31 Mei 19 54
Er is een lijst gevraagd van de slechte woningen in Soest.
Twee jaar geleden is er in de pers nogal eens iets te doen
geweest over het feit, dat nu al moet worden gewerkt aan de
vervanging van de slechte woningen als de ergste woningnood
achter de rug is. Aan de hand daarvan is de brief van de Hoofd
ingenieur-Directeur gekomen. Te Soest heeft men gemeend, dat
er niet zo'n haast bij was, maar omdat daarna het vergrote
extra bouwvolume is gekomen voor onbewoonbaar verklaarde wo
ningen heeft de Hoofdingenieur-Directeur er werk van gemaakt.
De heer CLEMENS vraagt, of het niet alsnog mogelijk is
zich met de Hoofdingenieur-Directeur te verstaan over de vraag,
welke woningen het meest urgent zijn.
De VOORZITTER zegt, dat de Hoofdingenieur-Directeur er van
overtuigd is, dat de thans voorgestelde woningen onbewoonbaar
verklaard moeten worden. Indien het College vijf of tien
andere woningen zou aanwijzen en de Hoofdingenieur-Directeur
ermede accoord zou gaan, zouden er 25 of 30 woningen onbe
woonbaar worden verklaard.
De heer CLEMENS: De Hoofdingenieur-Directeur heeft toch
een lijst gehad?
De VOORZITTER; Hij heeft er de ergste uitgehaald.
De heer A.P. HILHORST; Of hij komt terug.
De heer ORANJE vraagt, of het advies van de Hoofdingenieur-
Directeur bindend is.
De wethouder VAN ZADELHOEF zegt, dat de Raad het advies
kan afwijzen en wijst op artikel 2 5 van de Woningwet, waarin
st aa ij
"Indien eene woning ongeschikt is ter bewoning en niet
door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat kan
worden gebracht, wordt zij bij besluit van den gemeenteraad,
den inspecteur gehoord, onbewoonbaar verklaard".
De heer A.P. HILHORST: En als de Raad het niet doet?
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt, dat de Hoofdingenieur-
Directeur zich dan tot Gedeputeerde Staten zal wenden en dat
het in dat geval niet mogelijk zal zijn voor een aantal wonin
gen een andere ontruimingstermijn voor te schrijven dan zes
maanden
De heer R. HILHORST zegt, dat het voorstel hem heeft
verwonderd, maar dat hij er na alle beantwoordingen helemaal
niets meer van snapt. De Raad praat over iets, waarover de Raad
niet moet praten. De Hoofdingenieur-Directeur wordt de Raad
voorgehouden als de boeman. Hij adviseert de woningen onbewoon
baar te verklaren en het besluit van de Raad betekent niets,
want wijst de Raad het af, dan vraagt hij voorziening bij
Gedeputeerde Staten. Spreker ziet het echter anders. Wanneer
de Hoofdingenieur-Directeur voorziening bij Gedeputeerde
Staten vraagt, betekent het naar sprekers oordeel nog niet,
dat de woningen onbewoonbaar worden verklaard, omdat Gedepu
teerde Staten z.i. rekening zullen houden met het gesprokene
in de Raad. Anders zouden Gedeputeerde Staten hun besluit
niet nemen, zoals zij het behoren te doen. Daarom handhaaft
spreker zijn standpunt, dat de Raad het gevraagde besluit niet
moet nemen. Hij gelooft niet, dat de gemeente binnen afzien
bare tijd de krotwoningen door nieuwe woningen zal kunnen
vervangen. Dan komt er dus alleen een bordje "Onbewoonbaar
verklaarde woning" op te hangen en blijven de steeds
- havelozer -