NIEUWE Nieuws- en Advertentieblad voor de Provincie Utrecht. No. 5. BESCHEIDENHEID. Gemeenteraad. Zaterdag 31 Januari 1320. 49e jaargang. VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG: Amersfoortsche Courant ABONNEMENTSPRIJS: Per 3 maanden 1. Franco per post door het geheele Rijk 1.15. Afzonderlijke Nummers 5 Cent. Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag. Tijdelijk slechts Zaterdags. Uitgever G. J. SLOTHOUWER BureauLangestraat 77. Telephoonn. 09. AD VER1 ENTIËN: Van 16 reg.ls f 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent. Groote letters en vignetten naar plaatsruimte. Bij een zeker soort van menschen staat de bescheidenheid niet goed aangeschreven. sWij hegrijpen, zeggen zij, dat onbeduidende men schen, arm aan invloed, arm aan talent, arm aan geld, bescheiden zijn. Maar die wat beteekent, die wat bezit waarmee hij voor den dag kan komen en flink optreden in de wereld, waaromzaldiemensch altijd wegschuilen? Waarom zal hij altijd de eereplaats inruimen voor die mogelijk veel minder beteekenen dan hij Waarom zichzelf altijd terugdringen Is dat iets anders dan ondankbare geringschatting van het groote en goede dat hij bezit? Iets anders dan het gepast gevoel van eigen waarde uitdooven Iets anders dan den prikkel afstompen, die hem tot arbeid en strijd midden onder de menschen moet aan drijven V' Anderen zullen zeggen»Be- scheidenheid is niets anders dan lafhartigheid. Het is veel makke lijker zijn oordeel over betwiste punten op te schorten, veel veiliger met woord en daad anderen het spits te laten afbijten, veel veiliger buiten het gedrang van den strijd zich te houden en uit den ver borgen hoek zijner bescheidenheid het gewoel en den kamp om de groote goede ren des levens rustig aan te zien, maar alleen karakter- looze zielen kunnen zich daaraan te goed doen". Zij, die aldus redeneeren, hebben volkomen gelyk en het gebeurt dikwijls dat karakterloosheid zich dekken wil met de vlag der be scheidenheid. Maar wie goed uit zijn oogen ziet, laat zich niet misleidendie onwaardige zelf verachting, die kleinzielige vrees die men terecht bestrijdt is geen bescheidenheid. Bescheidenheid is niet over- voorzichtig, niet karakterloos, niet beginselloos, niet moedeloos. Be scheidenheid is die schoone, in nemende, stille, nederige maar tevens waardige deugd, die werk zaamheid, kracht en moed in zich bevat, die alle waarlijk grooten bezeten hebben en nog bezitten, waardoor dezen juist zich onder scheiden van hen die alléén in eigen oog groot zijn. Bescheiden heid is het kenmerk van echtheid, van echte beschaving, echte ge leerdheid echten kunstzin. De zoogenaamd beschaafden zijn on bescheiden, b.v. zij, die zichzelf te fatsoenlijk achten, om met lieden van een anderen stand om te gaan en dat onverholen te kennen gevengeleerden, die op hun kennis stoffen kunstenaars, die zich op hun talent laten voor staan en den indruk maken, alsof zij hun grootheid vooral zoeken in minachting voor de gaven, de talenten, de kennis van anderen. Bescheidenheid is een kracht. De bescheiden mensch trekt aan en oefent daardoor invloed, terwijl de onbescheiden mensch afstoot en dientengevolge zijn arbeid ijdel is. Hoevele inderdaad goedhartige menschen zijn er niet, die de zwakheid hebben, om altijd over zichzelf te spreken, en hoog op te geven van hetgeen zij zeggen en doen en daardoor anderen onvermijdelijk van zich afstooten. Hoevele knappe, verstandelijke zeer ontwikkelden zijn er niet, wien het aan fijne beschaving en gevoel ontbreekt, om met handigheid te vermauen en terecht te wijzen, die op meesterachtigen toon de les lezen, kortaf veroordeelen, soms bespotten en zoo zichzelf van allen invloed berooven, dien zij zouden kunnen uitoefenen. Een waarachtig bescheiden mensch kruipt niet weg, als het aankomt op arbeid en strijd Roept hem de stem van den plicht, voelt hij den prikkel der liefde, dan in alle nederigheid en ootmoed, dan ondanks den geringen dunk van zijn gaven en talenten, dan bij al den ernst zijner bescheiden heid, staat hij op, slaat voor aller oog de hand aan de ploeg, zoekt in den strijd de voorste gelederen en doet zijn plicht. Acht een ander niet minder, maar uitnemender dan gijzelf zijt, dat is de les der bescheidenheid. Maar acht een ander toch ook nooit hooger dan een mensch, werpt uzelf niet weg, kruipt nooit in het stof voor kennis, voor een naam of voor fortuin, dat zou geen bescheidenheid, maar valsche nederigheid wezen. De ware bescheidenheid ver- eischt zedelijke krachtdeze kan zij niet missen, want bescheiden heid is geen vrijbrief voor ledig heid, zij gaat integendeel met vlijtige werkzaamheid gepaard. De bescheiden mensch handelt en arbeidt in stilte, zonder aan de groote klok te hangen wat hij doet, maar niettemin met ijver en kracht. En om in stilte zonder hulp te arbeiden, is zedelijke kracht onontbeerlijk en om in dien arbeid ook zonder dat men voordeel be haalt of terstond doel treft, te volharden, kunnen moed en ver trouwen niet gemist worden. De Dinsdagavond gehouden ver gadering van den gemeenteraad werd door den voorzitter Mr. Graaf van Randwijck geopend met de navol gende rede: M. H. Als wij een terugblik slaan op liet jaar 1919, het jaar, waarin de vrede van Europa verwacht werd, dan geloof ik wel te mogen zeggen, dat dit af gesloten tijdperk in hoofdzaak is ge weest een ontgoocheling. En deze disillusie is een gevolg daarvan, dat wij niet hebben beseft, welk een ramp over de wereld was gekomen, nog minder, dat wij neutrale landen ook ons behoorlijk deel daarin zouden te diagen hebben. De ernstign val in de vreemde valuta is daarvan naar ik geloof, een aanwijzing geweest en ik vrees zelfs, dat deze zwarte voor spelling binnenkort meer dan ons lief is zal worden verwezenlijkt. Is er echter reden om over het afgeloopen jaar zóóveel pessimisme te hebben Ik geloofniet. Al mogen wjj ons niet ontveinzen, dat de grootste moei lijkheid werd ondervonden om de be- noodigae geldmiddelen te vinden voor noodzakelijke loonsverhoogingen en duurdere materialen, daartegenover weid ons een zwaar pak van het hart genomen doordat de distributiemoei- lijkhedeo vrijwel verdwenen; als men eens wist, welke moeilijke uren de Burgemeester of de waarnemeode Burgemeester hadden door te maken, als op het spreekuur werd blootgelegd het gebrek aan voedsel, als B. en W. zich berinneren de Conferenties met de Consumenten-commissie om de distributie zoo goed mogelijk te doen zijn, dan zal men niet verbaasd zijn, dat in het voorstel van die Commissie om haar te ontbinden een begin van betere tijden werd gezien. En inderdaad hot onderzoek van den schoolarts leerde ons zulks onlangs het begin van physieken achteruitgang bij het kind werd gestuit, terwijl tegelijk daar mede ook de moreele achteruitgang schijnt te zijn geëindigd. Dan mocht de gemeente worden gelukgewenscbt met den goeden afloop van een geding, waarvan de ge meentenaren zelden of niet het ge wicht hebben bevroed: ik bedoel natuurlijk het waterleidingproces. Welk een slag de gemeente zou heb ben gehad als de uitslag eens anders was geweest en dit had toch kunnen gebeurenvalt moeilijk te b9cij(eren. Sedert April trokken voortdurend de aandacht de grondverkoopen I Ter wijl men eens heeft gedacht dal men onmogelijk tot een noodig gere kende omzet van f 35000.per jaar zou komen, bedroeg deze in het slechtste jaar 1918 meer, terwijl in totaal gedurende de eerste 5 jaren van het grondbedrijf ruim 41 H.A. voor f 490.000.werden verkocht en in 1920 22 H.A. voor f 465.000. En hiervan behoorden 10 H.A. tot een terrein, dat, morgen is bet 7 jaar geleden, dat deze voorspelling werd gedaan! eerst in aanmerking voor bebouwing zou komen na 375 jaren! »Elke grondexploitatie aldaar is dan ook finaal uitgesloten» beelte het en met genoegen zagen wij daar meerdere villa's venijzen. Onze bevolking vermeerdert gesta dig aan, in 1918 kwamen er bijna 1000, in 1919 ruim 1000 inwoners bij. Dat zulks zijne moeite meebrengt, speciaal wat aangaat het toch reeds zoo bezwaarlijke woningvraagstuk, valt niet te ontkennen, maar ik geloof toch, dat in dit voortdurende verschijn sel, dat onze gemeente bij velen in trek is de aanwijzing mag worden gezien van een gezonden toestand en al voel ik mij op dit oogenblik, zoo als ik daar straks verklaarde eenigs- zins pessimist, zoo hoop ik toch, dat deze de basis is, waarop na jaren van minderen voorspoed wellicht, zal wor den voortgebouwd. Ingekomen waren o.a. de volgende stukken Besluit van Gedep. Staten van Utrecht, waarbij wordt goedgekeurd het raadsbesluit van 9 December 1919 tot verkoop van een perceel bouw terrein aan de Noordzijde van de Huygenslaan aan E. Lindenhovius, alhier. Voor kennisgeving aange nomen. Besluit van Gedep. Stalen van Utrecht tot goedkeuring van het raads besluit van 9 December 1919 tot aan koop van een perceel bouwterrein, gelegen aan een nieuwe laan, loopende van de Koninginnelaan in westelijke richting aan N.V. nMaatschappij van Grondbezit te Sloten», gevestigd te Amsterdam. Idem. Besluit van Gedep Staten van Utrecht tot goedkeuring van bet raadsbesluit van 9 December 1919 tot verkoop van een perceel bouwterrein aan de Oost zijde der Anna Paulovvnalaan aan mevr. de wed. W. van Stockum, geb. Le Poole, te Blaricum. Voor ken nisgeving aangenomen. Besluit van Gedep. Staten van Utrecht tot goedkeuring van het Raadsbesluit van 9 December 1919 tot verkoop van een perceel bouwterrein aan de West zijde van de Emmalaan aan W. Droog, alhier. Voor kennisgeving aange nomen. Besluit van Gedep. Staten van Utrecht, tot goedkeuring van het Raadsbesluit van 9 December 1919, tot onderhand- scbe verhuring van de boerderij »Het Nieuwe Land» met bijbehoorende gronden aan Mevr. de Wed. Job. van Beek, alhier. Voor kennisgeving aangenomen. Besluit van Gedep. Staten, tot goed keuring van het Raadsbesluit van 22 December 1919 tot overneming om niet van een strook grond van Mr. Dr. H. Tb. A. Verboef, alhier. Voor kennisgeving aangenomen. Besluit van Gedep. Staten, tot goed keuring van bet Raadsbesluit van 22 December 1919, tot overneming om niet van een stoep, gelegen vóór het perceel Utrecbtschestraat no. 23 van G. van Duin, alhier. Voor kennis geving aangenomen. Besluit van Gedep. Staten, tot goed keuring van bet Raadsbesluit van 22 December 1919 tot verkoop van een perceel bouwterrein nabij de Rijks Hoogere Burgerschool aan J. Frima, alhier. Voor kennisgeving aan genomen. Besluit van Gedep. Staten, tot goed keuring van het Raadsbesluit van 22 December 1919 tot verkoop van twee perceelen bouwterrein aan de Oostzijde der Bilderdijklaan aan Job. van Keulen. Voor kennisgeving aangenomen. Besluit van Gedep. Staten, tot goed keuring van het Raadsbesluit van 9 December 1919, tot verkoop van een perceel bouwterrein aan de Zuidzijde van de Piins Frederiklaan aan B. S. van Dorlh, alhier. Voor kennis geving aangenomen. Besluit van Gedep. Staten tot goed keuring van het Raadsbesluit van 9 December 1919, tot aankoop van diverse perceelen grond van B. A. Olemens, alhier. Voor kennisgeving aangenomen. Besluit van Gedep. Staten tot ver booging van jaarwedden van Burge meesters, Secretarrissen, en Ontvan gers over 1919, door toekenning van een duurtebijslag. Voor kennisgeving aangenomen. Missieve van B. en W., inzake toewijzing van woningen door de Bouwvereeniging »St. Bonifacius". Schrijven d.d. 30 December 1919 van het Bestuur van de Amersfoortsche Esperantische vereeniging «Flebito", houdende verzoek eenmaal per week een schoollokaal zoo mogelijk gratis ter beschikking te stellen voor het houden van cursussen in de wereld- bulplaal Esperanto. Ter afdoening in handen van B. en W. Proces verbaal van de opneming van kas en boeken van de Gemeente ontvanger d.d. 3 Januari 1920. Voor kennisgeving aangenomen. Schrijven d.d. 3 Januari 1920 van het Gemeentebestuur van Smallinger- land, waarbij wordt verzocht adbaesie te betuigen aan een door den Raad dier Gemeente aangenomen motie betrekkelijk wijziging van artikel 10 der Wet van 24 Mei 1897 S 156. Voor te stellen niet op bet schrijven in te gaan. De Voorz. licht toe, dat de qnaestie eeri te luttel bedrag, de regeering ernstig zou belemmeren in spoedige afdoenning. Schrijven d.d. 10 Januari 1920 van J. Hofland e.a. houdende een motie van de sociaal-democratische fractie uit den Raad ingediend in de Raads vergadering van 23 December 1919 bij de behandeling van volgn. 70 der Gemeente-begrooting dienst 1920 met Memorie van Toelichting op die motie. Te stellen in handen van B en W. Missive van B. en W. dd. 13 Jan. 1920 houdende mededeeling, dat zij den controleur van Belastingen H. de Kat Jr., gerekend met ingang van 1 Januari 1920, drie periodieke verhoo gingen hebben toegekend. Voor kennisgeving aangenomen. Schrijven dd. 14 Januari 1920 van de Besturen der R. K. Werkheden- vereeniging »St. Joseph« en van den Cbristelijken Bestuurdersbond alhier, houdende verzoek, bet daarheen te willen leiden, dat op afdoende wijze worden tegemoet gekomen aan de klachten der leden van de levens middelen-commissie, omtrent het niet vergoeden van werkverzuim voor bet bijwonen van een commissie-vergade ring onder werktijd. Naar B. en W. om advies. De heer Kraan driogt op spoed aan. De Voorzitter zegt dit toe. Schrijven dd. 13 Januari 1920 van de commissie van onderzoek inzake Cinematografisch onderwijs ta Leeuwarden, houdende mededeeling, dat het over 1918 toegezegde subsidie ad f 100 niet door de commissie in ontvangst is genomen, daar het daar voor afgegeveQ mandaat, tengevolge van een verzuim, eerst na afsluiting van bet betrekkelijk dienstjaar aan den Gemeente-ontvanger ter uitbe-

Historische kranten - Archief Eemland

Nieuwe Amersfoortsche Courant | 1920 | | pagina 1