23 maart 1956 24.
Het voorstel van de heer Oranje om de haakjes in het
derde lid van artikel 7 te schrappen wordt, nadat het is
ondersteund door mevrouw Landweer-de Visser en de heer Van
Andel in stemming gebracht en verworpen met 13 tegen 4 stemmen.
Tegen hebhen gestemd de leden? Klarenbeek, Dorresteijn,
Grift, Van Zadelhoff, R.Hilhorst, De Haan, AP.Hilhorst
Clemens, Schaafsma, Pieren, Van den Arend, Brouwer en Butze-
laar.
Voor hebben gestemd de leden? Van Wely, mevrouw Landweer-
de Visser, Van Andel en Oranje.
De heer ORANJE merkt op, dat het eerste lid van artikel
8 luidt? "De leden van het korps staan onder de onmiddellijke
bevelen van de commandant of diegene die hem vervangt." In
het tweede lid van artikel 8 staat, dat B&W een instructie
vaststellen met betrekking tot de werkzaamheden van de "ove
rige leden van het korps". Ook de commandant valt dus onder
het korps, zoals eveneens blijkt uit artikel 3. Daarom acht
spreker de redactie van het eerste lid van artikel 8 niet ge
heel juist.
De VOORZITTER merkt op, dat het eerste lid van artikel
8 toch moeilijk aanleiding tot misverstand kan geven. Wanneer
er staat, dat de leden van het korps onder de onmiddellijke
bevelen van de commandant staan, begrijpt een ieder, dat het
hier betreft de leden van het korps uitgezonderd de commandant.
De commandant kan niet onder de commandant staan.
In het tweede lid van artikel 8 staats "Burgemeester en
wethouders stellen een instructie vast met betrekking tot de
werkzaamheden van de overige leden van het korpsOnder
"overige leden" worden hier dus verstaan de leden van het
korps behalve de commandant, wiens funktie in artikel 7 is ge
regeld. Artikel 8 heeft alleen betrekking op de overige leden
van het korps. Daarom staat er ook boven? "het overige perso
neel
Hierop wordt de gewijzigde voordracht zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Vporstel tot het aanleggen van de Meidoornweg, Ericaweg en de
bonifaciusstraat ged.(1-792
De heer KLARENBEEK vraagt, of het niet mogelijk is om,
waar aan de ene kant van de Bonifaciusstraat reeds een tegel
trottoir ligt, ook aan de andere kant van deze straat in
plaats van het voorgestelde asfalttrottoir een tegeltrottoir
te maken.
De heer VAN ANDEL vraagt, waarom een dergelijk groot
krediet pas wordt aangevraagd nadat de begroting is vastgesteld,
zodat er een begrotingswijziging uit moet voortvloeien. Hoe
komt het, dat met het opmaken van de begroting met deze uit
gave geen rekening is gehouden?
De wethouder VAN ZADELHOFF zal bekijken, of het mogelijk
is het trottoir in de Bonifaciusstraat van een tegeldek te
voorzien. Hij zal dit te zijner tijd nog in de Oommissie
voor Openbare Werken ter sprake brengen.
In antwoord aan de heer Van Andel merkt spreker op, dat
dit krediet, behoudens hetgeen bestemd is voor de verbetering
van de Ericaweg, die hier onlosmakelijk aan verbonden is,
niet op de begroting komt te drukken. Dit krediet komt name
lijk ten laste van de exploitatie van de gronden.
- Hierop -