Vergadering van Burgemeester en Wethouders met de raads commissie inzake het uitbreidingsplan op 9 September 1929. Voorzitter: Mr. G.Deketh. Secretaris: J.G.A.Batenburg. Tegenwoordig de Wethouders A.J.C.Kbenders, A.Endendijk, de raadsleden P.van den Breemer, W.H.C.Doorman en G.J.Grootewal,de Directeur van Openbare Werken, de heer G.T. van Vliet alsmede de heer Jos. Cuypers te Roermond. De Voorzitter opent de vergadering met den heer Cuypers dank te zeggen voor zijn bereidwilligheid om in deze vergadering te komen. Indertijd zegt Spreker is de heer Cuypers als ontwerper van het uitbreidingsplan aangezocht, doch in den loop der jaren, buiten verantwoordelijkheid van het thans fungeerend College van Burgemeester en Wethouders is een en ander in het stuifzand te recht gekomen. Het laatste plan is met Uw handteekening bekrach tigd zegt de Voorzitter tot den heer Cuypers, daarnaast ligt een plan van U zelf, met welk plan naar het hem voorkomt eigenaardig is gegaan. S preker wil daar niet diep op ingaan en gedane zaken nemen geen k< er. Integendeel wil Spreker de situatie redden. Toch moet hij mededeelen, dat het plan dd. November 1922 blijkbaar niet in den Raad is geweest. Sommigen zeggen van wel. Notulen zijn echter van die vergadering niet aanwezig. Wel zijn er notu len te vinden over het plan waarop een haven ontworpen is. De no tulen 1924 dragen aan den architect op zijn ontwerp uitbreidings plan met den heer Cuypers te bespreken. Daaruit valt af te leiden dat er wel een opdracht is geweest. We nemen aan dat die opdracht er geweest is met gevolg. Het blijkt echter niet dat er bespre kingen hebben plaats gehad. De heer Cuypers zegt dat er in het begin wel bespreking heeft plaats gehad. In verband met de ontwikkeling van de ge meente werd het beter gevonden dat de heer van Vliet, die uit den aard der zaak beter op^de hoogte dier omstandigheden was het ont werp zou afmaken. Spreker heeft enkele particuliere uitbreidingen gezien bij gelegenheid van een bezoek van den heer van Vliet te Amsterdam en zegt later nog eens te Soest te zijn geweest met het resultaat, dat een bespreking heeft plaats gehad tusschen hem en eenige ambtenaren, waaronder de heer van Vliet. Daarna is er een commissie te Roermond gekomen en is het plan in den breede be sproken en daarna door hem voor accoord geteekend. De Voorzitter deelt mede dat de heer Doorman en hij bezwaren hebben tegen het laatste plan. Spreker motiveert zijn standpunt met te zeggen, dat toen hij het voor het eerst het plan zag hij de gemeente Soest nog niet in haar bijzonderheden kende. In het algemeen had hij toen lof voor het plan. Nu heeft hij echter eeni ge bezwaren temeer daar hij inziet dat niet alleen gezorgd moet worden voor de materieele belangen, welke met het plan gemoeid zijn maar ook met de idieele belangen der gemeente. Hij is van oordeel, dat men niet overal met wegen overheen moet gaan en re kening gehouden moet worden met het schoone dat God in onze ge meente heeft geschapen. Bovendien moet er aan gedacht worden, dat niet alleen Soest, maar heel ons land gemoeid is met een uit breidingsplan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1929 | | pagina 528