22 December 1954 220. De wethouder VAN DEN AREND ontraadt op het ogenblik een uitspraak te doen en is tegen een uitspraak, dat de winst aan de verbruikers ten goede moet komen. De gasprijs is vol komen verantwoord en er is niets tegen, dat er enige winst wordt gemaakt. De VOORZITTER wijst er op, dat de gemeente niet eens aan haar retributie komt, zodat de begroting voor het Gasbedrijf eigenlijk een tekort heeft. Een enigszins betere uitkomst zal in de eerste plaats moeten dienen om de gemeente de re tributie te betalen. Bij het bereiken van de grens van ƒ.50.000,zal moeten worden uitgemaakt, of de gasprijs zal worden verlaagd dan wel een uitkering aan de gemeente zal worden gedaan, respectievelijk het reservefonds op een hoger maximum zal worden gesteld. Inderdaad nadert het moment om zich te beramen over de vraag, of de verordening al dan niet moet worden gewijzigd. De retributie is geen aandeel in de winst, maar een ver goeding aan de gemeente voor de door haar ten behoeve van het Gasbedrijf gemaakte onkosten. Wanneer de uitkomst van het bedrijf de betaling van de retributie niet toelaat, kan deze achterwege blijven, rnaar wanneer de uitkomst van het bedrijf gunstiger wordt, moet ƒ.4.000,retributie worden betaald. De heer ORANJE is van oordeel, dat tijdig moet worden uitgemaakt, of de winst, die na betaling van de retributie overblijft, overeenkomstig de verordening in de gemeentekas moet vloeien of op een of andere wijze de verbruikers ten goede moet komen. De wethouder VAN DEN AREND zegt, dat het Ooilege, wan neer het die kant uitgaat, de zaak zal overwegen en eventueel een voorstel zal doen aan de Raad. De heer ORANJE zou het College dan willen binden aan een uitspraak van de Raad, dat het niet aan de gemeentekas ten goede mag komen. Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, of het Ooilege niet eens kan overleggen, wat de plannen zijn ten opzichte van de winst van het Gasbedrijf. De Raad kan dan beslissen en met tegenvoorstellen komen. De VOORZITTER is van oordeel, dat het geen aanbeveling verdient op het ogenblik reeds te beslissen over het toekom stige beleid met betrekking tot de winst. Het College is daarop niet voorbereid, de zaak is niet in de Gascommissie besproken en velen overzien de materie nog niet. Het College zal echter de zaak niet op haar beloop laten, waardoor de winst automatisch in de gemeentekas zou vloeien zonder dat de Raad zich realiseert, dat dit gebeurt. De heer ORANJE legt zich hierbij neer. De heer SCHAAESMA verwacht in verband met de stijging van de lonen en van de kolenprijzen geen winst, maar acht het tegenovergestelde mogelijk. Zich nu reeds te beraden over des keizers baard is z.i. voorbarig. De VOORZITTER wijzigt namens B&W de begroting voor het Gasbedrijf door onder volgnummer 12 de personeelskosten ƒ.1.407,44 hoger te stellen en volgnummer 11 met hetzelfde bedrag te verhogen. De aldus gewijzigde begroting voor het Gasbedrijf wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Maatschappelijk Hulpbetoon. De heer PIEREN kan het niet geheel eens zijn met hetgeen het College in de Memorie van Antwoord betreffende een even- - tuele -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1954 | | pagina 500