27 Juni 1955 70 Desondanks heeft genoemde Directeur in Soest wederom op kwalijke wijze van zich doen spreken. Met de bevrijdings feesten en de daaraan voorafgaande Koninginne-verjaardag nationale hoogtijdagen van de eerste orde, dienden in onze dorpsstraat versieringen te worden aangebracht. Wat had meer voor de hand gelegen dan dat de Directeur van de Rijkswaterstaat uit eigen initiatief zich met U mijnheer de Burgemeester, in verbinding had gesteld, U hulp en voorlichting had aangeboden en met U hartelijk en met toe wijding zou hebben samengewerkt om die versiering tot een zo groot mogelijk succes te maken? Maar wat is er gebeurd? Zes weken tevoren is aan de Directeur toestemming verzocht om in onze eigen gemeente op de daarvoor organiek meest aangewezen plaats versie ring te mogen aanbrengen. Op dat verzoek is zelfs de ambtelijke contrabeleefdheid niet betracht, er is geen antwoord op verschenen. Toen U daarop het oude gezegdes wie zwijgt stemt toe, toepaste, toen kwam, als ik ook een oude uitdrukking mag gebruiken? de aap uit de mouw en klom de bomen in,..,, Mijnheer de Voorzitter! In het rioleringsgeval van de Middelwijkstraat had de Directeur van de Rijkswater staat het formele recht in zijn handen. Hij miste echter de bekwaamheid om het te hanteren en daarom noemde ik hem ongeschikt voor zijn functie. In het geval van de versie ring voor de bevrijdingsfeesten had de Directeur van de Rijkswaterstaat wederom het formele recht in zijn hand. Wie zal zich echter verbazen, dat hij nog steeds de be kwaamheid miste om het te hanteren? Dergelijke bekwaamhe den waaien iemand maar zo niet aan. Maar dit optreden toonde nog meer aan, het toonde aan dat de huidige Direc teur van de Rijkswaterstaat ook nog de waardigheid mist om de bevoegdheden te hanteren, die in zijn handen zijn gelegd, U zult er op vertrouwen, mijnheer de Voorzitter, dat ik dit niet zeg uit ergernis .of om persoonlijk te grieven. Maar als raadslid, mede verantwoordelijk voor de huishouding dezer gemeente, acht ik mij verplicht in het algemeen belang de gebreken van deze rijksfunctionaris te signaleren. Dit signaleren is des te noodzakelijker, omdat aan de malle gevallen geen einde komt zolang een dergelijke figuur met de dienstleiding belast blijft. Dat is alweer gebleken bij het geval G-roenestei jn aan de Birkstraat, Dit geval is in zoverre nog bedenkelijker, omdat het formele recht aan de hand waarvan de Directeur van de Rijkswaterstaat hier is opgetreden, ander formeel recht, door de gemeente verleend, tegenover zich vindt en ten dele zelfs zijn bevoegdheid afwezig is. Overeenkomstig onze uitbreidingsplannen heeft onze gemeente een perceel grond verkocht met de clausule dat er binnen twee jaar op gebouwd moet worden. Dit uitbrei dingsplan heeft vóór de vaststelling de voorgeschreven procedure doorlopen. Tijdens deze procedure had de Direc teur van de Rijkswaterstaat gelegenheid bezwaren te oppe ren tegen de op deze grond geprojecteerde bestemming. Dit is niet gebeurd. Daarmede heeft deze Directeur de bus ge mist -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1955 | | pagina 192