- 25 juni 1956 -- 82.
dat deze boom zou worden gerooid.
De wethouder VAN ZADELHOFF deelt mede, dat het staatsbosbe
heer heeft geadviseerd de boom nog enige jaren te laten staan.
De heer VAN ANDEL wijst op de bepaling, dat iemand door be
planting bij zijn huis het uitzicht niet mag belemmeren. Toch is dit
het geval op de hoek van de Anna Paulowna- en de Prins Hendriklaan,
evenals op de hoek van de Korte Bergweg en de Julianalaan bij de
brievenbus
De heer VAN WELY herinnert er aan, dat in de raadsvergadering
van 23 maart j.1. de kwestie is besproken van de heer Bosman, die
meende grond aan de gemeente te hebben verkocht, hetgeen niet het ge-
va,1 bleek te zijn. Toen is toegezegd,- dat de gemeente zou trachten de
desbetreffende grond alsnog tegen een redelijke prijs over te nemen.
Is dit reeds gelukt?
Voorts wijst spreker op het ongerief, dat de omwonenden onder
vinden van de opslagplaats der bouwvereniging tussen de Steenhoffstraat
en de spoorlijn. Is voor deze opslagplaats vergunning verleend?
De heer HILHORSTAan de vergunning heeft u zelf medegewerkt.
De heer VAN WELY vraagt vervolgens, hoelang de ruïne van het
huis, waar de auto is ingereden, te Soesterberg nog blijft staan.
Hij meent, dat de toestand aldaar gevaar oplevert. Kan de gemeente
geen invloed op opx-uiming hiervan uitoefenen?
De VOORZITTER zegt in antwoord op de laatste vraag van de
heer Van Wely, dat deze ruïne niet kan worden opgeruimd, daar er nog
geen overeenstemming tussen de diverse verzekeringsmaatschappijen is
verkregen. Deze moeten namelijk voor de opruiming de uiteindelijke
toestemming verlenen. Ook de betrokkene zelf dringt op opruiming aan,
want dan kan hij weer aan de gang gaan. De toes-tand is op het ogen
blik echter niet gevaarlijk, daar de zaak behoorlijk is gestut en
afgezet
De wethouder VAN ZADELHOFF is niet op de hoogte met de afloop
van de kwestie over de grond van de heer Bosman, zodat hij op de des
betreffende vraag van de heer Van Wely het antwoord schuldig moet
blijven.
Wat betreft de opslagplaats achter de Steenhoffstraatdeelt
spreker mede, dat deze grond in het uitbreidingsplan is bestemd voor
industrie, zodat de opslagplaats daar terecht aanwezig is.
De heer VAN WELY merkt op, dat in de toekomst aan de andere
zijde van de spoorlijn 1600 woningen zullen worden gebouwd. Dan komt
deze opslagplaats middenin het centrum van Soest te liggen, hetgeen
niet bepaald een gelukkige plaats kan worden genoemd.
De heer HILHORST; Dan had u indertijd niet met het uitbrei
dingsplan akkoord moeten gaan. Ik heb op dit bezwaar gev/ezen, doch u
was toen zo voor het uitbreidingsplan.
De wethouder VAN ZADELHOFF zegt, dat als in dit gebied de in
het uitbreidingsplan geplande kantoren en bij de bedrijven behorende
woningen verrijzen de zaak behoorlijk wordt afgeschermd.
De heer HILHORST blijft het betreuren, dat deze bestemming
op dit terrein is gelegd.
Voorts vraagt spreker, of er al iets bekend is omtrent de
mogelijkheid om vooruitlopend op volledige verbetering van het Oude
Grachtje daar reeds provisorische voorzieningen aan te brengen.
De wethouder VAN ZADELHOFF deelt mede, dat de Heidemaat
schappij de verbetering van het Oude Grachtje in handen heeft. De
zaak duurt echter te lang. Daarom heeft spreker reeds opdracht ge
geven deze weg in orde te brengen.
Hierna sluit de VOORZITTER, te 22,15 uur, de vergadering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering Van de
Raad der gemeente Soest, gehouden op 25 juli 1956.
De sekretaïvie De voorzitter,
TypR S/.
C 011(f -VW^-
1