30 October 1953 129.
heeft haar in deze richting gedreven. Wie lang genoeg lid
is van de Raad weet even goed als B&W, hoe de gemeente tot
eigen architecten is gekomen. Er schuilt natuurlijk een
gevaar in wanneer de architectuur van de door de gemeente
te bouwen woningen steeds in handen blijft van dezelfde
persoon, van de directeur van Gemeentewerken. Dan zou er een
zekere eentonigheid en eenvormigheid in de woningen kunnen
komen. Vandaar dat het College bereid is om, wanneer het de
tijd daartoe gekomen acht, of wanneer de Raad meent, dat die
tijd is aangebroken, een prijsvraag uit te schrijven voor
nieuw te bouv/en woningen.
Dat de laatst gebouwde woningen er minder gelukkig uit
zien, zal de ontwerper van die woningen met de gehele Raad
volslagen eens zijn, maar zij zijn gebouwd in een tijd, dat
de gemeente niet aan geld kon komen. Het was nodig tot onder
handse aanbesteding over te gaan, waardoor de woningen 10
beneden de door Wederopbouw vastgestelde prijs konden worden
gebouwd. Wanneer op een woning van ƒ.8000,een bedrag van
ƒ.800,moet worden bezuinigd, kan er toch ook niet veel
overblijven.
De heer Oranje heeft er op gewezen, dat een commissie
van de B.N.A. een architect kan aanbevelen. De directeur
heeft het echter zo gesteld, dat het lidmaatschap van de
B.N.A. nog niet medebrengt, dat men een bekwaam architect
is. Na de oorlog kon namelijk iedereen tot de B.N.A. toe
treden. Het beroep van architect is niet beschermd. De
B.N.A. strijdt voor deze bescherming, maar heeft de strijd
nog steeds niet gewonnen. De directeur heeft niets miszegd,
wanneer hij opmerkt, dat het voeren van de letters B.N.A.
nog niet medebrengt, dat men een bekwaam architect is.
Het is niet mogelijk hedenavond tot een bepaalde conclusie
te komen, maar wanneer er gevaar ontstaat voor een Zekere
eentonigheid in de gemeentelijke architectuur, zullen B&W
een crediet vragen voor het uitschrijven van een prijsvraag.
Zou de Raad van oordeel zijn, dat op een bepaald tijdstip het
moment daarvoor is gekomen, dan gelooft spreker zeker, dat
het College een dergelijke suggestie van de Raad zal overne
men.
De heer ORANJE merkt op, dat de wethouder de grote
moeilijkheden als een belemmering heeft beschouwd om van de
woningen iets goeds te maken. Maar hoe groter de moeilijk
heden zijn, hoe noodzakelijker het is de meest gerenommeerde
deskundige te raadplegen.
Spreker vindt het jammer, dat de directeur van Gemeen
tewerken wel heeft gev/ezen op het feit, dat er onder de leden
van de B.N.A. personen zijn, die de titel van architect niet
verdienen, maar niet het college van advies van de B.N.A.
heeft vermeld. Dit college zal zeker niet iemand aanbevelen,
die zich ten onrechte de titel van architect heeft aange
meten.
De wethouder VAN ZADELHOEP zegt, dat het rapport van de
directeur meer moet worden gezien in het licht van de practijk
in de gemeente Soest, waarbij het College reeds tweemaal
een prijsvraag heeft uitgeschreven.
De heer ORANJEs Het advies van de directeur maakt daar
- geen -