- 15 Juni 1954 82. "bracht. Als men al dergelijke zaken zou gaan opzamelen tot bij de begroting, zou men dan een ontzettende opeenhoping van voorstellen krijgen. Zo gauw eenzaak rond is, wordt zij in de Raad gebracht en kan het werk beginnen. Over een paar maanden is er weer wat anders. Op de begroting wordt alleen gebracht wat elk jaar terugkomt en wat te voorzien is. Een klein jaar geleden, toen de begroting werd opgemaakt, was niet te voor zien dat in April 1954 met het Ministerie overeenstemming over deze aangelegenheid zou zijn bereikt. De zaak nu een jaar te laten liggen, tot na de goedkeuring van de begroting voor 1955, wordt te gek. Als dat systeem werd gevolgd, zouden ook tal van andere zaken moeten blijven liggen. Daarmee is het gemeentebelang niet gediend. Na iedere begroting volgen be grotingswijzigingen. Dat brengt het gemeentelijk leven mee. Daarbij kan het zelfs gaan om zeer grote bedragen, bij voorbeeld een half millioen voor woningbouw. Als het zover is, dat men het werk kan gaan uitvoeren, kan de zaak in de Raad komen; in de begroting behoren alleen routine-zaken te worden opge nomen of grote werken, die te voorzien zijn, zoals bij voorbeeld een belangrijke wegverbeteringAankopen en voorzieningen ex artikel 72 van de Lager Onderwijswet bij voorbeeld zijn niet te voorzien en moeten worden afgehandeld als zij opkomen. Inder daad maakt dit het overzicht van de financiële positie wat moeilijker, maar dat offer moet voor een vlotte afwikkeling der zaken worden gebracht. De heer ORANJE zegt, dat de Voorzitter bevestigt, dat het overzicht der financiën door dergelijke tussentijdse voorstellen wel zeer moeilijk wordt. De raadsleden dragen met elkaar de verantwoordelijkheid voor de gemeentehuishouding, ook in financieel opzicht. De Voorzitter legt er de nadruk op, dat de zaak voor elkaar moet komen, spreker legt de nadruk op de financiën. Men is bezig de gemeente in steeds nieuwe schulden te steken. Daartegen gaat zijn bezwaar. Op het ogen blik kan hij niet meer zien in hoeverre de gemeentefinanciën zuinig en economisch worden beheerd en in hoeverre men maar raak doet. Men laat zich leiden door het tempo van voorbe reiding van het Rijk en niet door het gemeentelijk financieel beleid en beheer. De VOORZITTER zou de zaak zo niet willen stellen. De gemeente laat zich leiden door het tempo van voorbereiding, maar neemt alleen die zaken in voorbereiding die urgent zijn en waarvan a priori kan worden aangenomen, dat zij het offer van de uitgaven waard zijn. Andere zaken laat men rusten. De heer ORANJE meent, dat de middelen beschikbaar moeten zijn. Al is iets nog zo urgent, als de middelen ontbreken zal men het moeten nalaten. De VOORZITTER zegt, dat de post onvoorzien voor dergelijke zaken is ingesteld. De heer ORANJE zegt, dat de gemeente een nadelig saldo heeft, v/aarvan hij nog steeds niet ziet, hoe het kan worden gedekt De VOORZITTER zegt, dat er inderdaad een nadelig saldo is, maar ook een bijdrageraming van het Rijk. Aangezien de financiële verhouding tussen Rijk en gemeente voor 1954 nog niet geregeld is, kan men niet zeggen, dat er een nadelig saldo is. In feite is het er niet, omdat de gemeente een bijdrage van het Rijk te wachten heeft en moet worden afge wacht, of deze lager dan wel hoger dan het geraamde nadelig saldo zal zijn. Men mag er dus niet van uitgaan, dat, omdat er een nadelig saldo is, de post onvoorzien niet mag worden - gebruikt -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 224