-- 22 december 1955 -- 207»
Het wonderlijke in deze gehele materie is, dat men aan de ene
kant hoort, dat het college zwak is geweest, terwijl aan de andere
kant wordt gezegd, dat het veel te sterk is geweest. Dit kan spreker
niet met elkander rijmen. Door de Voorzitter en wethouder Van Zadel-
hoff is reeds uiteengezet, dat het beleid door het gehele college
wordt bepaald en niet door één lid van het college afzonderlijk. Er
is dan ook geen sprake geweest van drijven van een bepaalde wethouder
Wanneer dat het geval was geweest, zouden een minderheids- en een
meerderheidsnota zijn verschenen. Het heeft spreker zeer onaangenaam
getroffen, dat bepaalde leden van hem de zondebok willen maken. Het
lag er in de gewraakte gevallen zeer dik bovenop, dat het voorstellen
van het college betrof en niet van een bepaalde wethouder. Spreker
zou het op prijs stellen, indien in het vervolg een prettiger accent
werd gebruikt. Men behoeft B&W niet te sparen, maar men moet niet
zoeken naar een bepaalde persoon als men heel goed weet, dat het het
gehele college betreft.
De heer SCHAAFSMA is niet volkomen bevredigd door de beantwoor
ding van het college. Zijn bezï/aren zijn echter van dien aard, dat hi
zich voorlopig bij deze beantwoording kan neerleggen.
In antwoord aan de heer Van Zadelhoff zegt spreker nog, dat de
mededelingen in de Commissie van Openbare Werken ten dele de aanlei
ding zijn geweest tot het stellen van zijn vraag over Gemeentewerken.
Deze mededelingen hebben in ieder geval wel de doorslag daartoe ge
geven
De wethouder VAN ZADELHOFF vindt dan de vraag van de heer
Schaafsrna prematuur. Hij heeft deze kwestie niet in de commissiever
gadering gebracht om haar met de mantel der liefde te bedekken. Hij
heeft integendeel uiteengezet, dat deze zaak volkomen openbaar be
handeld zal worden, maar dat eerst een rapport door Gemeentewerken
moot worden uitgebracht, opdat het college zijn standpunt kan bepa
len, waarna ook de raad zich erover kan uitspreken. Spreker vindt het
niet juist, dat de heer Schaafsrna op dit ogenblik deze materie reeds
ter sprake heeft gebracht.
De heer A.P. HILH0R.ST; U gebruikt een heel soepel woord. Ik
zou waarschijnlijk een ander woord hebben gebruikt!
Mevrouw POLET-Muslers Ook ik kan uw antwoord niet anders dan
zeer zachtzinnig vinden.
De heer A.P. HILHORSTs Volkomen juist.
Mevrouw POLET-Musler merkt op, dat de heer Schaafsrna zegt in
de woningbouwpolitiek terug te vinden de oude leuze van de sociali
satie van de grond enz. Daartegen verzet zij zich. Inderdaad stond
lang vóór de oorlog de vroegere S.D.A.P. op het standpunt, dat het
voor een betere samenleving wenselijk zou zijn, indien de produktie-
middelen en de grond gesocialiseerd zouden worden. Politiek is echter
niet een voor eens gegeven waarheid. Het is een wetenschap en maakt
in de loop der jaren een groeiproces door. Reeds vóór de oorlog
drong in de S.D.A.P. de gedachte door, dat het oude standpunt wel
zeer verstrekkend was en men niet zo ver behoefde te gaan. Na de
oorlog werd de S.D.A.P. opgeheven en door toetreding van grote groe
pen andersdenkenden de P.v.d.A. opgericht. Deze partij staat op een
geheel ander standpunt en wil beslist niet verder gaan dan sociali
satie van de beschikkingsmacht over de voornaamste sectoren.
De heer Schaafsrna heeft het doen voorkomen, alsof de gehele
woningbouwpolitiek eenzijdig wordt gevoerd door de P.v.d.A. De rege
ring is echter samengesteld uit vier partijen, die dus medeverant
woordelijk zijn voor het hier gevoerde beleid. Het gaat niet aan,
- als -