29 October 1954 -
175.
slachtplaats heeft zich op het standpunt gesteld, dat het de
verhoogde rechten wel mocht heffen, maar daartoe niet ver
plicht was.
De heer A.P.HIEHORST merkt op, dat alleen een jurist
kan "beoordelen, of dit standpunt van het bestuur juist is
geweest
De VOORZITTER wijst er op, dat de slachtplaats machti
ging van de Raad nodig had om de tarieven te verhogen, maar
dat zij niet verplicht was het maximaal toegestane tarief ook
te heffen, Hoe hoger de N.V. de tarieven stelde, hoe duurder
zij haar eigen aandeelhouders liet slachten. Wanneer de leden
vergadering bezwaar maakte tegen de tarieven, was dit een
interne aangelegenheid van de N.V.
De heer ZOETELIEF deelt mede, dat te Hilversum tot 1
Januari a.a. een uitvoerpremie geldt van 2-g- cent per kg.,
hetgeen door de veterinair inspecteur als een zeer onrecht
matige concurrentie van andere slachtplaatsen wordt beschouwd.
De heer A.P.HIEHORST is van oordeel, dat Soest hetzelfde
doet als Hilversum, want boven 100.000 kg. wordt een lager
tarief geheven en dat komt op hetzelfde neer als een uitvoer
premie
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de artikelen.
De heer BUÏZELAAR stelt voor onder D van art. 3> sub 2,
te laten vervallen, namelijk de woorden; "voor vlees, anders
dan in gehele dieren, vet, afval en huiden, per weging ƒ.0,15".
Mevrouw POIET-Musler5 Dit was een voorstel van de Finan
ciële Commissie.
De wethouder VAN DEN AREND; Het is wel ter sprake geko
men, maar in de loop van de discussie onder tafel geraakt; ik
geloof niet, dat er een bepaald voorstel is geweest.
De heer ZOETELIEF merkt op, dat in artikel 3 weging voor
en na het slachten wordt voorgeschreven. Hij zou dit uitge
breid willen zien tot alle wegingen, zoals het wegen van de
huid, het wegen van vet en van de lever. Voor slagers die
tezamen slachten zou hij willen voorschrijven het wegen van
hun halve koe de volgende dag. Spreker heeft kortom op het
oog alle wegingen, zoals het tot dusverre was. Het voorgestel
de tarief is billijk, niet te hoog, niet te laag, maar men
moet dan de gebruikers alle service geven en niet weer be
ginnen met bonnetjes voor dit en bonnetjes voor dat. Dat
kost aan administratie- en drukkosten meer dan het opbrengt.
Al die kleine wegingen zou spreker in het tarief verdiscon
teerd willen zien. Daarmede komt het voorstel van de heer
Butzeiaar in overeenstemming, want dan vervalt de alinea die
hij heeft voorgesteld te schrappen.
De wethouder VAN DEN AREND is van oordeel, dat men niet
moet zien op kleine bedragjes, maar het voorstel in zijn geheel
moet bekijken. Men kan die dertig cent laten vervallen, het
brengt waarschijnlijk niet veel op, maar uiteindelijk zouden dan
vele diensten pro deo worden verricht.
Nadat spreker overleg heeft gepleegd met de overige leden
van het College, deelt hij mede, dat B&W bereid zijn zich te
verenigen met de gedachtengang van de heer Zoetelief en D 2
van artikel 3 schrappen.
Op voorstel van de heer ZOETELIEF wordt zonder hoofdelijke
stemming besloten het woord "weeggelden" in artikel 3 sub D
te vervangen door; waaggelden.
- De -