NIEUWE
Nieuws- en Advertentieblad
voor de Proviieie Utrecbt.
So. 23.
Zaterdag 29 Mei 1920.
49e jaargang;.
VERSCHIET WOENSDAG ER ZATERDAG
FEUILLETON.
TELEGRAFEEREN.
Amersfoortsche Courant
ABONNEMENTSPRIJS:
Per 3 maanden 1.
Franco per post door het geheele Rijk 1.15.
Afzonderlijks Nummers 5 Cent.
Ingezonden stukken in te zenden uiterlijk Vrijdag.
Tijdelijk slechts Zaterdags.
Uitgever G. J. SLOTHOUWER
Bureau: Langestraat 17. Telephaonn. 09.
ADVERTENTIËN:
Van 16 regels 0.90; iedere regel meer 15 Cent.
Groote letters en vignetten naar plaatsruimte.
Hebt u al schoongemaakt,
mevrouw?
O ja, is het antwoord. Of:
ik maak einde Mei eerst schoon.
Maar wel nooit of zelden hoort
men: neen, ik maak niet schoon.
Trouwens, er zou een buurt-
revolutie uitbreken als niet op
gezetten tijd de gordijnen van de
ramen verdwenen en men klop
geesten aan het werk zag.
Ja de schoonmaak is zoo
door en door iets nationaals, dat
zelfs Baedeker (Belgique et Hol-
lande) daarvan gewag maakt, zij
het ook dat hij de juiste bedoeling
van wat hij «waarlijk een hartstochU
noemt niet geheel begrepen heeft.
Toch is er in het antwoord,van
de bovenbedoelde mevrouw in den
regel wel een onwaarheid. Want
ja de gordijnen, de gangen, de
kleeden enz. enz. krijgen een beurt
Maar datgene wat meer waard is
dan de gangen, kleeden enz.? Maar
het lichaam?
Nu versta men ons wel. Wij
zullen niet beweren, dat er tegen
woordig al niet wat mevrouwen
zijn, die de hartstocht ook toe
passen op zichzelf en haar familie.
Maar over het geheel laat de rein
heid van den Nederlander, waar
het eigen lichaam betreft, ontzag
lijk veel te wenschen over. Niet
het meest bij de welgestelden.
Maar toch óók onder hen. En dan
vóóral bij de minder goed gesi
tueerden.
Het is moeilijk deze stelling te
bewijzen. Men moet al geruimen
tijd in een frisscher land gewoond
hebben om het verschil op te
merken. Maar het is dan ook goed
waar te nemen. En wanneer men
de badgelegenheid in een Duitsche,
Engelsche of Amerikaansche stad
gaat vergelijken met de hadgele
genheid hier, komt men tot een
verbluffende tegenstelling Wij her
inneren ons eens enkele zoodanige
cijfers, die natuurlijk ramings-
cijfers waren, gezien te hebben.
Het resultaat was vernietigend
voor de Nederlandsche waschge-
woonten.
Het vuilste volk van Europa, de
Serviërs, zouden nog heilig zijn1
bij deze zinnebeelden van reinheid:
de Hollanders.
Nu zou men met deze eigen
aardigheid nog geduld kunnen
hebben als zij alleen aesthetische
bezwaren had. Zeker, het is niet
aangenaam voor iemand, die op
dit punt oordeel des onderscheids
heeft, altijd door te moeten op
merken, dat de lichaamsreinheid
van Jan, Piet of Klaas te wen
schen overlaat. Voor iemand rnet
gevoelige reukzenuwen is dat zelfs
heel onaangenaam. Doch heel erg
is dat niet, omdat betrekkelijk
weinigen dit oordeel des onder
scheids hebben. En voor Jan, Piet
of Klaas is het zeker heelemaal
niet erg, omdat zij in het zoet
zelfbedrog verkeeren, dat niemand
kan zien, dat zij alleen hoofd en
handen (en. misschien de voeten)
wasschen.
Maar erger is deze watervrees
van onze landgenooten voor hun
lichamelijk welzijn Een lichaam,
dat niet behoorlijk gewasschen en
gelucht, wordt, wordt niet goed
onderhouden. De huid kan zijn
functies niet goed vervullen. Het
weerstandsvermogen tegen ziekte-
aanvallen is veel geringer dan bij
de goedverzorgde lichamen.
Hoe buitengewoon erg deze mis
stand aan de meest deskundigen
voorkomt, zien wij weer aan een
opstelletje in antwoord op een
beschouwing over de sGeschiede-
nis van de zoogenaamde natuur
geneeswijze® van den Duitschen
hoogleeraar Paul Förster. Deze
schrijver neemt de natuurgenees
wijze eenigszins in bescherming
en laat daarbij de historie van de
lichaamszorging even aan zijn
geestesoog voorbijgaan.
De Grieken waren een gezond
volk, omdat zij voor het lichaam
zorgden. Dc eenvoudige hygiëni
sche voorschriften van Hippokra-
tes werden door hen steeds in
toepassing gebracht.
De Romeinen zorgden even goed
voor hun lichaam. De groote Ther
men waren niets dan reusachtige
instellingen voor hygiënische pro-
phylaxe. voor het gezond houden
van het lichaam en het zorgen,
dat dit aan ziekteaanvallen weer
stand zou kunnen bieden.
Daar kon men op verschillende
wijzen het water op het lichaam
laten inwerken, gemasseerd wor
den en allerlei, de gezondheid
bevorderlijke lichaamsbewegingen
krijgen.
In het begin der middeleeuwen
was het ook nog zoo. In de ge
schiedenis van Karei den Grooten
en Eberhard blijkt nog voortdu
rend van het groote gewicht, dat
aan het baden werd gehecht. Doch
nu neemt langzamerhand de on
reinheid toe en daarmee de onvol
doende zorg voor het lichaam.
Groote epedemiën, die de Grieken
b.v. nog alleen bij door rampen
veroorzaakte groote samenscholin
gen van menschen gekend hadden,
kwamen nu vaker voor. De alge-
meone gezondheidstoestand ging
snel achteruit. En toen men zoo
doende het krachtigste verdedi
gingsmiddel tegen de ziekte
een voorbehoedende, goede ver
zorging van het lichaam, van de
huid verloren had, kwam de
medische mystiek op allerlei ge
heime middelen, uit kruiden ge
trokken, waarvan men genezing
hoopte, werden gebruikt, de tijd
van de drankjes en de pillen was
aangebroken.
Deze toestand heeft lamg, heel
lang voortgeduurd. Men bleef naar
«genezen" trachten van bestaande
ziekten en hechtte onvoldoende
waarde aati het voorkomen van
ziekten. Totdat langzamerhand in
de negentiende eeuw de badge-
woonten weer hoven kwamen.
Waren de markiezinnen van het
ancien régime met alle respect in
den regel ten onrein om.... maar
wij willen deze dames ook nu
geen onbeleefdheid zeggen en
herinneren dus slechts aan die
eigenaardige tangetjes, die met
permissie van den lezer be
doeld waren om zich op het
hoofd te krabben. Van water had
men een openlijk erkende afschuw.
En hoe weinig ernstig men z,elfs
het handen wasschen opnam,
daarvan getuigt een bekend schil
derij van een der grootste Hol
landers, waarbij een dienstmeisje
mevrouw eenvoudig wat water
over haar handen giet.
In de negentiende eeuw ver.
anderde met dc wasebgewoonten
het inzicht der medici heel lang
zaam. Men begon meer en meer
aan de voorbehoudende methode
te hechten. De wetenschap leidde
er toe. Maar ook de goede resul
taten van de natuurgeneeskunde.
En zoo komt men dus langzaam
tot de klassieke methode terug.
De Nederlanders komen hier
SLOT.
Het ging niet gemakkelijk en zij
verbruikte nog een krant en heel
wat lucifers eer het papier wilde
branden. De schuif stond geheel
open om den oven te verwarmen en
dus trok de kachel gebrekkig. Toen
dan ook het papier begon te branden
drong de rook door iedere opening
en sloeg de kachel uit, zoodat Helene
bang werd. Wat moest zij doen. Zij
vreesde dat de buren zouden denken,
dat het huis in brand stond.
Zij ltchfte de plaat weer op maar
de rook verblindde haar en bracht
tranen in haar oogen. Het was haar
onmogelijk in zoo'n atmosfeer te
blijven en zij vluchtte schreiend uit
de keuken. Toen zij t'waagde er weer
binnen te komen, was de kachel
bedaard. Er kwam geen rook meer
uit, maar van vuur was geen spoor
te ontdekken. Het papier was uit
gebrand en had de cokes onaange
roerd gelaten.
Helene durfde geen nieuwe proef
wagen, maar besloot wijselijk te
wachten tot Harwey thuiskwam en
haar zou leeren, om vuur aan te
leggen.
Het uur van den lunch was niet
ver meer af en hij eischte alles stipt
op tijd.
Haar tranen maakten echter plaats
voor verontwaardiging en zij oor
deelde. een kouden lunch goed genoeg
voor iemand, die gehandeld had als
Harvey. Zij doorzocht de provisiekast,
maar vond niets eetbaars dan noten,
boter, ingemaakte uitjes, koude aard
appelen een sneetje harn, dat van
het ontbijt was overgebleven. Ze dekte
de tafel op de meest omslachtige
manier, zette het rijke maal er op
en ging met boozen blik zitten wach
ten op de komst van haar heer en
meester.
Harvey had intusschen ook een
vreemde ervaring opgedaan.
Mr. Belden, die naast hem woonde,
was Harvey's patroon. Die ging wat
vroeger dan hij gewoon was, naar
zijn kantoor en zocht zijn telegrafist op.
Goedenmorgen, mr. Jonhson,
heb je vanmorgen veel commissies te
verzenden
Neen, mijnheer. Banks en ik
hebben het net zoo geschikt, dat hij
mij z'n orders 's morgens zendt en ik
hem de onze 's middags Ik ontvang
ze dus vanochtend.
Uitstekend. Zou je ze ook in
ontvangst kunnen nemen, als je niet
aan het toestel zit, maar alleen het
tikken hoort. Bijvoorbeeld hier in
dat zijkamertje?
Zeker, mijnheer, zoolang ik
dat hooren kan, zal t'wel gaan.
Nu, houd je dan dezen ochtend
schuil, daar heb ik mijn bedoeling
mee.
Nooit vroeg men mr. Belden, waar
om hij dit of dat deed, hoe vriendelijk
en minzaam de oude er nu ook uitzag.
Toen ging hij naar Harvey en zei
dat hij hem noodig had om aan het
telegrafeertoestel te zitten. Harvey
keek hem verwonderd aan.
Maar, mijnheer, ik kan niet
telegrafeeren.
O, dat leer je gauw genoeg, het
is heel gemakkelijk.
Maar ik heb't nooit bestudeerd.
Ik zou zelfs geen telegram, waar mijn
leven van afhing kunnen verzenden
of aannemen.
Er moet hier een boek zijn?
geloof ik. Ja, hier is het, en mr. Belden
greep een oud «Handboek voor den
Telegrafist® en gaf het hem. Ieder
man moest kunnen telegrafeeren. Doe
er je best maar eens voor. Ik zal
natuurlijk vandaag geen volmaakt
werk eisehen; het zal langzamerhand
wel beter gaan en hij ging heen,
Harvey achterlatend in de overtuiging,
dat zijn patroon plotseling krank
zinnig was geworden.
Het telegrafeertoestel begon zeer
geheimzinnig te tikken. Het zei mis
schien iets van het grootste gewicht,
maar Harvey was niet in staat het
te ontcijferen. Toen besloot hij er
maar niet op te letten; het was zijn
werk niet en hij had mr. Belden
gezegd, dat hij niet kon telegrafeeren.
Hij ging boos, ja woedend zitten.
Het getik van het toestel maakte hem
zoo zenuwachtig, dat hij het ding
wel had kunnen slaan, om er van
verlost te wezen. Maar dat deed hij
toch niet. Brommend bleef hij zitten.
Hij hield het tot bijnadenmiddag
uit, want hij was vastbesloten niet te
willen werken voor een krankzinnige.
Mr. Belden keek verrast, toen
Harvey zijn kantoor binnenstapte met
de woorden
Ik ben gekomen om mijn be
trekking op te zeggen.
Zoo, vond je telegrafeeren moei
lijker werk dan je dacht?
Het is niet het moeilijke werk
waar ik tegenop kom, het is, dat ik
het werk moet doen waar ik niets
van af weet. Ik vind het heel onbil
lijk van u zoo iets van mij te vragen.
Maar je hadt toch een boek?
vroeg mr. Belden bedaard.
Een boek, herhaalde Harvey ver
ontwaardigd. Wat helpt een boek als
je niets weet van de praktijk van een
zaak. Men leert niet in een dag tele
grafeeren maar na jaren van gedul
dige studie en hard werken.
Net zooals een vrouw leert koken,
zei mr. Delden.
Harvey staarde hem aan en dacht
nu zeker, dat de man z'n verstand
had verloren. Mr. Belden ging voort:
Ik hoorde bij toeval vanmorgen
je gesprek met je vrouw en meende
je eigen onbillijkheid eens praetisch
te moeten toelichten. Ik geloof niet,
dat het ongerijmder van mij is, te
verwachten dat je dadelijk zoudt
kunnen telegrafeeren dan van jou te
verwachten dat je vrouw dadelijk zou
kunnen koken. Een huishouden be
sturen is ook een beroep, beste vriend
en er is veel tijd, nauwlettend studie
en een goede leermeesteres noodig
om het te leeren. Ga nu naar huis en
vertel je vrouw, dat je nog niet te
oud bent om wat te leeren en zeg
haar, dat je op een andere manier
zult bezuinigen, tot ze het huishouden
geleerd heeft, waar ze zeker eerder
mee klaar zal zijn dan jij met tele
grafeeren. Vanmiddag kun je je ge
wone werk hervatten, dat is al, wat
ik je zeggen wilde.
Hij ging weer aan zijn werk en
IJarvey vertrok. Die was intusschen
heelemaal van streek, hij begreep er
niets vanalleen één ding stond
vast: dat hij heel dwaas gedaan had.
Mr. Belden had hem dat nog al niet
onduidelijk te kennen gegeven. Helene
begroette hem met geveinsde beleefd
heid, maar hij sloot haar in de armen,
terwijl hij riep
Zeg niets Helene, zeg geen enkel
woord om mijn onbillijkheid te ver
wijten, of ik ga weer heen.
Toen keek hij naar het maal, dat
voor hem klaar stond, lachte en zei
Nu, kind, je hebt in de eerste
les beter geleerd, dan ik. Luister
maar.
Hij vertelde de gebeurtenissen van
dien morgen en voegde erbij
Ik moet toestemmen, dat dit
alles is, wat ik verdien voor mijn
lunch, maar jou mag ik niet verder
straffen. Ga dus de stad in, huur,
gauw een ander meisje en laat ons
vrede sluiten.
Van dien dag af ging alles geregeld.
Helene werd na verloop van tijdeen
eerste huishoudster en als Harvey
soms geneigd mocht zijn, om eens
een aanmerking te maken, dan zette
die enkele vraag«Kun jij telegra
feeren? hem weer op zijn plaats.