12 Augustus 1955 101.
De wethouder VAN ZADELHOF? deelt mede, dat deze "bepaling
is opgenomen, doordat het waterschap op de hoogte was van de
plannen van Gemeentewerken ten aanzien van de riolering.
Overigens acht hij het opnemen van deze "bepaling eigenlijk een
voordeel. Wanneer zich immers "bepaalde ongunstige omstandig
heden zouden voordoen, kan de gemeente altijd zeggen; Deze
riolering is nog niet kunnen worden gelegd, de termijn zal
dus moeten worden verlengd.
Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
109. Verzoek van G.Wigtman, Oude Grachtje 1, Soest, inzake door
trekken van de hoofdhuis der waterleiding, met voorstel van
B&W (1-677).
De heer A.P.HILHORST waardeert het, dat in vervolg op
hetgeen in het verleden is geschied, aandacht wordt besteed
aan de watervoorziening in de onrendabele gebieden, en voor
al in die gebieden waar geen deugdelijk water aanwezig is.
Het is jammer, dat dit in etappes moet geschieden en dat
om financiële redenen niet alle voor aansluiting in aanmer
king komende bewoners op deze wijze aangesloten kunnen worden.
Bij dit voorstel doet het zeer pijnlijk aan, dat men pre
cies voor het perceel van iemand zal ophouden, die met het
oog op zijn bedrijf grote behoefte aan waterleiding heeft.
Daardoor blijft de desbetreffende persoon van water verstoken,
terwijl zijn buurman wel wordt aangesloten. Spreker kan zich
evenwel volledig begrijpen, dat het niet verantwoord is voor
één aansluiting een bedrag van ƒ.360,uit te trekken. Een
oplossing voor de moeilijkheden met dit geval zou misschien
kunnen worden gevonden door de desbetreffende man een gelijk
subsidie te geven als voor de mensen in zijn omgeving,
wanneer hij zelf dan het resterende bedrag van de aanslui-
tingskosten voor zijn rekening neemt. Op het bedrijf van de
desbetreffende man moet de gehele watervoorziening van elders
komen.
De VOORZITTER zegt, dat het College met het zeer rede
lijke voorstel van de heer A.P.Hilhorst accoord gaat.
De wethouder VAN ZADELHOEP schaart zich achter de op
lossing van de heer A.P.Hilhorst. Wanneer de man echter wil
wachten met de aansluiting, heeft hij kans in de toekomst,
evenals de andere bewoners, zonder bijbetaling op de water
leiding te worden aangesloten.
Aan het voorstel van de heer A.P.Hilhorst kleeft voorts
de moeilijkheid, dat de gemeente zich zou gaan binden aan het
toevallige bedrag van ƒ.95,voor de meerkosten, dat de man
zelf moet betalen. Voor andere percelen zouden deze meerkos
ten echter hoger of lager kunnen zijn.
De heer A.P.HILHORST zegt zich te hebben gebaseerd op
hetgeen de gemeente bijbetaalt voor de aansluitingen in de
naaste omgeving van deze man.
De wethouder VAN ZADELHOF? zegt, dat wanneer betrokkene
wil wachten, hij misschien over drie of vier jaar totaal on
rendabele aansluiting zal krijgen, maar dat hij, wanneer hij
direct wil worden aangesloten, het verschil tussen ƒ.360,
en ƒ.95,per jaar gedurende 5 jaren zal moeten bijpassen.
Hierop wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het gewijzigde voorstel besloten.
110. Voorstel tot het aangaan van een nieuwe straatverlichtings
overeenkomst met de P.U.E.M. (1-672).
- Mevrouw -