30 October 1953 133. gaan een contract met de P.U.E.M. aan, maar voor de normale huisaansluitingen worden geen contracten gesloten. De heer ORANJE merkt op, dat een grootverbruiker er toe over kan gaan zelf stroom op te wekken of naar een andere leverancier kan uitzien, terwijl een particuliere afnemer het tegen de P.U.E.M. aflegt en zeker wanneer niet de contractu ele verplichting bestaat een bepaalde stroom te leveren. Toegegeven moet worden, dat de P.U.E.M. verklaard heeft de normale spanning zo goed mogelijk te zullen nastreven. Dit is dan een morele verplichting, die soms sterker kan zijn dan een formele. De VOORZITTER zegt naar aanleiding van de opmerking van Mevrouw landweer, als zou de P.U.E.M. lapmiddelen gebruiken, van mening té zijn, dat de transformatoren juist moeten worden geplaatst om de toevoer van electriciteit uit te breiden. Mevrouw LANDWEER-de Visser zegt, dat volgens deskundigen het gehele net, dat is opgezet in een tijd, dat er zoveel minder mensen woonden en er minder stroomverbruik was, moet worden herzien. Er worden transformatorhuisjes gezet voor de industrie, maar het is de vraag of de gewone afnemers er zoveel beter van worden. De VOORZITTER zegt, dat de transformatoren voor de in dustrie apart zijn. De andere zijn voor de huisaansluitingen, zoals aan de Krommeweg en de SteenhoffstraatDat aan de Beckeringhstraat is voor de industrie. De P.U.E.M. is voor nemens een groot transformatorstation in Soestdijk te plaatsen, waar de toestand naar sprekers indruk slechter is dan in Soest-Zuid. De heer ORANJE zegt, dat het in Soest-Zuid ook slecht is Het schrijven van de heer Koppen en het antwoord van B&W worden daarop aangenomen voor kennisgeving. h. Mededeling van goedkeuring gemeentebegroting en bedrijfs- begrotingen 1953. Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen. i. Brief d.d. 24 October 1953 van Mr. H.J. Ewoudt Vermeulen, advocaat te Arnhem, in verband met het voorstel van B&W tot aankoop van aandelen van de N.V. Centrale Slachtplaats. Op voorstel van de Voorzitter wordt besloten deze brief te behandelen bij het desbetreffend punt van de agenda. 144. Verzoeken om ontheffing van het bepaalde in de verordening ex art. 4, 1e lid 2e der Hinderwet (187 5) van: a. de Benzine- en Petroleum Handelmaatschappij N.V. te Amster dam ten behoeve van het hebben van twee ondergrondse benzinebewaarplaatsen met elk een inhoud van 10.000 liter in de kom van Soesterberg (1-341). De heer PIEREN vraagt of er behalve tegen brand ook geen voorwaarden kunnen worden gesteld ter voorkoming van verkeersmoeilijkheden. De benzinepompen in Soesterberg, voor al bij de Rademakerstraatliggen ten opzichte van het fiet- sérsverkeer zeer ongunstig. Wanneer een auto benzine tankt, moeten de voetgangers en fietsers gebruik maken van de grote weg. Doordat de maximumsnelheid is opgeheven, bestaat er voor hen levensgevaar, al heeft er zich nog geen levensgevaarlijk ongeluk voorgedaan. Kan het College de Rijkswaterstaat niet verzoeken bepaalde verbeteringen aant e brengen, vooral ten aanzien van de benzinepompen bij de Kampweg, de Rademakerstraat - en de -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1953 | | pagina 320