1 - 17 juni 1957 -- 69- De heer Pieren heeft gevraagd een commissie van onderzoek om te zien of het college de schuld niet te hoog heeft laten op lopen, maar dit is een kwestie van de raad en "betreft het "beleid van de raad ten opzichte van de woningbouwverenigingen. Het col lege zou men ten hoogste kunnen verwijten, dat het de raad zou hebben meegesleurd op een pad om die schuld te laten oplopen. Maar het is iedere keer met veel zorg in de financiële commissie en bij de begroting bekeken. Buiten de raadsbesluiten om heeft het col lege geen enkele bevoegdheid gelden te verschaffen. De heer HILHORST zegt aanvankelijk wel de gedachte te heb ben gehad, dat er, zoals de heer Pieren het stelde, veel goeds in zat. Hu de heer Pieren echter gaat inzien, dat de raad geen be moeienis heeft met de vereniging als zodanig en hij zich wendt tot de te hoog oplopende schuld, komt zijn interpellatie hierop neer, dat hij een onderzoek wil instellen naar het wanbeheer van B&W. Is dat zijn bedoeling, nu hij zelf erkent, dat de raad met de organisatie geen bemoeienis kan hebben? De VOORZITTER heeft het gesprokene door de heer Hilhorst niet geheel begrepen. Uit de gevoerde besprekingen heeft hij de indruk, dat de leden van de raad - en dat is erg begrijpelijk - geen duidelijk beeld hebben van de situatie van een woningbouw vereniging. Van de gehele financiële situatie van de woningbouw vereniging St, Joseph ziet de raad iedere keer een gedeelte, maar de raad krijgt geen afgerond beeld van de woningbouwvereni ging, hoewel hij dat feitelijk wel zou moeten hebben. Zo lang alles goed gaat en er geen aanmerkingen worden gemaakt, loopt het wel, maar er is nu licht op St. Joseph gevallen. Het lijkt spreker goed, ter adstructie van de raad in een volgende vergade ring een beeld te geven van de financiële toestand van de woning bouwvereniging St. Joseph, zoals die in de loop der jaren gegroeid is en op het ogenblik is, of de daartoe vereiste stukken ter in zage te leggen. Mevrouw POLET-Musler wil gaarne de achtergrond van de houding van de P.v.d.A-fractie verklaren. De bewoners van de bouw vereniging hebben het gevoel, dat zij zich tot de raad moeten wenden, omdat zij hun belangen door een college behartigd willen zien. Genoemde fractie gevoelde wel, dat dit geen terrein is voor de raad als geheel. De mensen vragen veel meer naar het inzicht van de raadsleden dan naar een uitspraak van de raad. Men kan het hun niet kwalijk nemen, dat zij de begrippen "de raad" en "de raadsleden" niet uit elkander houden. Het is niet mogelijk deze zaken iedere keer in de raad te bepraten. Begrijpende dat de be woners behoefte hebben hun grieven te bespreken, heeft de fractie voorgesteld een raadscommissie in te stellen, maar spreekster is het met de voorzitter eens, dat de commissie niet van alle par tijen inzicht zal kunnen krijgen. Een commissie zou door beide partijen moeten worden geaccepteerd. Daarom acht spreekster het, zoals de zaak nu ligt, beter geen commissie in te stellen. De VOORZITTER zegt de raad namens het college toe een overzicht te zullen verstrekken van de financiële structuur van de woningbouwvereniging St. Joseph, als ook van de oplossing, welke gevonden zal zijn tussen bestuur en bewoners, die geen lid van de vereniging kunnen zijn, om hun het gevoel te geven, dat ook zij er bij behoren. Spreker kan echter niet toezeggen, dat de gegevens reeds in de volgende raadsvergadering zullen worden verstrekt. De oorzaak van het gevoel van onbehagen is de om standigheid, dat bewoners die geen lid kunnen zijn, niets over de gang van zaken hebben te zeggen. In overleg met het bestuur - kan -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen B&W Soest | 1957 | | pagina 138