Volg num mer Korte inhoud De heer van den Broek zegt dat alje leden van Maatschappelijk Hulpbetoon e van overtuigd zijn dat de steun voord I menschen in vele gevallen te laag is, Daarbij merkt Spreker voorts nog op da de gemeente geen gebruik mag maken van de goede arbeidskrachten. Zulks zou i® moreel zijn. Spreker zou dan ook gaarti zien dat voor de goede arbeidskrachten productief vuerk werd gezocht, tegen ho ger loon; bedoelde arbeiders kunnen x* om beurten tewerk gesteld worden. De o rige arbeiders kunnen dan een gebruike lijke ondersteuning genieten, en daan door Maatschappelijk Hulpbetoon bij Op bare Werken tewerk gesteld worden hij wijze van armenzorg. Deze menschen kun ook om beurten tewerk gesteld worden, Wethouder Lodeesen bepleit nog eens tewerkstelling om de week. De Voorzitter meent dat er wel hele menschen in aanmerking gebracht kunnen worden voor plaatsing bij de Rijkswerk verschaffing. De heer van den Berg zegt dat zeer ker wel eenige personen voor een derge lijke plaatsing in aanmerking komen, doch het gaat niet aan om alle behoeft' gen daarheen te zenden omdat men dan d ze menschen de kans ontneemt om werk t vinden in hun vak te dezer plaatse. De heer van den Broek wil de goede arbeiders een behoorlijk loon geven en de rest voor een gewone ondersteuning aanmerking doen komen. De heer Bossert merkt op dat het in I eerste instantie eigenlijk gaat om de kwestie of het gemeentebestuur er al niet bezwaren tegen heeft dat de gehru kelijke ondersteuning van f.lO,-~ per week wordt verhoogd tot f .12,5° Per "e6 Onder de arbeidersgezinnendie voor on der steuning in aanmerking komen, heersc armoede, daar de huishuren minstens per week bedragen. Voorts is het credie hetwelk Maatschappelijk Hulpbetoon toeg kend is, niet toereikend, hetgeen mede veroorzaakt is door de stopzetting der werkverschaffing op 1 Juli j.1. Sprekeï deelt voorts mede, dat de heer Sukkel» die wegens ziekte afwezig is, er voor 1 om de menschen zooveel mogelijk voor ne ondersteuning te laten werken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1933 | | pagina 491