93.
21 Juli 1953
De heer BOER merkt op, dat de schooljeugd na school
tijd zeer weinig gelegenheid heeft om te spelen, waardoor al
lerlei groepen op straten en pleintjes de mensen overlast
aandoen met hallen., Het zou gewenst zijn, als de straatjeugd
meer gelegenheid had ongehinderd te spelen zonder anderen
last te veroorzaken» Spreker vraagt, of daaraan iets is te
doen»
De VOORZITTER zegt, dat er iets aan te doen is en iets
aan gedaan wordt. In Soestdijk is een kinderspeeltuin, die
wordt geëxploiteerd door een buurtvereniging. De gemeente
heeft een terrein in Het Hart aangekocht met de bedoeling,
het als speelterrein in te richten. Het stukje grond bij
de Schaepmanstraat is nog niet als speelterrein ingericht,
maar wel daarvoor bestemd. B&W trachten vooral bij de nieuw
bouw overal stukjes grond voor de jeugd te reserveren. Men
staat echter nog maar aan het begin. De gedachten gaan er naar
uit, het gemeentelijk terrein bij de Schrikslaan en de lazarus-
berg, dat oorspronkelijk voor sportterrein was bestemd, in te
richten als speelweide, waar ook balspelen kunnen worden be
oefend. Verwezenlijking van dit plan zal nog wel enige tijd duren
omdat er nog een pachter op de grond zit. Persoonlijk meent
spreker, dat men niet te optimistisch tegenover dergelijke
pogingen moet staan, want ook in buurten waar in de redelijke
grote tuinen voldoende gelegenheid tot vermaak is te vinden
spelen de kinderen toch het liefst op straat. De straat heeft
een speciale aantrekkingskracht die de tuin mist.
De heer SCHAAPSMA is verheugd over het enthousiasme, dat
de mensen, die aan het kleuterschooltje hebben gebouwd, aan de
dag legden en de dankbaarheid die hen bezielde, omdat zij hun
doel hadden bereikt. Minder waardering heeft hij voor het ge
bouw zelf. Het is buitengewoon klein van omvang» In de twee
lokalen kunnen hoogstens 60 kinderen worden ondergebracht. Hij
wenst de betrokkenen gaarne toe, dat het schooltje binnenkort
te klein zal zijn, Is het dan mogelijk op practische en voorde
lige manier het schooltje uit te breiden? Het gebouwtje is
van hout opgetrokken en op het ogenblik, nu het nieuw is,
zijn de naden dicht. Spreker vreest echter, dat over twee jaar
door het krinrpen van het hout de planken minstens vijf milli
meter van elkaar zullen staan. Bovendien is de hoogte wel erg
gering; men krijgt er onwillekeurig een gevoel van gedruktheid,
hetgeen hem voor de kinderen niet gewenst lijkt.
De gemeente heeft de vereniging in staat gesteld de
school te bouwen en is moreel en financieel aansprakelijk, zodat
enkele opmerkingen gerechtvaardigd zijn. Ook over het sanitair
zou spreker enkele opmerkingen kunnen maken» Deze school moet
twintig jaar dienst doen. Is men overtuigd, dat zij haar geld
waard is? Spreker waardeert, dat een glasscherm is aangebracht,
zodat de kinderen veilig kunnen spelen, maar hij heeft bezwaar
tegen de primitieve inrichting en vraagt zich af, of de school
haar tijd kan uitdienen zonder belangrijke kosten mede te brengen
De wethouder DE HAAR zegt, dat men moet bedenken dat de
opzet van de school dateert van 1951Toen was er geen moge
lijkheid bouwvolume voor de bouw van een kleuterschool te
krijgen. Alleen de mogelijkheid van houtbouw was open, Poen zijn
enkele bedrijven aan de markt gekomen met zogenaamde kant-en-
klaar kleuterscholen» Als een dergelijke aanvrage nu werd inge
diend zou voor het gebouw een andere maatstaf zijn aangelegd en
- een -