- 17 juni 1957 -- 68.
dan ook geen commissie van onderzoek in te stellen. Vooreerst zou een
dergelijke commissie tegenover de woningbouwvereniging met geen enkel
gezag werkzaam kunnen zijn. De woningbouwvereniging is in het geheel
niet verplicht inlichtingen aan een commissie uit de raad te geven.
Blijft over een onderzoek naar de vraag, of het college ten aanzien
van het beleid nalatig is geweest. Dit wil zeggen, dat aan de woning
bouwvereniging St.Joseph gelden zijn verschaft zonder dat voldoende
is toegezien, dat de gelden doelmatig en volgens het gestelde doel
zijn besteed. Uit het betoog van de heer Pieren heeft spreker dat
niet opgemaakt. De verwijten lagen meer in het vlak, dat het college
er te weinig het oog op heeft gehouden, dat hier een niet rechtsgeldig
bestuur was. Nu ligt het in de aard van de zaak, dat men, wanneer een
bestuur van een vereniging zich als bestuur presenteert, begint met
aan te nemen, dat het ook rechtsgeldig is. Men vraagt dan niet direct
notulenboek en statuten om na te gaan, of het bestuur rechtsgeldig
is. Langzamerhand is gebleken, dat het bestuur niet rechtsgeldig was.
Toen ging het als zaakwaarnemer opti'eden, wat de rechtsgeldigheid van
de besluiten niet aantast.
De vraag over ontbinding van het bestuur in 1954 is niet behan
deld. Het komt spreker voor, dat deze kwestie, die 22, 2J jaar gele
den heeft gespeeld, op het ogenblik geen waarde heeft.
Het instellen van een commissie moet spreker ontraden, omdat er
geen behoefte aan is.
Het gemeentebestuur moet zich hoeden voor vragen inzake aangele
genheden, waarmede het geen bemoeienis heeft. Maar zijn er vragen, die
op de weg van het gemeentebestuur liggen, dan is het college bereid
daarop in een volgende vergadering antwoord te geven, voor zover het
niet mogelijk is, dit direct te doen.
De heer PIEPEN acht het duidelijk, dat de raad niets te maken
heeft met de interne aangelegenheden van de woningbouwvereniging St.
Joseph. Maar het was het college bekend, dat het bij deze vereniging
niet in orde was. Toch is in de vorige raadsvergadering voorgesteld
20.000,-- aan het bestuur van deze vereniging te verlenen, terwijl
de wethouder van financiën wist, dat er geen rechtsgeldig bestuur zat.
Waren er geen vragen gesteld, dan was men er overheen gelopen. Spre
ker vindt dit geen nette manier van de wethouder van financiën om te
proberen de raadsleden een beetje bij de neus te nemen. Wij hebben,
zegt spreker, niets te maken met de interne aangelegenheden van St.
Joseph, maar de raad en de belastingbetalers zijn verantwoordenjk
voor de 860.000,schuld van de woningbouwvereniging bij de gemeen
te. Het lijkt spreker gewenst, dat een onderzoekingscommissie zich
gaat bezighouden met de vraag, in hoeverre het college deze schuld te
hoog hoeft laten oplopen. Spreker handhaaft dus zijn voorstel.
De VOORZITTER zegt, dat de wethouder de tegen hem gerichte beschul
diging zelf kan recht zetten, maar spreker wil dit ook wel doen. Op
zakelijke gronden is aan de raad voorgesteld kredieten te verlenen
voor verbetering van woningen aan de woningbouwvereniging, die uit de
aard van de zaak wordt vertegenwoordigd door het bestuur. In het inter
ne overleg met de vereniging - maar dat wordt niet allemaal verteld
in de raad - is er met klem op aangedrongen, toen het college duide
lijk werd, dat er geen rechtsgeldig bestuur bestond, dat dit er zo
spoedig mogelijk zou komen.
De heer PIEREN zou het juister hebben gevonden, indien dit in het
voorstel aan de raad ware medegedeeld.
De VOORZITTER zegt, dat het met de zakelijke zijde van het voor
stel niets heeft te maken. De vraag was of voor het verbeteren van de
woningen een krediet nodig was, terwijl het college er voor moet zor
gen, dat dit krediet in handen komt van een rechtsgeldig bestuur.
- De -