NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad y&T
voor de Provincie Utrecht.
Gemeenteraad.
Zaterdag 22 Mei 1920.
49e jaargang.
VERSCHIJNT WOENSDAG EN ZATERDAG.
FEUILLETON.
TELEGRAFEEREN.
:\o. 22.
Amersfoortsche Courant.
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijke Nnmmers 5 Cent.
Ingezonden stokken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelyk slechte Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 77. Telephoonu. 09.
AD VER1 ENTIEN:
Van 10 regels 0.90; iedere reg9l meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsrnimte.
In de Dinsdagavond onder pre
sidium van den Burgemeester gehouden
raadsvergadering waren afwezig de
heeien Voskuilen en Noordewier, met
kennisgeving, en de heeren Ruitenberg
en Nieuwendijk.
Ingekomen waren de navolgende
stukken
Ingekomen waren o.a. de volgende
stukken
Besluit van Ged. Stalen van Utrecht
dd. 3 Mei 1920, waarbij wordt goed
gekeurd het raadsbesluit van 30 Maart
1920 strekkende om aan J. Haars
alhier ondersbands te verhuren een
tuin met koepel, staande en gelegen
nabij de Bloemendalsche poort.
Voor kennisgeving aangenomen.
Besluit van Ged. Staten, waarbij
wordt goedgekeurd het raadsbesluit
tot onderhandsche vei huring vaneen
perceel tuingrond aan den Vlasakker-
weg aan H. A. van Bemmel, alhier en
van een perceel tuingrond eveneens
aan den Vlasakkerweg aan C. van den
Berg, alhier. Voor kennisgeving
aangenomen.
Besluit van Ged. Staten, tot goed
keuring van het raadsbesluit inzake
ruiling van grond aan bet Smallepad
met W. H. Meursing, alhier. Voor
kennisgeving aangenomen.
Besluit van Ged. Staten, tot goed
keuring van het raadsbesluit tot ver
koop van een perceel bouwterrein aan
de Oostzijde van de Üaam Fockema-
laan aan W. C. Ochs q.q. alhier.
Voor kennisgeving aangenomen.
Besluit van Ged. Staten, tot goed
keuring van hel raadsbesluit tot onder-
handsche verhuring aan B. J. Groene-
velt, hoofd eener school, alhier, van
de woning aan de Putiienburgerlaan.
Voor kennisgeving aangenomen.
Besluit van Ged. Staten, tol goed
keuring van bet raadsbesluit tot onder-
handsche verhuring van het hotel
pension «Oud Leusden" met bijbe-
hoorende gebouwen en giond aan
S. van Kolfschoten, wonende te Üud-
Leusden gemeente Leusden. Voor
kennisgeving aangenomen.
Besluit van Gedep. Staten van
Utrecht, tot goedkeuring van het
raadsbesluit van 30 Maart 1920 strek
kende om van Cbr. Th. A. M. Giesen,
om niet over te nemen de stoepen,
gelegen voor de perceelen Utr.straat
41 en 43. Voor kennisgeving aan
genomen.
Schrijven d.d. 28 April 1920 van
het hoofdbestuur van den Nederland-
schen Bond van Gemeenteambtenaren
waarin het vertrouwen wordt uitge-
gesproken, dal in deze gemeente, voor
zoover zuiks nog niet mocht hebben
plaats gevonden, spoedig totver^ooging
van de reeds verleende pensioenen
aan Gemeenteambtenaren zal woiden
overgegaan. Naar B. en W. om
advies.
Missive van B. en W., waarbij wordt
voorgesteld aan den heer A. Vermeer,
onderwijzer aan school E, verlenging
van verlof wegens ziekte teveileenen
tot 1 Juni 1920. Naar B. en VV.
om advies.
Verzoek d.d. 15 Mei 1920 van de
Soc.-Dem. Vrouwenclub om de huis
verzorging voor en de verpleging van
kraamvrouwen en zieke vrouwen uit
de klasse der on- en minvermogenden
in eigen beheer te nemen. Naar
B. en W. om advies.
Besluit van Ged. Staten, tot goed
keuring van het raadsbesluit tutonder-
handsche verhuring van een perceeltje
grond, gelegen iop hot terrein der
voormaligegasfabriekaan A. Bakkenes,
alhier, van 1 Februati 1920 tot 1
Januari 1921. Voor kennisgeving
aangenomen.
Verzoek d.d. 15 Mei 1920 van II
J. ter Beeke om eervol ontslag als
onderwijzer aan school D met ingang
van 20 Mei 1920. Het gevraagde
ontslag eervol verleend met ingang
van genoemden datum.
Schrijven d.d. 16 Mei 1920 van A.
Ritsma te Arnhem houdende mede-
deeling, dat hij zijne benoeming tot
hoofd der met September a.s te
openen C-school no. 3 aanneemt.
Voor kennisgeving aangenomen.
2. Voorstel van B. en W. tot het
verleenen van vergunning van de N.V.
Spaander's Optische Slijperij tot het
plaatsen van een put in gemeentegrond.
Z. h..st. aangenomen.
3. Voorstel van B. en W. om mach
tiging te verleenen totonderhandsche
aanbesteding voor den bouw van 12
woningen in het Soesterkwartier.
Z. h. st. aangenomen.
4. Voorstel van B. en W. tot het
geven van straatnamen Berg Noord,
Soesterkwartier, met advies op de
adressen inzake bet geven van straat
namen van het Bestuur van «Zand
bergent en van Sal. B. Gompers.
Na eenige discussie, wordt dit on
derdeel van het punt met 8 6
stemmen aangenomen, zoodat de
provincie-namen zijn aanvaard.
Het overige z. h. st. aangenomen.
5. Advies van B. en W. op de
motie van de raadsleden Noordewier e s.
inzake het aannemen van werklieden
voor aanbestede werken over de schijf
van de Arbeidsbeurs met rapporten
omtreDt het behandelde in de af-
deelingen en antwoord van B en W.
Daar de heer Noordewier afwezig
is, wordt in zijn plaats het woord
gevoerd door den heer Overeen), die
betoogt, dat het instituut der arbeids
beurs een middel is om de bestrijding
der werkeloosheid van ongeschoolde
arbeidskrachten te bevorderen.
Het motief, dat de tijden ver
anderd zouden zijn, treft hem niet.
De motie blijft dus gehandhaafd.
Wethouder Jotissen: beeft de in
druk, dat misverstand in spel is. De
arbeidsbeurs neemt genoegen met het
bod van het minimumloon. Dat is
averechts onze woningbouw. Kan
worden gesaboteerd met dat artikel.
De heer Overeem brengt hier tegenin,
dat het artikel wel zóóveel elasticiteit
is te verleeuep, dat bedoelde sabotage
onmogelijk is.
Wethouder Jorissen wil dit be
proeven, doch kan de redactie nog
niet vaststellen.
De heer Overeem trekt zijn onder-
teekening der motie in.
Thans komt aan de orde woningbouw.
Hierover ontspint zich tusschen
verschillende Raadsleden nog al een
heftig dispuut.Id de eerste plaats wordt
er op gewezen dat hier aan Amersfoort
goede werkkiachten worden ont
trokken, omdat het uurloon in om
liggende plaatsen zooveel hooger is.
De heer Hofland komt 't wensche-
lijk voor om hierin niet ten achter
te blijven en 't loon op 't zelfde peil
te brengen, orn zoodoende de goede
vakmenschen biet Ie houden. Voor
de gemeente za^ dit een belangrijk
geldelijk offer met zich brengen doch
we hebben hier allereerst te letten
op 't algemeen belang, en dat is, dat
er geschikte woningen komen voor
beperkte beurzen.
Zooveel mogelijk moeten de bouw
verenigingen gesteund worden volgens
Mr. Stadig.
Mr. van Traa is eenigszins huiverig
om maar klakkeloos subsidies te ver
leenen, daar in de eerste plaats de
financieele toestand der gemeente niet
rooskleurig is en ons belastingstelsel
zeer nijpend. Hij wensebt dan ook
voorloopig niet mede te werken om
nieuwe verenigingen financieel te
steunen. Aan wie reeds steun werd
verleend, mag 't echter niet worden
onthouden, daar dit stagnatie in den
bouw zou veroorzaken.
Ook de heer Noordman is van dit
gevoelen.
De heer Holland dient den heer
van Traa nog eens van antwoord.
Z. E. is van meening, dat «Goed
wonen" zooveel mogelijk inoet worden
voortgeholpen.
De heer Rekke neemt de hand
schoen op voor jongelui, die gaarne
in 't huwelijksbootje zouden stappen.
Daar Z E. ook met dergelijke
plannen rondloopt, ontstaat hierdoor
nog al eenige vroolijkheid.
Doch de heer I^ekké pareert dit,
door te verklaien slechts 't algemeen
belang op 't oog te hebben.
De heer Oosterveen maant tot
voorzichtigheid aan en niet verder
te springen dan de pols lang is.
De heer van Traa merkt op, dat
verhooging van uurloon alhier de
arbeiders niet zal weerhouden om met
de villabouw door te gaan.
De heer Hofland komt dasi beslist
tegen op.
Weth. Jorissen, thans het woord
nemend, verklaart er tegen te zijn
nog meer aan te besteden als er toch
geen arbeidskrachten genoeg zijn.
Verder kan Z.E. zich niet herinneren,
dat er aan «Goed Wonen" eenige
toezegging is gedaan.
Hierop verwijst de heer Hofland
naar 't stenografisch verslag, en be
toogt nog al in heftige bewoordingen,
1. Het viel niet te ontkennen hun
uitgaven waren te hoog. Er moest
een stokje voor gestoken worden en
wel zoo gauw mogelijk, vond Harvey
Temple. Hij had Helena vroeger ge
zegd, dat zij zich op de een of andere
manier moest bezuinigen, maar de
rekeningen waren weer even hoog
als de vorige maand en zoo ging het
toch ook niet. Hij was klerk, met
een matig salaris en als de huur en
het loon van de dienstbode waren
betaald, bleef er maar weinig over.
Hoe meer hij er over dacht, des te
beter scheen hem de oplossing, dat
Helena zelf het huishouden zou doen.
Zij zouden heel best rondkomen,
wanneer zij loon en kost van de
dienstbode konden uitsparen. Voor
maar twee personen was het immers
belachelijk een meisje te houden. Hij
zei Sara dus dien avond, dat zij den
volgenden dag, na het ontbijt kou
vertrekken en betaalde haar de week
uit en hij zei er niets van tegen
Helena voor 's morgens. Helena had
nooit huiswerk gedaan, dat wist hij
want haar moeder was rijk maar nu
ze een arm man getrouwd had, moest
zij zich naar zijn omstandigheden
schikken.
Onder het ontbijt begon hij haar
er over te spreken. Het was een
heerlijke morgen en hun raam stond
open net als dat van het huis daar
naast, waar mr. Belden woonde, die
nu ieder woord zoo duidelijk verstond,
alsof hij in dezelfde kamer zat, maar
dit wisten zij niet.
Helena, zei Harvey, de reke
ningen zijn deze maand hooger dan
gewoonlijk en zoo kan het onmogelijk
blijven gaan. wij moesten het zonder
een dienstbode zien te stellen, tot
wij het beter zullen hebben.
Het zonder dienstbode stellen,
sprak Helene hem na. Maar, Harvey,
je begrijpt toch, dat wij moeten eten,
of ben je van plan en pension te
gaan?
Neen, ik bedoel, dat je eens
moet probeeren zelf je huishouden
te doen. Het spijt mij dat ik het je
vragen moet, maar ik zie waarlijk
geen anderen uitweg.
Maar, beste jongen. Ik kan niet
huishouden ik zou niet weten, hoe
ik het doen moest.
Nu dan moet je het leeren, zei
hij een beetje boos. Zoo moeilijk is
het toch niet. Mij dunkt, iedere vrouw
moest het kunnen.
Ja, ik zal het wel kunnen leeren,
denk ik. Zoo dom ben ik nu niet.
Maar daar is veel tijd voor noodig
vrees ik.
Er is geen beter tijd, dan het
heden, antwoordde hij, met een po
ging om nog grappig te zijn. Als de
dingen gedaan moeten worden, dan
brengt uitstellen ons niet verder. Ik
heb het Sara al gezegd dat ze ver
trekken moest. Ze gaat vandaag.
Mrs. Temple was boos, maar zij
liet het niet merken. Na eenige
oogenblikken antwoordde zij bedaard
Dat is werkelijk wat overhaast
gehandeld, dunkt mij. Geloof je niet,
dat het beter zou zijn, als we haar
nog een maand hielden en dat ik
dan van haar kon leeren Ik weet
volstrekt niets af van koken. Het
was niet verstandig er een dienstbode
op na te houden, dat wil ik grif
erkennen, maar ik besef, dat ik nu
te weinig van een huishouden weet,
om er zelf voor te zorgen.
O, je zult het toch wel gauw
leeren en in het begin zal ik niet
op kleine verkeerdheden letten. Huis
houden is gemakkelijk genoeg: jp
zult zien, het zal wel gaan. Het spijt
mij voor je, maar je weet, dat je een
arm man hebt getrouwd.
Het is niet, dat ik het werk
niet wil doen, Harvey, maar ik kan
het niet. Ik vind het niet erg billijk
van je, dat in eens van mij te vergen.
Neem een kookboek, dan zal ik
je wel zeggen hoe je het doen moet.
Maar nu moet ik gaan. Maak niet te
veel werk van den lunch. Ik zal me
met iets heel eenvoudigs tevreden
stellen, tot je er meer van af weet,
liefste.
Hij lachte vroolijk, kuste haar en
maakte toen dat hij weg kwam,
overtuigd, dat hij zijn plicht gedaan
had.
Helene bleef in gedachten verdiept.
Zij waren pas een jaar getrouwd;
de eerste maanden hadden zij en
pension gewoond en waren toen
overeengekomen, dat het goedkooper
zou zijn, een eigen huishouden te
hebben maar dat was het niet. En
daaraan had Helene's onhandigheid
veel schuld. Zij was de eenige dochter
van een rijke, maar onbeduidende
vrouw en had haar geheele leven in
pensions doorgebracht. Helene's hu
welijk met een armen onaanzienlijken
klerk was een groote slag voor haar
moeder geweest die met haar
grieven naar een andere stad ver
huisde. Nu was Helene wel volkomen
bereid zich in de armoede van haar
man te schikken, als ze maar wist,
hoe ze dit doen moest. Zij werd op
geschrikt door Sara, die met een
beleedigd gezicht binnenkwam om te
vertellen, dat ze giDg. Helene zei
werktuiglijk eenige woorden en wacht
te, tot zij vertrok. Het was een moei
lijke toestand, waarin zij zich bevond,
maar ze zou niet bij de pakken neer
zitten. Zij zou moedig haar plicht
vervullen. Zij deed eerst het werk,
dat ze dagelijks gewoon was geneest;
maakte de huiskamer aan kant, ver
zorgde haar vogeltjes en gaf haar
planten water.
Toen herinnerde zij zich, dat ze nu
het ontbijtgoed moest afwassehen en
ging naar de keuken. Eigenlijk had
zij haar leven nooit kopjesgewasschen,
maar dat zou zoo'n bijzondere kunde
niet vereischen, dacht ze. Toen zij
alles op de keukentafel bijeen zag,
scheen het haar een heele massa.
Ze ging warm water halen om haar
werk te beginnen, maar vond het
vuur uit en den ketel koud. Helene
stond verslagen. Zij had nooit over
het aanmaken van een kachel gedacht.
Zij keek er afgunstig in, maar het
was een donker mysterie voor haar.
Alleen wist zij dat men papier ge
bruikte, want Sara kwam haar altijd
vragen om papier, dat verbrand kon
worden. Zij nam dus de plaat van
de kachel en legde voorzichtig twee
kranten in den potzij vormde er
een soort papieren vloer van, waarop
zij alle brandstof gooide die de bak
bevatte. Toen legde zij er de plaat
weer op en probeerde van onderen
het papier aan te steken.
(Slot volgt/.