7 december 1956
149.
b„ een perceel grond gelegen aan de Laanstraat/hoek Koekoekweg
aan P.C. van Schadewijk (1-4152);
c„ een perceel grond gelegen aan de Burgemeester G-rothestraat
aan N.V. Bakhuizen te Hilversum (1-4187).
219. Voorstel tot ontbinding van de pachtovereenkomst tussen de
gemeente en de heren A.A. en H.G-.van Doorn, betreffende een
perceel grond gelegen aan de Buntweg (1-4123).
220. Voorstel tot het opnieuw huren van de woning Veldmaarschalk
Montgomervweg 29 te Soesterberg (1-4158).
221o Voorstel tot het aangaan van een overeenkomst met de gemeente
Zeist inzake vestiging van een erfdienstbaarheid op de toe
gangsweg naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie voor Soester
berg 1-924)
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt
overeenkomstig de volgnummers 218b tot en met 221 besloten.
222. Voorstel tot het verlenen van een krediet t.b.v. de aanschaf
fing van een veegmachine (1-905).
Mevrouw LANDWEER-de Visser vraagt, hoe lang de levens
duur van de veegmachine is.
De wethouder VAN ZADELHOFF acht dit moeilijk te zeggen.
Evenals met de facaliënauto doet men er jaren mede. Alleen
de borstels slijten vrij snel en moeten dan worden vervangen.
Hierop wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming
aangenomen
223. Voorstel tot benoeming van een lid in het bestuur van de in
stelling maatschappelijk hulpbetoon (1-915).
De VOORZITTER nodigt de heren Butzelaar en Oranje uit,
nogmaals met hem het stembureau te vormen.
Uitgebracht worden 19 stemmen, waarvan 18 op de heer
A.G.Hilhorst en 1 op de heer H.J.Taris, zodat de heer Hilhorst
is benoemd.
De VOORZITTER dankt de leden van het stembureau voor de
hedenavond verrichte werkzaamheden.
224. Voorstel tot vaststelling van een Verordening op de heffing
en invordering van de Hondenbelasting (IV-925).
De heer ORANJE leest in artikel 1 van de verordening 1
"hondenbelasting, een belasting geheven op de honden". Hij
acht het beter te spreken vans een belasting op het houden
van honden.
De VOORZITTER gelooft niet, dat er bezwaar bestaat te
gen de door het college voorgestelde redactie. In artikel 2,
1e lid staat immers, dat "belastingplichtig is ieder, die in
de gemeente één of meer honden houdt". Artikel 1 zal zeker
niet tot misverstand aanleiding kunnen geven. Bovendien zou
door de door de heer Oranje voorgestelde wijziging artikel 2,
3e lid een fictie worden. Voorts merkt spreker op, dat men
ook heeft belasting op auto's en die niet noemt belasting op
de houders van auto's.
De heer ORANJE merkt op, dat in artikel 20 de mogelijk
heid van gedeeltelijke inning is geopend. Is het niet moge
lijk om in tegenstelling tot de voorgestelde bepaling in ar
tikel 16 de belasting in meer termijnen te laten betalen?
In artikel 24 staat, dat de verordening zal ingaan op
1 januari 1957. Geeft dit geen moeilijkheden met de konink
lijke goedkeuring? Het is immers niet te verwachten, dat die
goedkeuring vo'dr 1 januari 1957 tot stand komt?
De wethouder VAN DEN AREND gelooft niet, dat men artikel
-16-