Mjr 19
- 28 november 1955 - 148.
NOTULEN
van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad
der gemeente Soest op maandag, 28 november 1955, te 19.15 uur.
VOORZITTER; de burgemeester, de heer Mr.S.P.Baron Bentinck.
SECRETARIS: de heer J.J.J.M.Eesten.
Tegenwoordig de leden; C.van Andel, J.van den Arend, A.Brouwer
H.A „But zeiaarH.J.S„ClemensT .Dorre steijn, P. Grift, K.de Haan,
A.P.HilhorstR.Hilhorst, H. O.Klarenbeek, Mevrouw S G.Landweer-
de Visser, Dr.D.J.P.Oranjemevrouw S.M.Polet-MuslerP.C.
Pieren, J.A.SchaafsmaM.M.van Wely en W.Gr.van Zadelhoff.
Afwezig met kennisgeving het lid; J.D.L.Zoetelief
De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing
van de gebedsformule.
188. Vaststelling van de notulen der vergadering d.d.28 oktober
1955.
De wethouder VAN ZADELHOEE heeft geen aanmerkingen op de
notulen. In de vergadering van 28 oktober heeft hij echter in
antwoord aan de heer Van Wely ten onrechte medegedeeld, dat de
regeling met de P.U.E.M. inzake de straatverlichting op
1 oktober is ingegaan. (Bladzijde 145 van de notulen, regel
22 en 21 v.o.). Bedoelde regeling is evenwel ingegaan per
1 november.
Hierop worden de notulen z.h.st., ongewijzigd, vastge
steld.
189. Ingekomen stukken:
a. Verzoek van L.J.RademakerMolenstraat 6, Soest, om onthef
fing van het bepaalde in de verordening ex art.4, 1e lid,
onder 2, der Hinderwet (1875) voor het uitbreiden van zijn
inrichting voor de vervaardiging van winkelbetimmeringen,
gelegen op het perceel plaatselijk bekend Lange Brinkweg
52b, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nr.3316,
welk verzoek bereids in behandeling is genomen.
Het verzoek wordt gesteld in handen van B&W om preadvies.
b. beroepschrift d.d. 2 november 1955 van mevr.ACh.Ekelmans
alhier, tegen het besluit van B&W d.d. 4 oktober j.l.afd.I,
nr.179, tot weigering van de door haar gevraagde vergunning
tot het bouwen van een bergplaats achter de woning Emmalaan
2, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie H, nr.6761 (ged.)
met voorstel overeenkomstig art.21, lid 3, van de Bouwver
ordening de beslissing voor ten hoogste 30 dagen te verda
gen.
De heer ORANJE merkt op, dat het voor de raad moeilijk is
zich over deze materie een beeld te vormen, daar bij de
stukken alleen de brief van mevrouw Ekelmans en niet het
besluit van B&W heeft gelegen. Waarom is deze zaak zo inge
wikkeld gemaakt? Uit de stukken blijkt niet, wat de motie
ven zijn om de beslissing op het beroepschrift te verdagen.
De VOORZITTER deelt mede, dat het onderzoek naar deze
kwestie nog niet beëindigd is. Bovendien bestaat de moge
lijkheid, dat het beroepschrift wordt ingetrokken.
Hierop wordt overeenkomstig het voorstel van B&W be
sloten om de beslissing op het beroepschrift voor ten
hoogste 30 dagen te verdagen.
c. Rapport van het Centraal Bureau voor Verificatie en
Einanciële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Ge
meenten betreffende kasopneming Gasbedrijf met brief van
boekhouder-kassier met voorstel deze voor kennisgeving
aan te nemen.
- d -
f