12 december 1956
187.
Dat is bijna iedere dag een. En iedere aanrijding eist veel
werk5 niet alleen op het moment van de aanrijding;, maar ook in
verband met alles wat erbij komt. Bovendien trekt het vlieg
veld zeer veel publiek aan. Met spoed moet daarom worden over
gegaan tot de bouw van een politiebureau in Soesterberg, want
de huisvesting van de politie is daar onvoldoende. Er is dus
alle reden bij de minister op uitbreiding van het politiekorps
aan te dringen en dat is ook op regelmatige tijden gebeurd.
In het voorjaar is de sterkte uitgebreid met één man en omtrent
uitbreiding van het korps met een vrouwelijk personeelslid van
wege de kinderpolitie is overleg gaande. De minister heeft
blijk gegeven van zijn bereidheid om in bijzondere gevallen
uitbreiding van de politie toe te staan, maar hij is daarbij
niet royaal geweest. Wellicht zou de minister van binnenlandse
zaken bereid zijn een grotere uitbreiding toe te staan, maar
hij wordt geremd door zijn ambtgenoot van financiën.
De heer VAN ANDEL leest nu het volgende bericht voor in
het Algemeen Handelsblad van 1 december 1956:
!iDe minister is van oordeel, dat de politiedienst ten
plattelande zich niet leent om mede door vrouwen te worden
uitgeoefend op de wijze zoals dit in enige gemeentelijke po
litiekorpsen gebeurt. De minister merkt op, dat in de gewesten
van het korps rijkspolitie 5 vrouwelijke officieren werkzaam
zijn voor de behandeling van zaken, de kinderpolitie rakende.
Het ligt in het voornemen dit aantal enigszins uit te breiden
en in de daarvoor in aanmerking komende districten een vrouwe
lijk officier werkzaam te doen zijn."
Op grond van deze uitlating mag, naar spreker meent, wor
den gehoopt, dat aan Soest uitbreiding zal worden toegestaan.
De VOORZITTER acht de conclusie van de heer Van Andel niet
geheel juist. Vooreerst spreekt de minister over de geünifor
meerde vrouwelijke politie, zoals die in Amsterdam en Den Haag
bestaat, terwijl Soest een uitbreiding van de ongehniformeerde
dienst met vrouwelijke krachten in het bijzonder ten behoeve
van de kinderpolitie wil hebben. Bovendien heeft het citaat
betrekking op de rijkspolitie.
Volgnummer 118. Vervoermiddelen van de politie.
De heer VAN ïïELY vraagt of het" onder' dit volgnummer onder
1c (kosten kleding chauffeur politie-autouitgetrokken be
drag van 25,-- niet aan de lage kant is.
De VOORZITTER antwoordt, dat niet ieder jaar een nieuw
uniform nodig is, terwijl de post alleen betrekking heeft op
overhernden en dassen
Volgnummer 152. Onderhoud van brandblus- en reddingsmiddelen.
Hierbij stelt de voorzitter aan de ordes
Ontwerp-besluiten tot vaststelling der vergoedingen voor onder
houdswerkzaamheden door de Verenigingen Vrijwillige Brandweer
te Soest en Soesterberg.
Deze ontwerp-besluiten worden zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming vastgesteld.
De heer ORANJE merkt op, dat de onlangs gehouden demon
stratie met de nieuwe brandweerauto weliswaar indrukwekkend
was, maar hem niet heeft overtuigd van het feit, dat het juist
is geweest voor Soest een apparaat van een zo grote capaciteit
aan te schaffen. Hij vreesde, dat dit blusmateriaal geschikt
is voor gemeenten met veel open water, maar niet voor Soest,
waar open water grote uitzondering is. Het antwoord op de des
betreffende vraag bevestigt deze vrees. Een capaciteit van
3000 liter per minuut is voor een gemeentedie over zo weinig
open water beschikt als Soest, veel te groot. De gemeente
heeft een paradepaard gekocht, dat in de praktijk voor een be~
- langrijk -