- 26 November 1954 187. De heer ORANJE zegt, dat het in artikel 7 gegeven voor schrift op deze wijze wordt onderdrukt. De Raad kan er op vertrouwen, dat het College ieder jaar hetzelfde percentage zal voorstellen, maar de tabel krachtens artikel 7 schrijft het College voor, hoe het het moet doen. Door dit artikel ter zijde te stellen wordt de bevoegdheid verlegd van de Raad naar het College. De VOORZITTER zegt, dat het College, wanneer het wijzi ging wil brengen in de tot dusverre gevolgde afschrijvings percentages, een gemotiveerd voorstel aan de Raad zal moeten voorleggen. Komt er geen voorstel, dan worden de eenmaal vastgestelde percentages gehandhaafd. De heer ORANJE begrijpt het College niet; het stelt artikel 7 voor zonder dat het van plan is zich eraan te hou den. Bij de begroting voor 1955 is een tabel van één bedrijf met ée'n cijfer, maar dat is toch geen tabel. Bij de concept begroting voor 1955 staat voor het gehele bedrag een afschrij ving van G^fo De wethouder VAN ZADELHOR." Dat kan niet. De heer ORANJE: Zo is het ons voorgelegd.. De wethouder VAN DEN AREND acht het niet gewenst thans over de begroting voor 1955 te spreken. De heer ORANJE: Ik ben ertoe geforceerd. De VOORZITTER: In de begroting voor het gasbedrijf staan verschillende percentages. De heer ORANJE: Wij spreken nu over het slachthuis. De VOORZITTER: Bij Gemeentewerken en het gasbedrijf vindt IJ een hele scala van cijfers; als het bij het slachthuis an ders zou zijn, berust dit niet op de gemaakte regeling. De heer ORANJE: Het-geen ons bij de begroting is voorge legd, maakt het dubbel noodzakelijk, dat wij ons houden aan artikel 7. De wethouder VAN DEN AREND: Dat gebeurt ook. De heer ORANJE: Neen, dat gebeurt alleen op een manier, die er op lijkt, maar het is niet juist. De VOORZITTER: Dan is er bij de begroting gelegenheid daarop aanmerking te maken. De heer ORANJE: Artikel 7 is geen begrotings-maar een beheersbepaling De VOORZITTER: Het vaststellen van de begroting is ook beheer; daarbij moet niet slechts aan één jaar worden gedacht. De wethouder VAN ZADELHOEE meent, dat er een woordenspel gaande is. Bij de begroting worden voor de verschillende onder delen verschillende afschrijvingspercentages vastgesteld. Bij die gelegenheid kan de Raad daarop critiek uitoefenen en de percentages desgewenst wijzigen. Overigens gelooft spreker, dat artikel 7 wel gemist zou kunnen worden. De heer ORANJE: Ik geloof niet, dat U dat aandurft. De SECRETARIS wijst er op, dat de afschrijving verband houdt met de aflossing. De heer ORANJE: Juist daarom acht ik het van zo groot belang De VOORZITTER veronderstelt, dat de heer Oranje bang is, dat de zaak, wanneer ze bij de begroting wordt behandeld, aan de aandacht zou kunnen ontsnappen. - De -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 434