(2
De Voorzitter cleelt mede, dat de heeren van Koesel en
Raedt voldoende tijd gehad hebben om de voorschriften te bestu-
deeren. Indien zij principieel bezwaren hadden .hadden die door
hen dien dag te Apeldoorn naar voren getracht moeten worden.
Spreker merkt voorts den heer van klooster op, dat de bebouwing®
voorschriften en het uitbreidingsplan één geheel moeten vormen,
wieent' de heer van Klooster,dat de bebouwingsvoorschriften onuit
voerbaar zijn, dan zal hij met andere hebben te komen,welke
evenwel toch in harmonie moeten zijn met het uitbreidingsplan.
De heer de Bruyn,die ten aanzien van het uitbreidingsplan
nog op hetzelfde standpunt st aat ,meentdat deze vergadering
eigenlijk overbodig is,daar de Raad reeds in principe een uit
spraak heeft gedaan .Bovendien vindt spreker den Raad niet be
voegd een oordeel omtrent de voorschriften uit te spreken.
Wanneer het plan en de voorschriften ter inzage liggen,zal het
publiek wel met bezwaren komen,waarmede de Raad zijnwiordeel
kan doen. Het heeft dus geen zin om vanmiddag over deze aange
legenheid te spreken.
De Voorzitter is het met den heer de Bruyn eens, doch
deelt mede, dat hij vóór de ter visielegging met de commissies
overleg heeft willen plegen.
De heer Grootewal meent, dat het wellicht beter is, dat
de bezwaren van den heer van Noesel nu reeds te berde worden
gebracht
De voorzitter vraagt zich af,wat voor nut het kan hebben
om thans al die principieele bezwaren naar voren te brengen.
.Nergens is voorgeschreven dat behandeling door den Raad
of commissies voor de ter visie legging moet plaats vinden.
De heer Busch kan zich indenken,dat Burgemeester en Wet*
houders de commissies uit beleefdheid bij elkaar hebben geroe
pen,doch waar het plan reeds voor 28 October ter inzage moet
liggen,is het nu practisch uitgesloten veranderingen aan te
brengen
De Voorzitter wijst in verband net de opmerking van den
heer Busch er op ,dat moeilijkheden voor de gemeente zullen
ent st aanwanneer het plan nu niet ter visie gelegd wordt. Immers
hebben Burgemeester en V/et houders dan niet meer de bevoegdheid
om in voorkomende gevallen zoonoodig de beslissing op bouwaan-
vragen aan te houden. De mogelijkheid z-uu dan ontstaan.dat de
uitvoering van het uitbreidingsplan bemoeilijkt wordt. Spreker
vraagt vervolgens aan de vergaderingof zij het voorstel van
den heer de Bruyn kan steunen.
De heer Gasille meent dat men door samenwerking moet trach
ten iets goeds te bereiken. Men zou te veel verlangenindien de
heer van Nes voorschriften zou maken,welke geheel door de beide
technisch ambtenaren en den heer Raedt zouden kunnen worden
onderschreven
De heer van Nes wijst er op ,dat hij niet een dag en wel
eind September met den heer van Noesel een bespreking heeft
gehad,doch dat de heer van Noesel reeds verschillende malen te
voren bij hem is geweest en dat zij toen de soort van bebouwing
straat voor straat hebben besproken.
Spreker heeft eind. Juli de ontwerp-bebouwingsvoorschriften
ter beoordeeling gezonden aan Burgemeester en Wethouders en aan
de heeren van Noesel en Raedtterwijl laatstgenoemde heeren
over die voorschriften een rapport hebben uitgebracht.
Spreker
Aanduiding van het