15 Juni 1954 81
De heer ORANJE zegt, dat hem verre staat, de wenselijk
heid van brandbeveiliging in twijfel te trekken. In verband
met de staat der gemeentelijke financiën vindt hij het echter
jammer, dat dit voorstel tussentijds ter tafel komt. Het zou
uit een oogpunt van financieel beleid juister zijn geweest
deze post in de begroting voor 1954 op te nemen of te laten
wachten tot de begroting voor 1955» Spreker heeft behoefte
aan overzicht van wat er met de financiën gebeurt. Met al
die tussentijdse aanvragen is hij bezig, dit overzicht te
verliezen en hij kan, waar de gemeente met een tekort zit,
niet overzien of deze uitgave verantwoord is. Is er bezwaar
tegen het voorstel aan te houden tot de begroting voor 1955?
De VOORZITTER zegt, dat Monumentenzorg als bureau dat
zich voornamelijk bezig houdt met beschrijving en restauratie
van monumenten en dat dus gedeeltelijk technisch en gedeel
telijk kunsthistorisch is ingesteld, ressorteert onder het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, dat een
rijkssubsidie van ƒ.4350,beschikbaar heeft gesteld. Waar
schijnlijk zal Monumentenzorg, als adviserend orgaan, wel
hebben medegedeeld, dat deze toren een waardevol monument
is
In de kerk is geen brandbeveiligingsinstallatie aan
wezig. Spreker weet niet - er is geen overleg geweest met
de kerkvoogdij - of daarin bij de restauratieplannen is voor
zien, maar zou zich dit wel kunnen voorstellen. Hij heeft van
de restauratie niet erg uitgebreide plannen gezien en weet
niet, of een dergelijke voorziening daarin was opgenomen.
Monumentenzorg wil nog wel eens de eis stellen, dat wanneer
het Rijk bij restauraties een betrekkelijk groot subsidie
geeft, een dergelijke installatie wordt aangebracht. Op de
toren is we 1 een bliksemafleider-installatie, maar blijkens
de ervaring zijn de torens het meest brandgevaarlijk, terwijl
een torenbrand het moeilijkst is te blussen.
De heer VAN ANDEL constateert, dat de toren dus wel
beveiligd wordt en de kerk niet. Zou het niet juister zijn,
een dergelijke installatie gelijktijdig in kerk en toren aan te
brengen? Misschien denkt ook het kerkbestuur bij het lezen
van dit voorstel aan deze mogelijkheid. Spreker was er bij
het lezen van dit voorstel van uitgegaan, dat de zaak wel
heel urgent moest zijn, daar men er anders wel bij de begroting
mee zou zijn gekomen. Het gevaar van blikseminslag is inder
daad groot. Spreker acht dit voorstel inderdaad urgent;
andörs zou hij met de heer Oranje van mening zijn geweest, dat
deze post moet wachten op de volgende begroting of op de
begroting voor 1954 gebracht had moeten worden.
De VOORZITTER ontraadt, dit voorstel te koppelen aan een
eventuele brandbeveiligingsinstallatie voor de kerk. Deze
zal zeker niet op de begroting voor 1955 kunnen komen, want
de restauratie van de kerk is nog lang niet zover; de instal
latie kan pas worden aangebracht wanneer de restauratie van
de kerk een feit is en het is niet juist, zo lang met deze
voorziening aan de toren te wachten. Dat dit voorstel thans
wordt behandeld en niet op de begroting voor 1955 wordt ge
bracht, komt, doordat er een hele geschiedenis aan is vooraf
gegaan. Er is overleg geweest met de technici over de aard
van de installatie en met do Regering over het subsidiebedrag.
Als dan een dergelijke zaak rond is, wordt zij in de Raad ge-
- bracht.-