- 15 Juni 1954 103 dusverre alleen maar in de hand gewerkt, dat men nog gemakkelijker en meer crediet gaat nemen. Dat kan nooit ge zond zijn. De sociale wetten geven de mensen een zekere zelfstandigheid, zodat zij niet op crediet zijn aangewezen. In een geval als het door de heer Pieren naar voren gebrachte van Soesterberg is het verlenen van crediet geen oplossing; daar zijn andere en betere wegen om te helpen, waarbij men geen wekelijkse aflossing behoeft te betalen. Met credietnemen komt men er in een dergelijk geval nooit uit. Het voorstel van de heer Pieren kan spreker niet aan vaarden. Daarmee zou de Raad uitspreken, toch wel wat voor het volkscredietwezen te voelen, maar nu eenmaal geen bin dingen en financiële verplichtingen cp zich te willen nemen, terwijl een groot gedeelte van de Raad, waaronder spreker, om andere redenen tegen het volkscrediet is. Het voorstel van de heer Pieren is ook niet noodzakelijk. Als Amersfoort of Hilversum zijn werkingssfeer wil uitbreiden tot Soest is daaraan niets te doen. Mevrouw LANDWEER-de Visser is het met de heer Oranje eens, dat men de zwakken moet helpen. Als echter iemand door automatische overschrijvingen van zijn giro een spaarpotje tracht te vormen, doet hij dat van zijn eigen geld, omdat hij zich bewust is, het anders uit te geven. Hij begint dus, geruggesteund door een bepaalde instantie, te sparen. Door een slappeling echter crediet te geven sterkt men hem in zijn zwakte, want men geeft hem gelegenheid om te kopen van geld, dat hij later moet terugbetalen. De heer ZOETELIEF erkent, bij de beslissing inzake het gas-abonnement inconsequent te zijn geweest. Mevrouw POLET-Musler zegt, dat het haar veel plezier doet, dat de heer Zoetelief dit ruiterlijk erkent. Men moet echt een man zijn om, als de heer Van den Arend, te zeggen dat koken op een gasfornuis voordeliger is! Dan komt een vrouw natuurlijk in de verleiding, eens een lekker schoteltje te maken. Dat was ook de bedoeling bij de verkoop van die gasfornuizen en spreekster vindt dit, zakelijk gezien, een zeer goed en juist standpunt. Maar het is niet netjes, er nu zo idealistisch over te praten. Principieel is er niet veel verschil tussen een gas-abonnement en het kopen op af betaling. Spreekster kan best hebben dat gezegd wordt dat men eerst moet sparen, maar kwam in verzet tegen de morele afkeuring van het kopen op afbetaling of crediet. Dat komt niet te pas. Volkscrediet is een zakelijk iets: rnen leent en betaalt rente en of men nu wil kopen en rente betalen dan wel een paar maanden wachten, moet aan de betrokkenen worden overgelaten. Het volkscrediet is een groot, zij het nog niet afdoend wapen tegen alle afbetalingsmagazijnen en -colpor teurs, die, wanneer een kleed bijna is afbetaald, zeggen: Uw gordijnen kleuren niet erg bij Uw kleed, moet U niet ook nieuwe gordijnen hebben? Morele verontwaardiging over volkscrediet wijst spreek ster beslist af. De heer SCHAAFSMA zegt, dat wat de heer Oranje gezegd heeft over volksvertrouwen en volkscrediet niet opgaat. Het volk is de ganse natie; wat het volk aangaat, gaat allen aan. Crediet gaat echter enkele individuen aan, die iets willen kopen en geholpen worden door de goedgunstigheid van de voorstanders van volkscrediet. Men kan volkscrediet en - volksvertrouwen -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 266