-- 17 juni 1957 -- 67. de gang van zaken rustig afwachten. Spreker is er van overtuigd, dat dan zo spoedig mogelijk een oplossing wordt tereikt in het "belang van alle "bewoners. Wat de kwestie van het water betreft, deelt spreker mede, dat vóór 1 januari 1957 in de huurbedragen was "begrepen 0,10 per week voor het waterverbruik. In verband met de plaats gehad hebbende tariefswijzigingen zijn de kosten van waterverbruik de laatste jaren belangrijk gestegen. De minister heeft het gemeen tebestuur bij brief van 27 juni 1956 er op gewezen, dat de water- leidingkosten moeten komen ten laste van de bewoners. De water leidingmaatschappij is gevraagd, wat de kosten per woning per jaar zijn. Deze kosten werden geraamd op 56,-- per jaar. In verband hiermede is de vereniging aangeschreven de bijdrage tot 0,70 per week te verhogen. Het is begrijpelijk, dat men be hoefte had tegen deze verhoging van 0,60 per week te ageren. Het actiecomité heeft er echter bij de bewoners op aangedrongen deze verhoging niet te betalen. Dit is geen verstandige zet ge weest. Dit was niet bevorderlijk voor de goede sfeer. Men had er beter aan gedaan de bewoners te adviseren de verhoging wel te betalen en verder te trachten op normale wijze daarin verandering te brengen. De minister heeft namelijk gezegd, dat wanneer het bedrag van 56,-- per jaar te hoog mocht blijken, het te veel betaalde gerestitueerd kan worden. De schuld van de woningbouwvereniging bedraagt ruim 720.000,--, waarbij nog komt de schuld wegens renteloze voor schotten ad ruim 140.000,-- zodat de totale schuld ruim 860.000,-- bedraagt. De boekwaarde der activa - inclusief grond - bedraagt ongeveer 725*000,--. Men hoopt omstreeks 1975 quitte te zijn. In verband met de huurverhoging kan er mogelijkerwijze enige winst worden gemaakt in de toekomst. Spreker zegt de heer Pieren toe te zullen onderzoeken in hoeverre andere woningbouwverenigingen geen rechtsgeldig bestuur hebben De heer PIEREN herinnert er aan te hebben gevraagd, of het college bereid is uit de raad een commissie van onderzoek in te stellen. De wethouder VAN DEN AREND merkt op, dat het college het volste vertrouwen heeft in het beleid van het huidige bestuur. Hij dringt er zeer sterk bij de raad op aan dit vertrouwen te delen en de gang van zaken af te wachten. Het college is bereid de raad er volledig van op de hoogte te houden, hoe de zaak zich ontwikkelt. Persoonlijk acht spreker een commissie van onderzoek op het ogenblik niet nodig. De VOORZITTER wijst er nog op, dat de woningbouwverenigingen een grote autonomie hebben een zelfstandig bestaan leiden. Vele woningbouwverenigingen zijn indertijd opgericht op levensbeschou welijke basis. De enige band en bemoeienis die de gemeente met bouwverenigingen heeft, is van financiële aard. Een gelijke be moeienis heeft het rijk met de woningbouwverenigingen. De gemeen te behoort er op toe te zien, dat de aan een bouwvereniging ver schafte gelden worden gebruikt voor het doel, waarvoor zij zijn verstrekt. Daarom is het bij voorbeeld, dat het college er wel eens bij een woningbouwvereniging op aandringt er voor to zorgen, dat de huurachterstand niet te groot wordt. Het betreft dan im mers een direct financieel belang van de woningbouwvereniging, waarbij ook de gemeente gemoeid is. Verder leidt een bouwvereni ging met haar leden een zelfstandig verenigingsleven, waarmede de gemeente eigenlijk niets heeft te maken. Spreker adviseert dan -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 134