De heer Buijs erkent dat de desbetreffende bepaling
der concessie de overname niet aantrekkelijk heeft ge
maakt. Dit is vanuit Zeist bezien waarschijnlijk wel de
bedoeling geweest.
De Voorzitter vraagt of er werkelijk meer is afge
schreven.
De heer Buijs antwoordt daarop met "natuurli jk"
Dit antwoord is voor den Voorzitter aanleiding de
vraag te stellen of het dan wel billijk is Soest nog
eens te laten betalen. Wij, zegt de Voorzitter, voelen
het als een onbillijkheid. De overnameprijs wordt daar
door veel te duur.
De heer Buijs vraagt zich af of er wel sprake is van
overname in deze bijzondere tijden, ook wat op gasgeUed
gaande is»
De Voorzitter zegt dat ook Soest niet weet hoe de
toestand zich zal ontwikkelen. Er kunnen tijden komen
dat er voor Soest wel aanleiding is tot overname.
De heer Buijs merkt op de belangen diametraal tegen
over elkaar staan. Mogelijk is Zeist bereid voor de
toekomst een andere houding aan te nemen, maar niet
voor de bestaande regeling. Spreker wil in dien zin bij
zijn G-ascommissie de tolk zijn van Soest.
Hierop is de bespreking- beëindigd.
De Secretaris, De Voorzitter,
Typ:D.E.
coll