-- 22 december 1955 -- 191»
land in het afgelopen jaar voor oorlog en grote rampen is bewaard
gebleven en weet de algemeen merkbare welvaart te waarderen. Wie de
schooljeugd van veertig, vijftig jaar geleden vergelijkt met de
kinderen van zes en zeven jaar, die nu de lagere school bezoeken, kan
niet betwisten, dat alleen al bij de kinderen een grote vooruitgang
in uiterlijke en levensomstandigheden valt te constateren. Het is
zaak, zich deze zegeningen goed te realiseren.
De protestants-christelijke fractie is dankbaar voor het dit jaar
in deze gemeente gevoerde beleid. In de eerste plaats brengt zij hulde
aan de burgemeester, die met grote tact en doorzicht de raadsvergade
ringen weet te leiden en wiens grote kwaliteiten op juridisch gebied
kort geleden in een debat met eveneens geharnaste bestrijders zijn
gebleken. Het zal met name voor hem een reden tot dankbaarheid zijn,
dat in deze raadzaal een zo behoorlijk intellectueel peil is bereikt.
Maar ook de raad mag dankbaar zijn, deze burgemeester te hebben. Moge
hij de gemeente nog vele jaren kunnen besturen!
Daarnaast heeft de protestants-christelijke fractie respect en
waardering voor alles wat door de gemeente-diensten is gepresteerd.
Geleidelijk breidt het personeel, ook op het gemeentehuis, zich uit,
zodat veel meer voor de gemeentenaren kan worden gedaan, terwijl ook
het aantal inwoners toeneemt. Spreker wenst de secretaris en de ambte
naren toe, dat zij in het komende jaar met vrucht en zegen werkzaam
mogen zijn.
Ook de heren wethouders hebben voor hun moeilijke arbeid een ?/oord
van waardering zeker verdiend. Zij verdienen respect voor de wijze,
waarop zij, ook in de commissievergaderingen, hun standpunt weten uit
een te zetten en allen op hun manier voor de gemeente het goede zoeken.
Dat de wethouder van onderwijs in het afgelopen jaar zijn
uiterste best heeft gedaan om een actie van de gemeentenaren, die een
bepaalde onderwijzer in een bepaald ambt wensten, te keren, verdient
echter een woord van kritiek. Spreker heeft het gebeurde te meer
verwonderd, omdat de wethouder van onderwijs zeker een dergelijke volks
actie moet weten te waarderen.
Ook bij de totstandkoming van de I.Z.A.-regeling is het niet
helemaal juist toegegaan. Dat de wethouder daarbij een zeer pertinent
standpunt heeft ingenomen, is hem op zichzelf niet kwalijk te nemen.
Maar waar de ambtenaren eenparig de I.Z.A.-regeling het meest ver
kieslijk achtten,had de wethouder van sociale zaken daaraan meer aan
dacht kunnen besteden. Hij heeft dat doelbewust en opzettelijk nage
laten om uiteen te zetten, dat een andere verzekeringsinstantie de
voorkeur verdiende.
Waar alle personeelsorganisaties de IZ.A-regeling verdedigen,
had de wethouder wel eens kunnen overwegen, of het door hem ingenomen
standpunt juist was. Van het Georganiseerd Overleg, waar deze zaken
besproken worden, is wethouder Van Zadelhoff voorzitter. Deze wethouder
behandelt de personeelsaangelegenheden. Maar toen het Georganiseerd
Overleg de I.Z.A.-regeling behandelde, moest de wethouder van sociale
zaken er bij komen. Hij heeft dit weliswaar gevraagd en het Georgani
seerd Overleg heeft dit natuurlijk toegestaan, doch het lijkt spreker
onjuist, dat de wethouder van onderwijs en sociale zaken, die geheel
buiten de kwestie der IZ.A-regeling staat, zich daarmede heeft be
moeid. Het enige wat uit deze inmenging is voortgekomen, is dat de
feiten en omstandigheden van deze zeer belangrijke materie nog eens
in het daglicht zijn gesteld. Spreker gelooft echter, dat de wethouder
van onderwijs en sociale zaken in deze te ver is gegaan.
Weinig waardering heeft spreker ook voor het pogen van de wet-
- houder -