- 23 Februari 1953 4.
g. Schrijven van de heer Van Veen betreffende verbetering van de
Eikenhorstweg met voorstel het schrijven in handen van B&W
te stellen ter afdoening.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
h. Nota van de Burgemeester inzake de te Soest in verband met
de watersnood verrichte werkzaamheden.
Deze nota wordt voor kennisgeving aangenomen.
De VOORZITTER deelt voorts mede, dat van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten een schema is ingekomen inzake
adoptie, waarin Soest samen met de gemeenten Rijssen en
Doetinchem is genoteerd voor adoptie van de gemeente Ooster-
land
Het schema wordt voor kennisgeving aangenomen.
De heer CLEMENS doet mededeling van een door de heer de
Koff te Soesterberg ingezonden adres, dat nooit ter kennis
van de raadsleden is gebracht, terwijl de heer A.P.HILHORST
melding maakt van een door de heer 1.Prins ingezonden stuk,
waarvan ook nooit aan de Raad mededeling is gedaan.
De VOORZITTER zegt, dat deze adressen het uitbreidings
plan betreffen en bij het uitbreidingsplan ter sprake zullen
komen.
De heer A.P.HILHORST vraagt hoelang dit nog duurt.
Het adres is geruime tijd geleden ingekomen en er staat voor
deze mensen veel op het spel.
De VOORZITTER zegt, dat er, wanneer een uitbreidingsplan
ter visie heeft gelegen, bezwaarschriften kunnen worden inge
diend, waarover binnen drie maanden door de Raad moet worden
beslist. Deze termijn kan met drie maanden worden verlengd,
maar binnen deze wettelijke termijn worden de bezwaarschriften
afgedaan. Zij worden aan de heer Van Embden gestuurd om
advies, waarna B&W er een prae-advies over opstellen, dat in
de Commissie voor Uitbreidingsplannen wordt behandeld, waar
na het in de Raad komt.
De heer A.P. HILHORST acht het toch van belang, dat van
het inkomen van dergelijke adressen mededeling wordt gedaan
aan de Raad, waarna zij, evenals dit met andere stukken ge
schiedt, in handen van B&W kunnen worden gesteld om prae-
advies
Mevrouw BUNGENER-Odinot heeft een adres van de N.U.S.O.
gemist, waarin grond wordt gevraagd voor de speeltuinver
eniging Kindervreugde.
De VOORZITTER zegt, dat dit adres is ingekomen, nadat
de raadsagenda reeds was opgemaakt. Er wordt wel eens iets
aan de agenda toegevoegd als het direct kan worden afgedaan,
maar dit adres berustte op een verkeerd uitgangspunt, t.w.
een voorstel van het College aan de Raad over het ingebruik
geven van een speeltuin, terwijl het College nog niet zover
is een dergelijk voorstel te doen. Het is practischer het
voorstel tegelijk te behandelen met het voorstel van het
College
In antwoord aan de heer A.P. Hilhorst zegt spreker,
dat het mogelijk is, een lijstje aan te leggen van de inge
komen stukken.
Mevrouw BUNGENER-Odinot is van oordeel, dat het door
de N.U.S.O. aan de Raad gerichte verzoek aan de Raad had
moeten worden doorgegeven.
- De -