr» opkomt wien
bij trouw beeft gezworen, zou den
eere-naam van soldaat niet verdienen.
Zoolang ecbter krijgsmanseer op de
wereld nog eenige waarde beeft, zullen
vriend en tijand deze opvatting respec
teeren.
Ook deze oorlog heeft ondanks de
bardheid waarmede bij moest worden
gevoerd, aan beide partijen voorbeelden
gegeven van booge moreele opvattingen
van krijgsmanseer, voorbeelden, die be
wijzen dat deze opvattingen, die alle
beschaafde volken gemeen hebben,
niet zijn uitgestorven.
Als oudste soldaat in dienstjaren
en als eerste militaire raadgever van
mijn keizer en koning gedurende een
zekeren tijd acbt ik mij verplicht, uit
naam van het oude Duitsche leger,
tot u, mijnheer de opperbevelhebber,
als hoogste vertegenwoordiger van de
legers der geallieerden en geassocieerde
mogendheden, dit schrijven te richten
om u te verzoeken stappen te doen,
opdat van den eisch tot uitlevering
van Z. M. den keizer wordt afgezien.
Als opperbevelhebber van het leger,
dat eeuwenlang de traditie van echte
krijgsmanseer en ridderlijkheid als bet
hoogste heeft nageleefd, zult gij onze
opvattingen weten te respecteeren.
Om deze smadelijke vernedering aan
ons volk en ons leger te besparen ben
ik bereid ieder olfer te brengen.
In de plaats van mijn burgerlijken
en koninklijken »Kriegsherr« stel ik
mij daarom hiermede met mijn persoon
geheel ter beschikking van de ge
allieerde en geassocieerde mogend
heden.
fk ben er van overtuigd, dat ieder
ander officier van bet oude leger be
reid is betzelfde te doeu.
Aanvaardt, enz.
(get.) HINDENBURG.
De Bolsjewiki.
Naar den afgrond.
Hoezeer de Russische industrie door
de bolsjewiki is te gronde gericbt
blijkt uit de «Nasjfwjek» van 4 Jan.
1918 waarin ontstellende bijzonder
heden voorkomen over de ineenstor
ting van de industrie. Zoo meldde dit
blad, dat in het nijverheids rayon
Iwanof-Wosnasensk 200.000 arbeiders
in den loop van anderhalve maand
sedert de October-revolutie geen loon
meer hebben gekiegen. De Kerstdagen
beeft men den arbeiders slechts 20
roebel per boofd kunnen geven. De
munitiefabrieken zijn alle stopgezet
de nog werkende betalen geen loon
uit; de commissarissen hebben zicb,
uit angst voor de arbeiders, uit de
voeten gemaakt; de autoriteit der
Raden regeering is b(j de arbeiders
van dit enorme gebied van textiel
nijverheid volkomen tot op een nul
punt gedaald. De arbeiders zien zich
gedwongen de fabrieken stuksgewijs
te verkoopen. Eenzelfde beeld kan men
ook van de industrieele toestanden te
Bakoe opwerpen.
Aan een verslag in de «Isswestija»
van 16 Mei 1918, is bet merkwaar
dige bericht ontleend van een zitting
der Arbeiderssekte van het comité
voor de manufacturen-nijverheid waar
'n referent, n.l. de bolsjewist Michal-
juk, «de trust- en kartelvorming van
dezen tak van nijveibeid" verdedigde,
die «hij in het belang van de arbei
ders acbt».
Ziehier een bolsjewist die precies
bet tegenovergestelde verdedigt van
wat zijn panij voorschrijft, omdat
bem bleek dat dit voorschrift louter
ramp voor de arbeiders beduidt
Ter herinnering aan den oorlog.
De firma Ernest Hatnmée te Brus
sel beeft een rijk geïllustreerd album
uitgegeven ter herinnering aan België's
aandeel aanden grooten oorlog De
titel is «België in oorlog» In bet
album komen groote portieiten voor
van den koning en zijn gemalin. Voorts
afbeeldingen van de verdere leden der
koninklijkè familie, portretten van de
voornaamste legeraanvoerders en per
sonen, die zich tijdens den oorlog op
verschillend gebied onderscheiden heb
ben. Een groot aantal kiekjes uit
verschillende tijdperken van den strijd,
een kijkje op Vlaanderen zooals het
hier en daar in poinhoopen veranderd
is, enz. Maeterhnck, Cyriel Buysse en
Dumont Wilden zorgden voor enkele
bijdragen van hun baud en de twee
oud-mmisier-presidenten Cooreman en
De Broqueville schreven een voor
woord. Het geheel is keurig uitge
voerd en een blijvend aandenken aan
datgene, wat België in den grooten
worstelstrijd der natiën geleden en
gedaao heeft.
Nederland en België.
Het Ministerie van Buitenl. Zaken
deelt mede, dat Hr. Ms. gezant te
Londen, jhr. mr. dr R. De Marrees
van Swindeien, en bet lid van den
Raad van State, professor mr. dr. A.
A. H. Stiuycken, Nederland zullen
vertegenwoordigen in de internationale
commissie inzake de herziening der
tractaten van 1839, welke eerlang te
Parijs zal samenkomen en welke over
eenkomstig de getroffen regeling,
Nederland en België zal uitnoodigen
gemeenschappelijke formules aan te
bieden met betrekking tot de water
wegen.
De nieuwe Zondagswet.
Naar wij vernemen is de voorbe
reiding van een nieuwe Zondagswet
die door den Minister van Binnenl.
Zaken is toegezegd, in handen gelegd
vaneen commissie waarin hoofdambte
naren van verschillende Departementen
van Algem. Bestuur zitting hebben
en welke reeds baar werkzaamheden
beeft aangevangen.
Gouden feest van het Nederlandsch
Gymnastiek Verbond.
Het Nederlandsen Gymnastiek Ver
bond beeft naar aanleiding van baat-
gouden feest op 19, 20 en 21 Juli
a.s. personeels en vereenigmgswed-
strijden uitgeschreven in gymnastiek
en lichte athletiek, in zwemmen,
korf- en slingerbal en estafetteloop.
(Is de deelneming aan deze wedstrijden
zeer groot, de belangstelling welke de
feestvierende bond van verschillende
zijden ondervindt, doet daarvoor niet
ouder, betgeen blijken kan uit de
volgende opsomming der toegezegde
prijzen
H.M. de Koningin schonk een gouden